Kansen en dilemma’s online proctoring na corona – Highlights uit het webinar van 26 maart

Op vrijdag 26 maart organiseerde de Vraagbaak Online Onderwijs met de SURF Special Interest Group (SIG) Digitaal toetsen en de Werkgroep Toetsen op afstand het webinar ‘Online proctoring na corona – de laatste ontwikkelingen’. Het webinar ging over in welke vorm online proctoring ingezet kan worden na corona en welke dilemma’s daarbij spelen. Dit zijn de highlights.

Tot een jaar geleden werd online proctoring nog maar nauwelijks ingezet. Maar met de uitbraak van corona werd het op grote schaal en zeer snel ingevoerd. De studievoortgang en de waarde van het diploma kon gewaarborgd blijven en grote werkdruk bij docenten werd voorkomen. Maar wat zijn de kansen voor online proctoring na corona, als studenten ook weer gewoon naar de campus kunnen komen?

Opname en verslag van het webinar

In dit webinar schets Silvester Draaijer (Vrije Universiteit Amsterdam en SIG Digitaal Toetsen) de toekomstscenario’s voor online proctoring. Ineke Litjens (Technische Universiteit Eindhoven) en Robbie Nijsse (Erasmus Universiteit Rotterdam) reageren daarop en delen hun eigen ervaring. De twee instellingen zetten online proctoring verschillend in. Sharon Klinkenberg (Universiteit van Amsterdam, SIG Digitaal Toetsen en Versnellingsplan Onderwijs met ICT) host de bijeenkomst.

Bekijk hieronder de video van het webinar

Recente ontwikkelingen online proctoring

Silvester Draaijer is Programmamanager VU Network for Teaching and Learning aan de Vrije Universiteit Amsterdam en lid van de SIG Digitaal Toetsen van SURF. Hij blikt terug op een jaar online proctoring. Vanaf maart 2020 ging de discussie vooral over privacy. Er zijn veel maatregelen getroffen om te kunnen voldoen aan de AVG wet- en regelgeving. Meer recent ziet Silvester deze ontwikkelingen:
 

  • De werklast van de examencommissies is toegenomen.
    Ze moeten nu vaak interpretaties geven van (beschrijvingen van) beelden die niet kristalhelder weergeven wat een student doet.
  • Er worden meer gevallen van fraude gemeld.
    Denk aan fraude met Whatsapp, briefjes op de muur of met een oortje.
  • Een roep om afschaling vanuit studenten en de politiek.
    Dit heeft voor een deel ook met de negatieve framing van online proctoring te maken denkt Silvester. Studenten worden op dit moment min of meer ‘gedwongen’ om toetsen met online proctoring af te leggen. (Voor studenten met reële bezwaren is wel een plek op de campus). Daardoor wordt meer gesproken over de nadelen en minder over voordelen zoals studievoortgang borgen of veiligheid tijdens corona.

Drie toekomstscenario’s voor online proctoring

Silvester ziet grofweg drie scenario’s voor online proctoring na corona:
 

  1. Volledig afschaffen.
    Terug naar alle toetsen op de campus en op papier.
  2. Een beperkte implementatie en gebruik van online proctoring.
    Alleen toepassen voor internationale en exchange studenten, professionele sporters en studenten met een functiebeperking.
  3. Grootschalig gebruik online proctoring online en/of op de campus.

Silvester ziet kansen voor online proctoring in de toekomst. Met een grootschalige inzet kunnen we inspelen op de toegenomen vraag naar digitaal toetsen, uiteindelijk kosten besparen en studenten meer keuzevrijheid bieden, geeft hij aan.

Met welke dilemma's heb je dan te maken?

Dilemma één: Meer of minder toezicht (data verzamelen)

Aan de hand van het keuzemodel voor toetsafname uit de whitepaper over online proctoring van de SIG Digitaal toetsen (p.42), legt Silvester uit wat de afgelopen periode is gebeurd.

Keuzemodel toetsafname van de SIG Digitaal toetsen
Keuzemodel toetsafname van de SIG Digitaal toetsen

Hoe meer je naar rechts beweegt in dit model, hoe groter het belang van het toetsresultaat en hoe verder naar beneden, hoe hoger het risico op fraude. Tijdens corona zijn onderwijsinstellingen noodgedwongen tentamens gaan afnemen met online proctoring. En om de privacy impact te beperken, is minder controle en dataverzameling ingezet dan dit model adviseert.

Examencommissies stellen nu meer bewijsmogelijkheden nodig te hebben om fraude goed vast te kunnen stellen. Denk daarbij aan het inzetten van een tweede camera, live toezicht en meer grip op wat op de computer van studenten gebeurt (zoals het gebruik van ongeoorloofde programma’s). Studenten eisen daarentegen dat ze juist minder toezicht willen om de impact op hun privacy te beperken. Hoe kun je deze twee wensen gelijktijdig dienen?

Dilemma twee: De juridische grondslag voor online proctoring

Straks na corona zal juridische grondslag ‘Gerechtvaardigd belang’ niet meer gelden. Silvester ziet twee alternatieven:
 

  • Juridische grondslag wordt ‘Toestemming’. Je geeft studenten vrijheid om zelf te kiezen waar ze de toets afleggen: thuis met online proctoring of op de campus zonder online proctoring. Maar thuis vindt wel meer toezicht plaats (wordt meer data verzameld) dan nu, om beter te borgen dat er geen fraude plaatsvindt. Op de campus vindt geen online proctoring plaats, maar fysieke surveillance. Deze optie brengt voor de organisatie een complexere logistiek en meer kans op fouten met zich mee.
  • Juridische grondslag wordt ‘Algemeen belang’. Ook hier geef je studenten vrijheid om zelf te kiezen waar ze de toets afleggen. Thuis of op de campus. En wordt thuis dus meer data verzameld dan nu om fraude te voorkomen. Tegelijkertijd zet je op de campus óók proctoring in. Een argument om te onderbouwen dat je dat als instelling mag doen, is dat proctoring op de campus minder privacy-impact heeft. Er wordt geen data van de huisomgeving van studenten verzameld, één van de belangrijkste bezwaren van studenten.
     

Hoe gaan instellingen nu om met deze dilemma's?

Ervaring inzet tweede camera Erasmus Universiteit Rotterdam

Robbie Nijsse is Projectleider digitaal toetsen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De Erasmus Universiteit startte in oktober 2020 een pilot met een tweede camera. Doel: de examencommissie een beter beeld geven om fraude aan te kunnen tonen.

Eind november 2020 werd duidelijk werd dat de huidige proctoring niet voldoende waterdicht was naar de mening van de examencommissies van de Erasmus Universiteit. Ze deden onderzoek naar aanvullende manieren om fraude te voorkomen en op te sporen. Aanpassingen in de digitale toetssoftware was een optie, maar dat deden ze al door bijvoorbeeld toetsvragen te randomiseren. En maatregelen als het aanbieden van een laptop van de universiteit of software installeren op de laptops van studenten, bleken andere en grotere nadelen te kennen dan het inzetten van de tweede camera. Sinds februari 2021 voert de universiteit daarom op grote schaal pilots uit met de inzet van een tweede camera.

Binnenkort wordt dit uitgebreid geëvalueerd. Robbie deelt de eerste bevindingen:  

  • Examencommissies hebben zeker een beter beeld met twee camera’s.
    Of het uiteindelijk leidt tot minder fraude, is straks lastig te meten. Extra controle kan ook minder pogingen met zich meebrengen (het heeft een sterkere preventieve werking).
  • Studenten reageren wisselend en moeten wennen
    In het proces wordt continue geëvalueerd met studenten. Ze reageren wisselend op de tweede camera. Een deel heeft begrip (blij dat de tentamens doorgaan), een deel geeft aan dat het leidt tot extra stress en een beperkter deel is er blij mee.
  • Goede communicatie is heel belangrijk
    Vooral de eerste keer de tweede camera instellen is lastig en stressvol. Extra communicatie is essentieel gebleken om studenten hierbij goed te ondersteunen.

Via de chat komt de vraag wat ze doen als één van de camera’s faalt. Robbie geeft aan dat ze dit per geval goed bekijken. Was de camera de hele tijd uit, of een deel van een tentamen, dat maakt een verschil.

Kleinschalig inzetten aan de Technische Universiteit Eindhoven

Ineke Litjens is Data Coördinator aan de Technische Universiteit (TU) Eindhoven. Hoe gaan zij om met uitdagingen als  juridische grondslag en toezicht?

Keuze voor grondslag Algemeen belang
Aan de TU wordt op dit moment online proctoring ingezet vanuit de juridische grondslag ‘Algemeen belang’. Want wij hebben de wettelijke taak om goed onderwijs te geven, legt Ineke uit. Eerder gebruikte de instelling wel de grondslag Gerechtvaardigd belang. Maar de Autoriteit persoonsgegevens zegt dat overheidsinstellingen bij het uitvoeren van een wettelijke taak daar in principe geen beroep op mogen doen en dus is het aangepast. De inzet van proctoring ziet de TU daarbij als een wettelijke taak.

Geen tweede camera
De TU Eindhoven maakt geen gebruik van een tweede camera en is dat ook niet van plan. Sterker nog, de TU Eindhoven kiest ervoor om vanaf het derde kwartaal 2021 weer zoveel mogelijk op de campus te gaan organiseren en online proctoring alleen in te zetten bij de tentamens waar absoluut geen alternatief is. Het aantal verwachte tentamens met proctoring is nu al aan het afnemen. Was dat eerder 25%, is dat nu tussen de 10% tot 15%.

Nadenken over grondslag Toestemming
De TU geeft studenten nu wel altijd de optie om een tentamen thuis met online proctoring te doen, als ze zich vanwege gezondheidsoverwegingen niet veilig voelen op de campus. En dat deel willen we blijven handhaven in de toekomst, vertelt Ineke.

De universiteit wil studenten die bijvoorbeeld een deel van hun studie in het buitenland doen, een been hebben gebroken of door een staking niet naar de campus kunnen komen, ook online proctoring aanbieden. Dan moet je kijken naar de grondslag ‘Toestemming’. Maar die grondslag is veel minder stabiel dan ‘Algemeen belang’. Het is puur gebaseerd op de toestemming van de student. Een student heeft het recht om de toestemming voor online proctoring altijd weer in te trekken. Als instelling ben je dan verplicht het tentamen ook op de campus aan te bieden. Daar moet nog goed over nagedacht worden. Bijvoorbeeld over de termijn waarbinnen een student zijn voorkeur door kan geven.

Het inzetten van online proctoring op de campus heeft op dit moment nog niet de voorkeur bij de TU Eindhoven. Mede omdat ze op dit moment tevreden zijn over hun eigen ontwikkelde techniek voor online toetsen op de campus.
 

Tentamens zijn één onderdeel van het palet

Tot slot komt nog de vraag aan bod: kijken we wel voldoende naar totale plaatje van toetsen? Er zijn veel alternatieven denkbaar, bijvoorbeeld door veel meer met opdrachten te werken of take-home-examens. Silvester geeft aan dat tentamineren inderdaad maar één onderdeel van het palet is, maar wel een blijvend en belangrijk onderdeel. En het gaat daarbij vaak om grote groepen studenten en dat is een enorme operatie die je moet klaren. Dus het is zeer verdedigbaar om daar goed over te blijven nadenken en innovaties in door te voeren.

Sharon vult aan dat het ook altijd te maken heeft met wat je wilt toetsen. Hij ziet nog wel een belangrijke rol voor tentamens in de toekomst. Juist omdat de correlatie tussen formatieve toetsen en summatieve toetsen niet zo heel hoog is. Robbie en zijn collega’s horen vanuit studenten ook de vraag naar alternatieven. Hij vindt dat een terechte vraag en hij vindt dat we naast deze ontwikkelingen die discussie ook moeten blijven voeren.

 

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties