Om dit te onderzoeken is gekozen voor een mixed method studie met als doel inzicht te krijgen in de literatuur rondom formele onderwijsruimtes. Vanuit een systematische kwantitatieve analyse (waarbij is gekeken naar wat er al bekend is, maar ook naar wat ontbreekt) is een kwalitatieve studie verricht waarbij thema’s zijn geïdentificeerd. Er zijn 108 (peer reviewed) artikelen over fysieke onderwijsruimtes in het hoger onderwijs bestudeerd waarbij de focus lag op leren, doceren en studenten/docenten.
In het kwantitatieve deel worden landen genoemd waar gepubliceerd is. Verreweg de meeste studies zijn in Amerika (43) gedaan, een gedeelde tweede en derde plek zijn voor Australië en het Verenigd Koninkrijk (16) en Nederland (6) staat op de vierde plek. In 2016 zijn de meeste artikelen (20) gedupliceerd, daarna in 2017 en 2018 (beide 16). De meeste artikelen die ze hebben gebruikt komen uit Journal of Learning Spaces (29), daarna volgt Higher education Research & Development (7), vervolgens Learning Environment Research (6) en daarna diverse andere journals die tussen de 1 en 4 artikelen gepubliceerd hebben. In het kwalitatieve deel weiden de auteurs uit over zes thema’s die ze hebben gedestilleerd uit de 108 artikelen.
De relatie tussen ontwerp, leeractiviteiten en leerresultaten
In de 42 artikelen die over dit thema gaan, wordt vooral een vergelijking gemaakt tussen traditionele onderwijsruimtes en ruimtes die innovatief, flexibel of gericht zijn op actief leren. In deze artikelen wordt de relatie tussen de ruimte, de didactiek/pedagogiek die door de docent wordt toegepast en de technologie in de ruimte besproken. Belangrijk is dat de docent een grote rol heeft in hoe een onderwijsruimte wordt gebruikt. De ruimte dicteert dus niet de docent als die daar niet voor open staat of niet weet hoe die de ruimte moet gebruiken. De ruimte in combinatie met de personen (docent maar ook studenten) die in de ruimte zijn, bepalen de leeractiviteiten.
Binnen dit thema refereren enkele artikelen naar hoe onderdelen in een ruimte effect kunnen hebben op leerprestaties, zoals luchtkwaliteit, licht en geluid. Ook de setting binnen de ruimte, dus waar studenten zitten en waar de docent loopt kan effect hebben op het leren. Alleen niet alle onderzoeken zien een significant verschil. Dit maakt dat er nog steeds onderzoek nodig is over hoe een ruimte effect heeft op leren.
Hoe studenten en docenten onderwijsruimtes ervaren/bekijken
In de 22 artikelen die dit thema raken, wordt gekeken naar de ervaringen van docenten en studenten. In enkele artikelen komt naar voren dat studenten en docenten positief staan tegenover flexibele ruimtes en active learning classrooms als het gaat om samenwerken en betrokkenheid. Sommige onderzoeken laten zien dat studenten een onderwijsruimte als niet relevant zien voor hun leerprestaties.
Andere onderzoeken tonen aan dat onderwijsruimtes het belangrijkste worden gevonden door docenten en studenten als het gaat om tevredenheid. In enkele artikelen gaat het ook over setting en zaken als licht maar dan vanuit de perspectief van de student. In de meeste artikelen binnen dit thema wordt in ieder geval duidelijk dat een ruimte gerelateerd is aan emoties.
Focus op ontwerpprincipes en processen
De artikelen van dit thema gaan over ontwerpen en processen rondom de bouw van een onderwijsruimtes. Binnen dit thema pogen drie artikelen het gegeven onderwijs op instellingen te koppelen aan verschillende typen onderwijsruimtes. In deze artikelen worden concepten verschillend gebruikt waardoor het lastig is om hier iets algemeens over te zeggen.
De andere artikelen onderzoeken verschillende aspecten van het ontwerp- en bouwproces. Sommige studies benadrukken het belang dat studenten en medewerkers betrokken moeten worden bij het ontwerpen van onderwijsruimtes. In enkele studies wordt besproken hoe je studenten en medewerkers (in een vroeg stadium) kan betrekken bij projecten.
Methodes om de relatie tussen leren en onderwijsruimtes te evalueren
De meeste artikelen binnen dit thema proberen methodes of modellen te ontwikkelen die de relatie tussen onderwijsruimtes en leren kunnen evalueren. Een algemeen model is lastig om te ontwikkelen, omdat onderwijsruimtes verschillend zijn. Het is eenvoudiger om een model te ontwikkelen dat bijvoorbeeld active learning classrooms kan evalueren.
Andere artikelen leggen de nadruk op het evalueren van lesgeven waarbij ruimte onderdeel is van de evaluatie.
Ondersteuning van docenten
Er zijn diverse manieren om docenten te ondersteunen in het gebruik maken van een nieuwe onderwijsruimte. Dit kan bijvoorbeeld met een formele training, maar ook door docenten tijd te geven om te experimenteren in de ruimte. Er blijkt uit de artikelen dat er niet per se één goede manier is om docenten te ondersteunen, maar dat aandacht voor nieuwe onderwijsruimtes net zo belangrijk is als een nieuwe onderwijsruimte zelf.
Theorie
Maar weinig van de bovengenoemde onderzochte artikelen hebben een theorieparagraaf en hieruit blijkt dat theorie rondom (vernieuwende) onderwijsruimtes nog steeds onderbelicht is. De meeste referenties verwijzen naar onderwijstheorie; zelden wordt er verwezen naar theorie over ruimtelijkheid of theorie over de relatie tussen ruimte en gedrag. In de 15 artikelen waar de nadruk op de theorie ligt wordt gebruik gemaakt vanuit theoretische benaderingen en concepten uit diverse disciplines zoals geografie, filosofie en psychologie. De artikelen benaderen onderwijsruimtes dus verschillend, maar in veel gevallen zijn menselijke, sociale en materialistische bronnen verweven om een goed begrip te krijgen van ruimte.
Uit de resultaten van het literatuuronderzoek valt de reikwijdte van onderwijsruimtes op. Ten eerste komt dit door de enorme diversiteit journals aan waar de artikelen gepubliceerd zijn. Ten tweede door de verschillende definities die worden gebruikt voor ‘learning spaces’ (in deze samenvatting vertaald als onderwijsruimte, omdat leerruimte minder gebruikelijk is). Ten derde blijkt de reikwijdte door de diversiteit aan thema’s die gevonden zijn in de artikelen. Door de reikwijdte wordt er nauwelijks op eerder onderzoek voortgeborduurd en ontstaat fragmentatie binnen het onderwerp. Wat volgens de auteurs verder opvalt is dat er wel meer aandacht is voor onderwijsruimtes, maar dat er niet meer gepubliceerd is de afgelopen jaren. Door de systematische aanpak van deze literatuurstudie wordt het volgende geconcludeerd:
-Ruimte op zichzelf kan geen variabele zijn als het gaat om leeruitkomsten. Om dit verband te onderzoeken moet gekeken worden naar de relatie tussen (ontwerp van de) ruimte, mensen, interactie en leren;
-De perceptie van studenten en docenten op een ruimte is emotioneel van aard en daarnaast verweven met de pedagogiek en didactiek van de docent;
-Het is noodzakelijk om gebruikers vroeg bij het ontwerp van een onderwijsruimte te betrekken;
-Literatuur over methoden om de complexe relatie tussen leren en onderwijsruimtes te evalueren is schaars en gefragmenteerd;
-Er zijn maar weinig artikelen over hoe docenten worden ondersteund bij het gebruik van de ruimte;
-De meeste artikelen hebben geen expliciet theoretisch kader. Artikelen met wel een theoretische perspectief verstrengelen menselijke, sociale en materialistische bronnen om het begrip ruimte te begrijpen.
0 Praat mee