Achtergrond
Mijn naam is Bert Bredeweg. Ik beschouw mijzelf als een interdisciplinaire wetenschapper, ergens tussen Psychologie en Informatica, met een voorliefde voor Cognitie. Sinds 2018 ben ik lector (professor bij hogeschool) Didactiek van de Bètavakken bij de Faculteit Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam. Vanuit die rol geef ik o.a. leiding aan het Smart Education lab, onderdeel van het hogeschool-brede Centre of Expertise Applied Artificial Intelligence. Mijn onderzoek betreft Kunstmatige Intelligentie in het Onderwijs, waarbij de Kunstmatige Intelligentie meer is dan Data Mining en Machine Learning. Ik werk ook als Universitair Hoofddocent bij het Instituut voor Informatica van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Universiteit van Amsterdam.
Waarom AI in Onderwijs
Ik was er niet naar op zoek, maar toen het op mijn pad kwam, bleek ik plezier te hebben in programmeren. Misschien omdat je met programmeren je eigen werkelijkheid kunt creëren. Hoe het ook zij, al in de tijd van de commando-gebaseerde terminals had ik de behoefte om de interfaceopties zodanig te programmeren dat iedereen de software kon begrijpen en gebruiken. Met de komst van de grafische gebruikersinterface werd mens-computer interactie een serieus onderwerp. Zou het niet geweldig zijn als de computer zelf die multimediale interactie kan regelen en optimaal aanpassen aan de behoefte van de gebruiker? Zeker, maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan.
Een gewaardeerde collega beweerde tijdens zijn promotie (ergens in de jaren ’90) dat werkelijk intelligente computersystemen eigenlijk onderwijssystemen zouden moeten zijn. Immers, een dergelijk systeem moet expert zijn in het vakgebied (Nederlands, Natuurkunde, Zorg, noem maar op). Maar, het systeem moet ook verstand hebben van pedagogiek, didactiek en communicatie in het algemeen, en het moet al deze kennis steeds direct en langdurig kunnen integreren en toepassen in interactie met de mensen die het onderwijs afnemen. Kortom, een adequaat werkend computer-gebaseerd onderwijssysteem is de ware lakmoes proef voor geautomatiseerde, oftewel Kunstmatige, Intelligente. Een hedendaagse Turingtest. Ik vind het nog steeds een mooie stelling.
Inmiddels is er veel voortgang geboekt binnen de verschillende deelgebieden van de Kunstmatige Intelligentie. Tegelijkertijd lijken fundamentele problemen niet dichter bij een oplossing. Eén daarvan is het verschil tussen hoe computers werken en hoe mensen denken. Met de wens van ‘Explainable AI’ proberen we een brug te slaan, maar het is een complex probleem. Bovendien willen we een inhoudelijk onderbouwde uitleg van een conclusie. Dat is iets anders dan een opsomming van hoe een algoritme tot een antwoord is gekomen.
Ondertussen stort de wereld zich enthousiast op het promptengineering. Het doet mij denken aan de vroege commando-gebaseerde interactie. Ben jij als gebruiker slim genoeg om de gewenste informatie, in de juiste vorm, te achterhalen? Het moge duidelijk zijn waar vooralsnog de ware intelligentie zit. En, dat er nog veel onderzoek nodig is. Dat laat overigens onverlet dat de oplossingen binnen de deelgebieden van de Kunstmatige Intelligentie op zichzelf heel waardevol kunnen zijn.
Ter inspiratie
Ik vind het interessant om de huidige tijdgeest te vergelijken met die van vroeger, als ook om het proces van continue verandering te kennen en te begrijpen. Bepaalde boeken helpen daarbij. In ‘Een wereld vol patronen: De geschiedenis van kennis’ schetst Rens Bod de ontwikkeling van de wetenschap. Het is een stevig boek. Je moet er echt even voor gaan zitten en vooral volhouden. Van geheel andere soort zijn de verhelderende beschouwingen van Gary Marcus, zoals o.a. verwoord in het boek ‘Rebooting A.I.: Building Artificial Intelligence We Can Trust’ (geschreven samen met Ernest Davis).
0 Praat mee