AI gaat niet meer weg
In het gesprek kwam het meerdere keren ter sprake: AI bestaat al tientallen jaren en is al in ons onderwijs aanwezig. Of je je daar nu bewust van bent of niet. Leerlingen die Snapchat gebruiken hebben toegang tot een groot achterliggend taalmodel, ook dat is AI. Ook leerlingen in primair onderwijs komen steeds vaker in aanraking met slimme technologie. Wietse: “Ik hoop dat leraren daar steeds vaker over praten met elkaar. Of nog beter: dat ze AI-toepassingen zelf uitproberen, ermee experimenteren, het proberen te slopen... Dat is ook gewoon leuk en daar leer je zo veel van. Zeker als je dat samen met je team doet.” Irvette: “De AI-trein rijdt inderdaad. Maar hoe en wanneer spring je op die trein?”.
Start met een gezamenlijke visie
Wietse: “Scholen kopen geen AI, scholen kopen leermiddelen! Het woord AI is dan ook een beetje mistig en leidt misschien wel af”. Iedereen aan tafel is het ermee eens, de vraag is niet óf we AI in onderwijs moeten toepassen, de vraag is waarvoor wel en waarvoor niet, én waarom. Volgens JaapJan vraagt dat dus om een gezamenlijke en gedragen visie. Dat maakt het gemakkelijker keuzes maken en het geeft sturing aan de ontwikkeling van AI in onderwijs. Zonder visie zijn we stuurloos. Irvette: “Het lijkt soms zo overweldigend dat mensen op een pauzeknop willen drukken, maar de trein rijdt, daar is echt geen stoppen meer aan en dat zouden we ook niet moeten willen. AI biedt ook zó veel kansen”.
Tijd voor reflectie en dialoog
Een gezamenlijke visie ontwikkelen zou een continu gesprek moeten zijn en dat vraagt tijd, en tijd is een (heel) kostbaar goed in onderwijs. Wietse: “Hier ligt de taak voor bestuurders om tijd voor experimenten, reflectie en dialoog te organiseren. Hoe lastig ook”. Niet alleen tijd vormt een uitdaging. Hoe zorgen we ervoor dat de verschillende betrokken partijen niet naast elkaar werken, maar mét elkaar. Irvette: “De komende wetgeving zal ons niet helpen om tot mensgerichte systemen te komen. Dat vraagt echt om het samenbrengen van verschillende perspectieven op ‘responsible AI’. Dat verschilt per persoon, per organisatie, per projectfase, etc. En alle perspectieven zijn van belang”.
Hoe nu verder?
Binnen Npuls en NOLAI starten komend schooljaar de eerste projecten in onderwijs, en in nauwe samenwerking met bedrijven en kennispartners. Multidisciplinair dus. Daar valt veel van te leren de komende tijd, en ook nu al. Zie bijvoorbeeld het NOLAI Referentiekader. NLAIC organiseert tot en met december de AI Parade bij bibliotheken door heel het land. JaapJan: “Op deze manieren gaan we die visie met elkaar ontwikkelen. Opdat we geen dingen doen waar geen leerling en leraar op zit te wachten”. Ook goed om te weten: bij Kennisnet werken ze momenteel aan een toekomstperspectief voor het onderwijs. Wietse: “Dat wordt een raamwerk dat het perspectief van de leerling, leraar, bestuurder en samenleving samenbrengt. Dat gaat vast en zeker helpen het gezamenlijke gesprek te voeren”. Geinteresseerd? Meld je dan nu aan voor het Congres OnderwijsInzicht op vrijdag 12 september”.
Je bent nog niet te laat
Irvette besluit: “Het kan soms voelen alsof we een beetje achter AI hobbelen. De ontwikkelingen gaan ook heel hard, zeker als je kijkt naar ChatGPT. Maar je bent nog niet te laat, het is nú de tijd om de samenwerking op te zoeken. Laat AI niet links liggen, maar ga er bewust(er) mee om.” Wil je een project op jouw school starten of op een andere manier met AI aan de slag? Neem dan contact op met NOLAI (so, po en vo), of met Npuls (mbo, hbo en wo). Ook Kennisnet, SURF en de Werkgroep Onderwijs van NLAIC horen graag van je. Tot binnenkort?
De Maand van AI is een initiatief van SURF, Kennisnet, NOLAI en NLAIC.
0 Praat mee