Resultaat van de inventarisatie RIS initiatieven

In mei hebben we bij de hogescholen uitgevraagd wie er bezig zijn met het ontwikkelen/uitbouwen van een RIS (Research Information System) of RIS-modules. Met deze uitvraag proberen we beter inzicht te krijgen in de stand van zaken en kunnen we kijken waar de parallellen liggen en waar hogescholen gezamenlijk in kunnen optrekken.  De resultaten van de uitvraag worden in deze blog kort beschreven.   

Introductie 

Zoals we gezien hebben tijdens de bijeenkomst op 28 maart 'Onderzoeksinformatie in het hbo', is de urgentie voor een RIS of RIS-modules groot. Er is grote behoefte om informatie over onderzoek zorgvuldig te registreren en daarom hebben een aantal hogescholen het heft in eigen handen genomen om zelf iets te bouwen. Dit kan een low-code oplossing zijn voor het beheren van bepaalde gegevens (bijv. registratie van onderzoekers) of een dashboard waar gegevens uit verschillende bronnen bij elkaar komen. 

Resultaten 

De volgende negen hogescholen hebben gereageerd op de oproep: Van Hall Larenstein, Avans, Saxion, Windesheim, HKU, Fontys, HU, Artez, NHL Stenden.   

Er zijn uiteraard verschillen tussen de fasen waarin de hogescholen zitten, een aantal zijn zich aan het oriënteren of staan aan de start van het project, anderen zijn aan het bouwen en nog weer anderen hebben al een oplossing gebouwd en zijn deze door aan het ontwikkelen.  

  • Oriënterende hogescholen: Artez, Windesheim, NHL Stenden 

  • Bouwplan: Fontys, Saxion 

  • Applicatie aan het bouwen: Van Hall Larenstein (projectadministratie), HU (pre-RIS applicatie)  

  • RIS+ aan het bouwen: Avans (digitaliseren van de hele onderzoekscyclus) 

  • RIS in gebruik en door aan het ontwikkelen: HKU   

We zien een aantal thema’s terugkomen in de antwoorden van de hogescholen. Zo zijn zowel Van Hall Larenstein als HKU bezig met een systeem waarin projecten centraal staan (al dan niet met de mogelijkheid om ook output van projecten te registreren). Bij Van Hall Larenstein lijkt de focus meer te liggen op administratie terwijl het systeem van HKU ook bijdraagt aan vindbaarheid van onderzoek.  

HU: “Je kan een RIS in stukken opbreken, maar dan heb je als basis afspraken over metadata nodig.”  

Ook zien we een aantal overeenkomsten wat betreft struikelblokken. Deze zijn met name rondom besluitvorming en het vinden van een optimale workflow. Zowel Van Hall Larenstein en Saxion benoemen trage besluitvorming als een obstakel en ook het ontbreken van kennis op het gebied van IT zorgt voor vertraging.  

Avans: “Het is momenteel onze uitdaging om over alle onderzoekseenheden heen een eenduidig, en waar mogelijk gestandaardiseerd, onderzoeksproces aan te bieden in het platform, wat nog wel voldoende flexibiliteit biedt zodat het voor alle onderzoekseenheden werkbaar is.” 

Conclusie 

We zien dat alle negen hogescholen bezig zijn met het optimaliseren en digitaliseren van de werkprocessen rondom onderzoeksinformatie. Toch zien we dat er weinig samenwerking is tussen de hogescholen, er wordt wel informatie uitgewisseld maar oplossingen worden uiteindelijk alleen binnen de eigen hogeschool gebruikt. In het project Onderzoeksinformatie in het hbo zullen we inzetten op meer samenwerking, zodat niet elke hogeschool voor zich het wiel moet uitvinden. Zo worden er in de webinar series ‘best practices’ uitgewisseld en werken we in samenwerking met het DCC-PO aan de volgende stap voor gezamenlijke inkoop/ontwikkeling.  

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties

Gerelateerde artikelen