Hoe onderwijsvernieuwing / innovatie wel kan…
Door een artikel in Scienceguide ben ik getriggerd om een artikel te schrijven waarin de innovatiekracht van het hoger onderwijs een duidelijk gezicht krijgt. Ik ben me ervan bewust dat onderwijsvernieuwing/innovatie door ieder instituut anders geïmplementeerd kan worden. Veel mensen denken bij het woord innovatie aan nieuwe uitvindingen, maar dat is niet alleen wat het inhoudt. Innovatie betekent letterlijk: vernieuwing. Dus wanneer je een product of proces verbetert, dan innoveer je al. Zonder in een semantische discussie te willen belanden over wat innovatie is, wil ik van harte ondersteunen wat Paul den Hertog van het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT in hetzelfde artikel aangeeft:
“De verschillende ontwikkelingen en innovaties worden nu ofwel in Den Haag ofwel door individuele instellingen bedacht. Ze vinden dus plaats aan heel veel verschillende tafels en op heel veel verschillende plekken. Dat zorgt echter voor het gevaar dat ze elkaar in de weg gaan zitten, terwijl ze juist op hetzelfde punt moeten uitkomen en als losse stukjes in dezelfde puzzel moeten vallen. Daarom hebben we afstemming en regie nodig. We moeten ervoor zorgen dat we, met alle veranderingen in het aanbod, niet elkaars concurrenten worden.”
Dat is precies waar ik in geloof en waar ik me hard voor wil maken. Samenwerken, samenwerken, samenwerken! Of delen, delen en delen. Iedereen in het onderwijs wil dat de studenten beter en effectiever onderwijs kunnen krijgen. Dat past bij de talenten en vaardigheden van de student. Dat kan alleen door van elkaar te leren, het wiel niet opnieuw uit te vinden, en in elkaars keuken te kijken. Feedback geven en weer delen.
Zoals vaker geschreven hebben we bij Fontys Hogeschool ICT (FHICT) een didactisch model dat wij ‘Open’ noemen. Sinds 2016 volgen studenten bij Fontys Hogeschool ICT de ‘Open opleiding’. Studenten bepalen in deze opleiding de leerroute naar hun gepersonifieerd diploma helemaal zelf: geen rooster, geen toetsen en zelfs geen voorgeschreven curriculum. Alle studenten hebben 100 procent eigenaarschap over wat en hoe ze het doen en zelfs hoe ze beoordeeld worden. Dat levert een rijk palet aan studenten op met allemaal hun eigen curriculum binnen de ICT. Ons uitgangspunt is daarbij altijd positief: wat kan de student en wat is zijn of haar talent?
Een belangrijke missie van FHICT was om dit te dissemineren. Dus aan zoveel mogelijk onderwijsinstellingen vertellen wat we doen in de hoop dat een deel of het geheel van het didactische model overgenomen kon worden of ter inspiratie kan dienen voor onderwijsvernieuwing. In de loop der jaren zijn er veel scholen in binnen- en buitenland langs geweest en/of zijn wij als docententeam richting de scholen gegaan om ons verhaal te vertellen. We hebben een selectie van de scholen opnieuw benaderd met de vragen hoe en op welke manier ze geïnspireerd zijn en wat ze eventueel anders doen, zodat wij bij FHICT er ook van kunnen leren. We zijn als onderwijs niet klaar met vernieuwen. Net zoals de snelle ontwikkelingen voor bijv. het bedrijfsleven kan het niet zo zijn dat een school een ‘innovatief’ traject heeft ingezet om daarna achterover leunt. We moeten blijven nadenken over wat de toegevoegde waarde is van een hogeschool voor de student en de maatschappij en hoe je dat kan waarmaken.
Dinant Roode, Principal Lecturer Learning Space Design, Leadership and Innovation
School of Sports Studies | Hanzehogeschool Groningen
Verschillende opleidingen van de Hanzehogeschool tonen interesse in de aanpak van FHICT. Via een studiedag van Communicatie en Multimedia Design (CMD) -waar Eric Slaats een keynote hield over de opvattingen en aanpak bij FHICT - werd mijn interesse gewekt. Als onderwijsontwikkelaar binnen het Instituut voor Sportstudies heb ik mij laten inspireren door de grote echte opdrachten, ook wel challenges, als aanjager voor leren. In de context van de sport hebben we dit voor de opleidingen ALO (opleiding tot sportleraar) en SK (opleiding tot sportkundige) uitgewerkt in een grote, open opdracht waarbij studenten in hun praktijk en met de praktijk werken aan een complex praktijkvraagstuk, het idee van een challenge. Per semester resulteert dit in 15ec/50% van het leren van de student in de beroepspraktijk. Hierdoor blijft 3 x 5 ec ruimte voor verdiepend onderwijs, die het werken aan en leren met het praktijkvraagstuk ondersteunen.
De grootste inspiratie voor mij is toch wel het realiseren van een leercultuur die veelal intrinsiek is en tevens inzichtelijk voor betrokkenen. Wat in de theorie vaak wordt beschreven als assessment as learning is voor mij, bij FHICT zichtbaar gemaakt in visie, systemen en gedrag. Vooral op dat laatste ben ik wel een beetje jaloers.
Op dit moment zit veel tijd realiseren van deze shift in opvattingen over leren en toetsen. Wat ik in mijn werk regelmatig ervaar, is dat we het op visie niveau ondersteunen en vrij snel eens zijn met elkaar. Wanneer het vervolgens gaat over op welke wijze je dan toetst, feedback geeft en de leeromgeving inricht blijken andere overtuigingen meer dominant dan degene waar je daarvoor consensus over hadden. Laat staan in gedrag!
Waarom is FHICT dan zo inspirerend? Omdat het niet alleen een visie is, maar deze juist ook in systemen, aanpak en organisatie consistent is uitgewerkt en de professionals ook het gedrag laten zien om het geheel handen en voeten te geven. Niet alleen het werken met studenten en opdrachtgevers in contracting, bijvoorbeeld het partners of education idee, maar juist ook het als team lerend zijn en open staan voor andere Hogescholen verdiend een compliment.
Jelmer Veldman, Semestercoördinator & Docent Marketing/Marketingcommunicatie
Fontys Hogeschool Economie en Communicatie
Bij onze opleiding Commerciële Economie in Eindhoven voelden we steeds meer de drang om te vernieuwen. Maar hoe begin je? Voor ons begon het met een inspirerend bezoek aan onze collega’s bij FHICT. Zij lieten ons zien dat je het onderwijs écht anders kunt inrichten, op een manier die leidt tot tevreden (en goed opgeleide) studenten, in samenwerking met het bedrijfsleven en met docenten die als coach naast de studenten staan in plaats van tegenover ze.
Enkele inzichten die we hebben meegenomen of later hebben ontwikkeld zijn:
- Begin with the end in mind – Zet een stip op de horizon. Werk vanuit een visie terug naar het onderwijs. Vanuit en landelijk profiel naar een opleidingsprofiel, vervolgens naar leerdoelen (per niveau of semester) en pas als laatste naar de inhoud van het onderwijs. De verleiding is groot om met het laatste te beginnen, maar dan ben je al snel stuurloos.
- Wees geduldig – Vaak ga je twee stappen vooruit en daarna weer eentje terug. Het zal zeker niet in een keer goed gaan, maar door continu te evalueren en kalibreren kom je er.
- Vraag hulp – Er zijn binnen Fontys inmiddels vele experts op het gebied van onderwijsvernieuwing. Zij kunnen bijdragen aan het proces. Bij ICT zijn meerdere onderwijskundigen nauw betrokken bij de onderwijsvernieuwing. Die ondersteuning is zeer waardevol.
- Betrek stakeholders – Neem alle stakeholders mee in het proces. In het bijzonder studenten/alumni en werkveldpartners, maar ook interne gremia zoals een curriculumcommissie, opleidingscommissie, examencommissie, toetscommissie, adviesraad, etc.
- Creëer draagvlak – Zorg dat het geen papieren tijger wordt. Een grote valkuil is dat de vernieuwingen door een kleine groep enthousiastelingen worden opgeschreven in mooie (visie)documenten en vervolgens alle collega’s weer overgaan tot de orde van de dag. Betrek iedereen bij het proces door urgentie, draagvlak en uiteindelijk enthousiasme en eigenaarschap te creëren. Het onderwijs is van alle docenten én studenten. Wij zíjn het onderwijs.
Gert van Hardeveld | Teamlead en coach OPEN-ICT | Institute for ICT | University of Applied Sciences Hogeschool Utrecht
Het Open-ICT programma bij HBO-ICT in Utrecht is geïnspireerd op de ontmoetingen met Eric Slaats. In 2017 heb ik Eric voor het eerst ontmoet op de Canvascon in Londen en hij vertelde daar dat hij geen cursussen en tentamens meer verzorgde en dat studenten meer gemotiveerd waren dan in klassiek onderwijs en ook nog eens meer leerden. Studenten die hij had meegenomen, beaamde dit volmondig tijdens de borrel en dat was voor mij het startpunt om ons instituut over te halen voor deze onderwijsvorm. Dat startte met het mailtje Mindblowing & food for thought aan management en hogeschool hoofddocenten.
De kater kwam al snel. Kreeg geen reactie op dit verzoek en toen ben ik met mijn collega Arno Kamphuis in jaar 3 een specialisatie begonnen die we ook Open-Innovatie hebben genoemd. Dit was een mooi eerste experiment om te kijken hoe en of het ook bij ons zou werken. De resultaten waren meteen heel goed. Veel hogere tevredenheid bij studenten en veel hoger leerrendement en mooiere projecten.
Om draagvlak in ons instituut te vergroten zijn we toen een special intrest groep van 10 docenten en manager gestart die we INnovatie in DIdactiek (INDI) hebben genoemd. Met deze groep zijn we succesvolle voorbeelden gaan bezoeken en bestuderen. We zijn met de hele groep naar FHICT geweest en met een kleinere groep naar Turku in Finland. Ook hebben we het werk van Dochy (High Impact Learning that Last) bestudeerd en zijn we ons onderwijs manifest gaan opstellen. Als laatste hebben we met INDI een onderwijsdag georganiseerd en hebben we ons Manifest via diverse werkvormen onder de aandacht gebracht, waaronder een succesvol lagerhuisdebat.
Onze droom is studenten in een studentbedrijf te laten werken aan echte projecten van opdrachtgevers vanaf jaar 1. Liefst ook betaald om een zo authentieke beroepservaring te bieden. Dit voorbeeld hebben we gezien in Turku bij theFirma. Hier zijn we dan ook naar op weg.
In 2019 kregen we de kans om in jaar 1 met Open-ICT te starten dat voor een groot deel gestoeld is op Open-Innovatie. Omdat we al met eerstejaars gingen starten, moesten we wel meer structuur in het programma gaan brengen. Tijdens de uitvoering van de eerste keer in het eerste jaar hebben we heel veel geleerd en veel bedacht waar we nu nog steeds mee werken en een andere invulling geeft dan wat we van FHICT hebben geleerd.
Te noemen valt:
- SCRUM werken met sprints van 2 weken, met:
- Dagelijkse check-in en check-out (ook met ondersteunende software)
- Wekelijkse gildemeetings waarin studenten uit specifieke disciplines bij elkaar komen voor kennisdelingen, product-reviews, gastsprekers en samen vaststellen waar het vakgebied heen gaat en wat je moet kunnen naar 4 jaar (adaptable curriculum)
- Gericht op 10 vaardigheden, waarvan er 4 de rubric zijn voor behalen van hbo-i beroepstaken
- Programmatisch toetsen door het verzamelen van bewijslast door studenten en validatie door peers, ouderejaars, coaches en experts (waaronder gildemeester en externen)
- Volledig portfoliosysteem en beoordelingssysteem laten bouwen en ondersteunen door Scorion
Kelly van der Heijden - Coördinator minor 'multidisciplinaire mkb-consultancy'
Fontys Hogeschool Economie en Communicatie
Ik heb destijds contact met FHICT gezocht omdat ik naar een veel modernere manier van onderwijs wilde, waarbij geen sprake is van kennistoetsen en waarbij het summatieve toetsmoment niet zoveel gewicht meer heeft. In de praktijk zie ik namelijk dat studenten 'stampen' voor een toets en daarna alles weer vergeten. Een dergelijke manier van onderwijs, daar geloof ik dus niet zo in. Nu ik heb gezien hoe FHICT het aanpakt -vanuit een praktijkopdracht- ben ik zeer enthousiast geworden over formatieve evaluatie en het gebruik van Feedpulse. Deze manier van werken gaan we dan ook gebruiken in de nieuwe minor 'multidisciplinaire mkb-consultancy', die in februari 2022 van start gaat. Ook laten we de studenten een portfolio samenstellen waarmee ze zelf moeten aantonen dat ze de leeropbrengsten hebben behaald.
Roel Verberk• Onderwijskundig Ontwerper - Leven Lang Ontwikkelen en Onderwijsinnovatie HKU
Soms zijn methodes die aangehaald worden bij onderwijsvernieuwing bijna een religie. Er is niet een heilige graal, niet een oplossing. Je moet open het gesprek ingaan en samen gaan puzzelen.
Eric Slaats heeft een soort Cruijffiaanse blik op onderwijs, met als grootste verschil dat Eric gemakkelijk van abstractieniveau kan schakelen en daarom gemakkelijk aan iedereen kan uitleggen waarom iets wel of niet werkt. Het is een waar genot om een kijkje te krijgen in de 'keuken' van FHICT waar manieren en tools worden toegepast waardoor er in de transformatie aansluiting kan worden gehouden bij de gehele organisatie. Bij onderwijsvernieuwing wordt er snel gekeken naar de docenten. Maar om het op de juiste manier uit te kunnen voeren, moet er ook een organisatorische verandering komen. Soms moet je het wiel opnieuw uitvinden om het zelf te voelen. Je hebt vragen maar misschien nog geen antwoorden. Je kunt het vragen aan verschillende buren om inspiratie op te doen en je eigen syntax ervan te maken. Eric Slaats hebben we uitgenodigd tijdens de onderwijsdag en hij heeft echt het gevoel van “Yes, we can” teweeggebracht. Hoe kan je jezelf vernieuwen, waarbij het proces ook gestaafd is met wetenschappelijke bewijzen en zonder belemmeringen van de bestaande onderwijsbureaucratie. Vergeet hierbij nooit de student.
Onderwijs is voor veel studenten letterlijk een escape, een thuishaven en ook waar je iets kan leren. Hiervan moeten we allemaal bewust van zijn en ernaar handelen.
Jochen Mariën, Coördinator afstudeertraject Digital Innovation, Thomas More (België)
Ik heb het geluk gehad een maand stage te lopen bij Fontys ICT. Dat was erg inspirerend, en ik hoopte alles wat ik daar leerde te kunnen gebruiken om het op onze eigen school ook in een klein project te kunnen opstarten. Dat is niet gebeurd, het is ineens een afstudeerrichting geworden, wat natuurlijk veel beter is, maar wel ineens een hele uitdaging. Naast het idee achter HILL ligt immers een hele praktische organisatie waarvan het niet altijd even evident is ze te combineren met de zuivere concepten.
Anderhalf jaar later kan ik dan ook terugkijken op een heel parcours met een heleboel leermomentjes, ook voor mezelf als coach van zo’n traject. Maar ik ben tevreden over elke stap die we gezet hebben, elk verbeterpunt dat we hebben genomen, elke feedback die we ter harte hebben genomen. Een aantal uitdagingen die ik verwachtte zijn nooit naar boven gekomen: collega’s, ook degene die erg sterk achter een klassieker leerconcept staan, hebben nooit in vraag gesteld dat Digital Innovation, onze afstudeerrichting, studenten aflevert die evenwaardig zijn aan alle andere studenten. (Mijn mening dat ze op alle vlakken beter zijn is er eentje die ik doorgaans voor mezelf houd, tenzij de ruimte er is ze ten volle uit te leggen.) Andere uitdagingen kwamen dan weer uit het niets: studenten die zelf kwamen vertellen dat ze meer deadlines nodig hadden. Ook meer opvolging, zelfs als daar meer administratie voor hen bij kwam kijken.
Hetgeen we nu nog het hardst mee zitten zijn de leerdoelen. Dat is een direct gevolg van de combinatie van een klassiek curriculum met HILL. De leerdoelen zijn opgesteld voor de volledige opleiding, in ons geval vanuit het reguliere traject. Die letterlijk gebruiken om projecten te valideren is onmogelijk. Daarmee hebben we nieuwe leerdoelen nodig, maar die moeten wel geldig blijven voor beide trajecten.
Binnen een half jaar studeert onze eerste lichting af. Meer dan eender welke andere studenten heb ik deze twaalf jongens op de voet opgevolgd, doorheen hun uitdagingen geloodst en ik heb ze meer zien bijleren dan de studenten die ik voor me had in de les. Ze zijn hard gegroeid en klaar. Het werkveld gaat me dankbaar zijn voor elk exemplaar uit deze lichting.
Wat zijn de stappen die wij als FHICT nu willen zetten?
Het is mooi te zien hoe bovenstaande personen geïnspireerd zijn geraakt door wat we bij FHICT in gang hebben gezet. Bij softwareontwikkelingen zeggen we vaak tegen onze studenten: kopiëren mag (en is soms zelfs heel wenselijk), maar geef er vooral je eigen draai aan. En dat is precies wat er met het gedachtengoed van Open is gebeurd. Veel blijft herkenbaar: de vrijheid, de intrinsieke motivatie, maar net zo goed probleempunten die bij FHICT soms ook nog onopgelost zijn. Maar vaak is het gedachtengoed gebruikt als inspiratie, is het getransformeerd, in een andere vorm gegoten of heeft een andere smaak gekregen. En een aantal van die vormen hebben uitdagingen weten te beteugelen. En zo biedt dat voor ons weer de kans om ‘te kopiëren’ en om het eigen onderwijs te verrijken met deze nieuwe ideeën.
Het is duidelijk dat dit soort samenwerkingen anderen en ons verder op weg helpen naar nog mooier en beter onderwijs. Laten we dat dus vooral blijven doen met elkaar, want er zijn nog uitdagingen (en daarmee fantastische vergezichten) genoeg. Denk alleen maar eens aan het flexibiliseren van onderwijs zodat leren en ontwikkelen voor echt iedereen mogelijk wordt of blijft (ongeacht of je nu fulltime werkt of studeert of iets ertussenin). Onze ambitie is in ieder geval het blijven verbeteren van de leeromgeving voor de student en vooral ook beslechten van wat hem in de weg staat om zo optimaal mogelijk te kunnen leren. Onze sloophamer staat in ieder geval al klaar om, als eerste wapenfeit in deze strijd, de muur die we tussen onderwijssemesters hebben opgetrokken uit de weg te ruimen.
Met dank aan Lennart de Graaf, Ruben Steins en Carlijn Moed-van Gulick
Gerelateerde artikelen
-
Open Education
-
Open Education
0 Praat mee