eduID: een persoonlijke, unieke en duurzame onderwijsidentiteit voor elke student

In het kader van persoonlijke interesse, specialisaties of het arbeidsmarktperspectief, volgen  studenten steeds vaker losse vakken en/of complete trajecten buiten de eigen instelling. Een goede zaak wanneer je kijkt naar alle ambities op het gebied van flexibiliteit, mobiliteit en verrijking binnen het hoger onderwijs. Maar over grenzen heen studeren, heeft ook minder fraaie kanten. Zoals lange en stroperige procedures met veel administratieve rompslomp om als student zowel herkend als erkend te worden buiten de eigen instelling. Studenten moeten zich vaak telkens opnieuw aanmelden en inschrijven en zowel de studenten als de instellingen moeten veel moeite doen om de cijfers weer ‘thuis’ en goed geregistreerd te krijgen.    

Dat kan makkelijker en klantvriendelijker. Bijvoorbeeld met eduID; een persoonlijke, unieke en duurzame onderwijsidentiteit voor elke student. SURF besprak vraagstukken over studentmobiliteit op onderwijsinhoudelijk, onderwijslogistiek en technisch vlak met diverse hoger onderwijsinstellingen. Op basis daarvan werkt SURF het concept van eduID nu verder uit, wederom in samenwerking en overleg met de instellingen.

Op 11 oktober vond hierover in Utrecht een bijeenkomst plaats met vertegenwoordigers van de Hanzehogeschool Groningen, Wageningen Universiteit, de TU Delft, Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht en SURF. Deze blog geeft een impressie van deze bijeenkomst.

Het wat, hoe en waarom van eduID

De aanloop voor eduID is bij SURF gestart in 2016. De basis werd gelegd in het SURF meerjarenplan 2015-2018 en werd verder uitgewerkt in het Trendrapport 2016, de inventarisatie rondom studentmobiliteit uit 2017 en de versnellingsagenda voor onderwijsinnovatie uit 2018. En nu heeft eduID een plek in het SURF meerjarenplan 2019-2022.

eduID logo

Van basisschool tot post graduate

Het waarom van eduID is een antwoord op de wens naar en de roep om meer studenten mobiliteit, onderwijsflexibilisering, een leven-lang-leren, identiteiten over onderwijsinstellingen heen en één centrale aanpak. eduID richt zich specifiek op de domeinen onderwijs en onderzoek en is zowel voor tijdens als na de studie. En als het aan SURF ligt, is eduID er in de toekomst voor de complete school- en studieloopbaan: van basisschool tot en met de post graduate cursus.

Gerespecteerd en verrijkt

Het plan voor één unieke en veilige onderwijsidentiteit voor elke student, die je bovendien mee kunt nemen, past goed in de plannen van de overheid. Kenmerkend voor het eduID is dat het een identiteit is voor zowel studenten als onderzoekers en dat de identiteit een leven lang bruikbaar is. De controle over de eduID ligt bij de eigenaar zelf en de privacy van de gegevens worden gerespecteerd. De betrouwbaarheid van eduID kan verder worden vergroot door bijvoorbeeld  extra controles of door hem af te leiden van DigiD. De eduID  kan tevens worden verrijkt met gegevens uit externe bronnen en is bovendien AVG en compliancy proof.

Allesomvattend

De mogelijke invulling van het eduID wordt gevormd door een set afspraken die bestaat uit vier elementen. Een nummer: de ID zelf, een identiteit op basis van verschillende attributen, een account op basis van die identiteit en een inlogvoorziening die het account ontsluit. Hiermee is de eduID allesomvattend en kan daardoor op verschillende wijzen worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij inschrijvingen, bij het volgen van vakken buiten de instelling, bij het volgen (en ontwikkelen) van gezamenlijk onderwijs door verschillende instellingen en bij het beëindigen van de studie en de mogelijke vervolgstappen daarop.

eduID wordt ook wel gezien als de schakel die verschillende logistieke processen ondersteunt op het gebied van onderwijs, ontwikkeling en organisatie in hoger onderwijsland. eduID is daarbij niet dé oplossing maar wel een wezenlijke randvoorwaarde om zaken als mobiliteit, flexibilisering en leven-lang-leren succesvol aan te kunnen pakken.

Presentatie eduID, Peter Clijsters (SURFnet)

Het belang van Privacy

Keuzevrijheid en balans

In eduID zitten wat privacy betreft twee belangrijke elementen: eduID staat onder controle van de gebruiker zelf en de privacy wordt gerespecteerd. De uitdagingen hierbij zijn drieledig. Er moet allereerst een keuze worden gemaakt tussen centraal versus decentraal identity management. Daarnaast is er een balans nodig tussen de korte en de lange termijn. Op de korte termijn gaat dat om heldere afspraken met de instellingen, beveiligen van de infrastructuur volgens de huidige normen en het gebruik van een PIA (Privacy Impact Assessment) bij de pilot. De lange termijn gaat vooral over het ontwerp van eduID en over nieuwe kennis en inzichten over privacy. Bij controle versus keuzevrijheid gaat het ook om de juiste balans. Wie leest de kleine lettertjes, hoeveel mensen nemen een weloverwogen beslissing en valt er eigenlijk wel iets te kiezen? Het blijft belangrijk om naast de techniek vooral vanuit de behoefte van de gebruiker te kijken naar eduID en privacy. Want een ding is zeker: van te veel verschillende id’s en inlogs wordt eens mens gek.

eduID en Privacy – Arnout Terpstra, (SURFnet)

De instellingen aan het woord

Hanzehogeschool Groningen

De Hanzehogeschool Groningen (HG) is zeer actief in verschillende netwerken en volgt de ontwikkelingen rondom eduID op positief kritische wijze. Ze zien eduID als een logische ontwikkeling die past bij de behoefte van zowel instellingen als studenten. Interessante vraag is wel hoe dit inwerkt op de eigen onderwijslogistieke processen. Die worden binnen de HG momenteel herzien.

Uitzoomen en brede setting

Bij eduID heeft de HG verschillende behoeftes. Onder meer om eerst nog even uit te zoomen alvorens in te zoomen. Zo zitten er nu nog belemmeringen in de WHW die liefst worden weggenomen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het rigide onderscheid dat wordt gehanteerd tussen student en cursist. Dat heeft grote gevolgen voor de rechten en plichten van verschillende groepen. De HG wil daar met OC&W, de NVAO en de inspectie graag over in gesprek. Ook is er behoefte om de discussie over eduID met meer universiteiten en hogescholen te voeren en met meer betrokkenheid van partijen als OCW, DUO, KOM en private aanbieders.

Volgens SURF is die betrokkenheid er al en worden de gesprekken op verschillende niveaus gevoerd. De meeste universiteiten en hogescholen zien eduID overigens als een kracht en niet als een bedreiging. Deels omdat OC&W ook die kant op gaat maar ook omdat de deur dichthouden geen optie meer is.

Wageningen, TU Delft en Leiden

De drie universiteiten zijn positief ten aanzien van eduID en zien op de korte termijn vooral toepassingsmogelijkheden binnen het driejarige Virtual Exchange project, een samenwerkingsverband tussen twaalf universiteiten over de hele wereld. Doel van het project is om het aanbod van de bestaande online vakken (MOOCS) beschikbaar te maken voor elkaars studenten en daar ook credits aan te koppelen. Op deze manier krijgen studenten toegang tot de expertise van de betrokken universiteiten zonder dat ze daarvoor hoeven te reizen. Een mooi streven met een flink cursusaanbod.

De uitdaging

Om studenten credits te verschaffen is registratie nodig bij de universiteit die de cursus host. De administratie daarvan is vaak complex, de procedures verschillen per instelling en eigen studenten en cursisten van buiten worden verschillend behandeld. Dat betekent veel werk voor de studenten en de instellingen en beperkt daardoor de flexibiliteit. eduID kan dat veranderen met een eenmalige unieke registratie per student. Deze kan vervolgens worden gekoppeld aan een centraal student- en cursusregistratiesysteem.

Wageningen, Leiden en Delft zien in de verdere ontwikkeling van eduID ook de mogelijkheid om via open acces te gaan werken en veel data aan elkaar te koppelen, uiteraard met behoud van privacy. Het Virtual Exchange project kan daarbij als voorbeeld dienen. De uitdagingen zijn vooral om de verschillende universitaire registratiesystemen aan elkaar te koppelen, het protectionistische karakter van sommige instellingen open te breken en de zaak te standaardiseren op nationaal, Europees en mondiaal niveau.

Universiteit Utrecht

De Universiteit Utrecht (UU) wil in de nabije toekomst de UU studenten en docenten nog meer de mogelijkheid geven flexibel onderwijs te volgen en/of in te richten. Daarnaast werkt de UU aan het opzetten van een structuur voor en uitbreiding van onderwijs voor professionals (Leven Lang Leren).

Voor beide aspecten streeft de UU naar flexibel en multidisciplinair onderwijs, zowel binnen een faculteit als tussen faculteiten als tussen instellingen, en bij voorkeur zowel nationaal als internationaal. Hierbij speelt online en blended onderwijs een grote rol.
Momenteel wordt gekeken hoe flexibel- en Leven Lang Leren onderwijs verder gefaciliteerd en gestimuleerd kunnen worden, denkend aan werkvormen, modularisering, tijd/plaats onafhankelijkheid, gezamenlijke programma’s, gemakkelijke uitwisseling van EC’s, (micro)credentials, praktische uitvoering en wet- en regelgeving. De UU wil daarom graag samen met andere instellingen inventariseren welke obstakels in de weg staan en hoe deze weggehaald kunnen worden.

Een reeds benoemd obstakel heeft betrekking op de registratie van studenten/deelnemers en de uitwisseling van studenteninformatie tussen instellingen. Het eduID kan hierin een uitkomst bieden, vooral in combinatie met andere SURF-initiatieven zoals eduBadges.

Verschillende doelgroepen

eduID kan volgens de UU een duurzame en lange termijn oplossing bieden, vooral wanneer het concept breder toegepast kan worden. Gegeven de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de veranderende behoefte aan scholing wordt het onderscheid tussen initieel en post-initieel onderwijs steeds minder scherp. Hierin wordt de student meer en meer een klant binnen het onderwijsaanbod. Deze klant is kritisch en verwacht gebruiksgemak, één punt waar informatie omtrent de leerloopbaan samenkomt en dus systemen die op elkaar zijn afgestemd.
Daarbij, de doelgroep professionals is al gewend zich als klant door het onderwijsaanbod te bewegen en zijn gebaat bij een overkoepelend systeem. eduID zou deze verschillende doelgroepen in een systeem kunnen combineren.

Het vervolg

In 2018 zijn het plan, de analyse en de visie van eduID ontwikkeld en is er een pilot gestart. De verwachte introductie van eduID in 2019 zal gefaseerd plaatsvinden en klein beginnen

De scope van eduID richt zich op het hoger onderwijs. De uitdaging is nu om met alle betrokken partijen in verschillende gremia en op diverse niveaus verder te discussiëren. Momenteel vooral op nationaal niveau maar ook steeds meer op Europees en later zelfs op mondiaal niveau.

Concreet worden het concept en de visie over eduID verder uitgewerkt en breder uitgedragen bij onder meer de Vereniging Hogescholen, de VSNU, de ISO en de LSVB. Ook worden meer instellingen bij het project betrokkenen en komt er een bijeenkomst met KOM en de Flexibiliseringsgroep van het Versnellingsplan. Er is tevens behoefte om met meer partijen verder te praten over het Virtual Exchange en het ‘Life Long Learning’ project. Daarnaast start er een pilot met Edubadges als eerste en meest concrete. Bij dit alles benadrukken alle aanwezigen het belang om balans te blijven vinden tussen denken vanuit systemen en denken vanuit de klant.

Geïnteresseerd?

Heb je na het lezen van deze blogpost nog vragen? Lees dan verder op de webpagina over eduID, of neem dan contact op met Maarten Kremers van SURFnet, via maarten.kremers@surfnet.nl, of met Peter Clijsters, via peter.clijsters@surfnet.nl .

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties