6X uitgelegd: Referentiemodellen in het onderwijs

Als softwareleverancier voor het onderwijs actief in zowel middelbaar als hoger (beroeps)onderwijs werken we vaak met diverse referentiemodellen.

De belangrijkste reden om referentiemodellen te gebruiken is om vanuit een gezamenlijk referentiekader de complexe onderwijsinstelling te begrijpen. Ieder model dient als een gemeenschappelijke taal bij het ontwerpen van onderwijs. Op die manier helpt een referentiemodel mensen vanuit de hele onderwijsinstelling om elkaar te begrijpen. Van opleidingsmanager tot docent, directielid, informatiemanager of leverancier. 

Vanuit verschillende vertrekpunten en doelgroepen zijn er verschillende modellen ontwikkeld. Ook zijn de modellen in beweging. Een actueel voorbeeld daarvan is de Route 21 in het MBO. Hierover vertellen we later meer. Omdat we merken dat de verschillendemodellen bij lang niet iedereen allemaal bekend zijn - maar vaak wel bruikbaar - hebben we ze op een rijtje gezet. Dit zijn 6 referentiemodellen die wij gebruiken in de praktijk (MBO / HO):

MODEL 1: PROCESARCHITECTUUR EXAMINERING (MBO)SECTOR MBO

Doelgroep Medewerkers van MBO-instellingen die betrokken zijn bij het examenproces
Vertrekpunt Examinering MBO

Een schematische weergave van het gehele examenproces in het MBO
Bron: Website Procesarchitectuur Examinering (https://pe.onderwijsenexaminering.nl/)

De Procesarchitectuur Examinering is binnen het MBO een begrip. De website over de Procesarchitectuur Examinering beschrijft het model als volgt: “De Procesarchitectuur Examinering (PE) is een schematische weergave van het gehele examenproces in het MBO. Alle stappen die een MBO-school moet nemen om te zorgen voor goede examinering, komen aan de orde. Denk daarbij aan het opstellen van het examenplan, inkopen en/of zelf construeren van examens, diplomeren en het borgen van de examenkwaliteit. De PE helpt u om kritisch naar uw eigen examenproces te kijken. […] De PE bestaat uit vijf procesgebieden met ieder een eigen, herkenbare kleur. Ieder procesgebied bevat onderliggende processtappen en een checkfase: de grijze schil onder het gekleurde vlak.”

MODEL 2: REFERENTIEMODEL ONDERWIJSLOGISTIEK MBO

Sector MBO
Doelgroep Onderwijsmanager, -ontwerper, – ondersteuner, informatiemanagement, plannen en roosteren, docent en ook studenten
Vertrekpunt Flexibel en gepersonaliseerd onderwijs in het MBO organiseerbaar maken

Referentiemodel Onderwijslogistiek MBO
Bron: saMBO-ICT (https://www.sambo-ict.nl/referentiemodel/)

Door de komst van meer flexibel en gepersonaliseerd onderwijs in het MBO ontstonden er vragen over onderwijsontwerp. Waar moet rekening mee gehouden worden? En hoe worden vernieuwingen binnen de onderwijsinstelling met elkaar afgestemd? Om deze vragen te beantwoorden creëerden Kennisnet en saMBO-ICT samen het Referentiemodel Onderwijslogistiek in het MBO.

“Met het referentiemodel komt u tot een implementatieplan door de onderdelen daarvan samen op te stellen. Het model biedt helderheid en structuur en houdt de verschillende perspectieven in balans”, wordt er in het artikel van Kennisnet uitgelegd. Het helpt de juiste vraagstukken te identificeren, de actoren in beeld te brengen en de benodigde resultaten te beschrijven volgens saMBO-ICT.

Bij het model hoort ook een spel dat functioneert als gespreksstarter. De belangrijkste regel? Betrek iedereen erbij. Onderwijsmanager, -ontwerper, – ondersteuner, informatiemanagement, plannen en roosteren, docent en studenten: Het beste ontwerp is te realiseren door onderlinge afstemming met de gehele keten.

MODEL 3: TEAMPLAAT ONDERWIJSKWALITEIT (MBO)

Sector MBO
Doelgroep Team managers en onderwijsteams
Vertrekpunt Onderwijsteams helpen bij het inrichten en verbeteren van de kwaliteitsborging van het onderwijs

Teamplaat Onderwijskwaliteit MBO
Bron: Onderwijs en Examinering (https://onderwijsenexaminering.nl/kwaliteit/digitale-teamplaat-onderwijskwaliteit/)

In het MBO is het aan de onderwijsteams om de kwaliteit van het onderwijs te borgen. Om die kwaliteit zichtbaar te maken is de Teamplaat Onderwijskwaliteit ontwikkeld (Onderwijs & Examinering). Deze plaat bestaat uit tien procesgebieden: de gekleurde tegels in het overzicht. Ieder procesgebied bestaat weer uit een aantal activiteiten die de procesgebieden met elkaar verbinden.

“De platen brengen alle activiteiten in kaart die een onderwijsteam zelf uitvoert of waarmee het indirect te maken heeft. De platen zijn toegankelijk via een openbare website met achtergrondinformatie, handreikingen, voorbeelden, checklists en stappenplannen.”

Niet alleen kunnen onderwijsteams de Teamplaat gebruiken wanneer ze hun huidige kwaliteit van onderwijs zichtbaar willen maken. De Teamplaat kan ook gebruikt worden wanneer onderwijsteams opleidingen willen vernieuwen. Ook voor teams die aan de slag willen met maatwerk of leven lang ontwikkelen geven de platen inzicht in de activiteiten die hierdoor geraakt worden.

MODEL 4: TRIPLE A-ARCHITECTUUR (MBO)

Sector MBO
Doelgroep Medewerkers van MBO-instellingen die zich richten op Informatiearchitectuur en informatiemanagement
Vertrekpunt Zichtbaar maken wat de eisen aan ICT-systemen in het onderwijsproces zijn

Triple A architectuur
Bron: Triple A saMBO-ICT (https://triplea.sambo-ict.nl/wiki/index.php/Onderwijsprocesmodel)

De vraag naar flexibel, betaalbaar en goed georganiseerd onderwijs groeit waardoor ICT-systemen niet altijd meer voldoen (Wat is Triple A, video). Aan welke eisen ICT-systemen dan wel moeten (gaan) voldoen is echter niet altijd duidelijk. Met behulp van het referentiemodel “Triple A” kan informatiemanagement van een onderwijsinstelling deze nieuwe eisen in kaart brengen. 

Aan de basis van Triple A ligt bovenstaand onderwijsprocesmodel (saMBO-ICT). Dat model laat het algemene proces zien dat een student doorloopt bij een onderwijsinstelling. De processen zijn gegroepeerd onder administratieve ondersteuning, voorbereiding van het onderwijs, het onderwijs, en het onderwijsaanbod. Ieder proces is te vertalen naar een kernsysteem met ICT functionaliteiten. Per proces kan informatiemanagement met de encyclopedie van Triple A beoordelen aan welke eisen de ICT-systemen moeten voldoen. 

MODEL 5: REFERENTIEMODEL ONDERWIJSLOGISTIEK (HO)

Sector HO
Doelgroep Medewerkers van HO-instellingen die in hun werk te maken hebben met onderwijsflexibilisering
Vertrekpunt Flexibel onderwijs vanuit de behoefte van de student in het HO organiseerbaar maken

Referentiemodel Onderwijslogistiek HO
Bron: SURF (https://www.surf.nl/referentiemodel-onderwijslogistiek-voor-flexibel-onderwijs)

Een van de 8 ‘zones’ van het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT is flexibilisering van het onderwijs. Met flexibilisering stellen onderwijsorganisaties de behoefte van de student centraal bij het ontwerpen van onderwijs. Een mooi doel, maar de trend zorgde in het hoger onderwijs wel voor veel vragen rondom de organiseerbaarheid ervan. Daarom ontwikkelde SURF een referentiemodel voor flexibel onderwijs dat ze definiëren als:

“Een hulpmiddel om inzicht te krijgen in de samenhang tussen onderwijs en onderwijslogistieke processen op verschillende niveaus bij flexibel onderwijs.” (bron)

KWADRANTEN

Het model gaat ervan uit dat onderwijslogistiek voor flexibel onderwijs betrekking heeft op:
 

  • Onderwijsuitvoering in de dagelijkse praktijk
  • Ontwerp van het onderwijs
  • Expliciteren van uitgangspunt(en) voor het ontwerp van onderwijs
  • Strategische keuzes voor flexibilisering op bestuurlijk niveau

Deze vier punten (of kwadranten) vormen de basis van het referentiemodel. Ieder kwadrant bestaat uit drie aspecten die genoteerd zijn als vraag. Zo werkt het referentiemodel niet alleen als instrument dat inzicht geeft, maar ook als puzzel of spel waarmee in groepen kan worden gediscussieerd over wat van toepassing is binnen een onderwijsinstelling. 

MODEL 6: HORA (HO)

Sector HO
Doelgroep Medewerkers van HO-instellingen die zich richten op Informatiearchitectuur en informatiemanagement
Vertrekpunt Inzichtelijk maken van informatievoorziening van instellingen voor hoger onderwijs

HORA2
Bron: HORA2 Wiki (https://hora2.surf.nl/index.php/Hoofdpagina)

De informatievoorziening van instellingen voor hoger onderwijs wordt steeds complexer (SURF). Dat komt door ontwikkelingen als toenemende instellingsoverstijgende samenwerking, digitalisering van processen, en aangescherpte eisen aan informatieverwerking. Met behulp van een referentiemodel is het mogelijk om onderwijsinstellingen te helpen “bij het beheersen van risico’s in de informatievoorziening en het creëren van de noodzakelijk samenhang en kwaliteit” (SURF). 

Daar ontwikkelde SURF het referentiemodel HORA voor. HORA is een afkorting voor Hoger Onderwijs Referentie Architectuur. SURF: “Ze beschrijft een HO-instelling op een niveau waarop het onafhankelijk is van instellingsspecifieke keuzes. Ze kan door HO-instellingen gebruikt worden als spiegel voor de eigen organisatie-inrichting en informatiehuishouding. De focus van de HORA ligt op informatievoorziening; het geheel van mensen, middelen en maatregelen gericht op de informatiebehoefte van die organisatie. De HORA geeft richting maar de instellingen kunnen zelf bepalen hoe ze deze richting vertalen in een eigen inrichting.”

ONTWIKKELINGEN IN REFERENTIEMODELLEN

Doordat het onderwijs altijd in ontwikkeling is zijn referentiemodellen ook aan verandering onderhevig. Zoals geschreven over de HORA gebruiken onderwijsinstellingen referentiemodellen als een spiegel voor de eigen organisatie-inrichting. Het beeld in de spiegel verandert mee met de veranderingen in het onderwijs.

ROUTE 21

Een ontwikkeling die het vermelden waard is, is Route 21 (MBO). Het eindpunt van Route21 is een nieuwe referentiearchitectuur die de komende 10 jaar gebruikt kan worden. Het vervangt de bestaande, inmiddels 10 jaar oude, Triple-A-architectuur en de Teamplaat Onderwijskwaliteit. Ontwikkelingen in het beroepsonderwijs, ervaringen met leveranciers en de toenemende behoefte aan collectieve oplossingen, maken dat een nieuw referentiemodel nodig is.

Doel is dat deze nieuwe referentiearchitectuur de kern vormt die door middel van verschillende views door alle doelgroepen binnen een school kan worden gebruikt. Bij het ontwikkelen van de nieuwe referentiemodellen wordt naar aansluiting op, en hergebruik uit aanverwante onderwijssectoren gekeken. Een belangrijke inspiratiebron vormt het HO, dat de referentiearchitectuur HORA ontwikkelde. Op de meeste recente saMBO ICT Conferentie kwam dit ook ter sprake (40e saMBO-ICT Conferentie).

Dit artikel verscheen eerder deze maand op onze website: https://www.educator.eu/6x-uitgelegd-referentiemodellen-in-het-onderwij…

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties