Charlotte Meijer
Als onderwijsadviseur aan de Vrije Universiteit help ik docenten hun… Meer over Charlotte Meijer
Met de komst van de Digitaliseringsimpuls Onderwijs is het Center for Teaching and Learning (CTL) een hot topic. Elke instelling in het mbo, hbo en wo zal binnenkort een CTL hebben. Hier kunnen docenten terecht voor advies en training over het (her)vormen van hun onderwijs. Ook fungeren zij als schakel tussen de instelling, andere CTL’s en nationale onderwijsinitiatieven en -samenwerkingen. Erg belangrijk dus, maar tegelijk is er nog weinig bekend over CTL’s. Er is behoefte aan meer kennis en ervaringen. Diezelfde behoefte viel me drie jaar geleden ook op en daarom besloot ik het als onderwerp voor mijn masterthese te kiezen. Om de discussie op gang te helpen, zet ik in dit artikel een aantal belangrijke bevindingen uit mijn scriptie uiteen.
CTL’s verschillen per instelling en een one size fits all-model bestaat niet. Dat is maar goed ook, want de cultuur en structuur verschilt ook per instelling: wat bij de ene instelling werkt, hoeft niet bij de andere te werken. Daarom kunnen CTL’s zich het beste aanpassen aan de behoeften van hun instelling, docenten en studenten. Desalniettemin zijn er een aantal functies aan te wijzen waar de meeste CTL’s zich in herkennen:
Nu we weten waar de meeste CTL’s zich mee bezighouden, is een belangrijke vervolgvraag wat een CTL nou tot een succes maakt. Ik heb de literatuur bestudeerd en er lijkt consensus te zijn over de volgende tien succesfactoren. Ik zal ze alle tien kort toelichten:
1. Missie en visie aansluitend bij de instelling
Instellingen profileren zich door een missie kenbaar te maken waar studenten en personeel zich in herkennen en op afkomen. Een CTL doet er verstandig aan daarbij aan te sluiten. Zo draagt het CTL bij aan het realiseren van de doelen van de instelling en herkennen de gebruikers zich in de missie en visie van het CTL. Alle producten en services die het CTL aanbiedt, moeten op de één of andere manier bijdragen aan de realisatie van de missie en visie van het CTL.
2. Steun van de leidinggevenden van de instelling
Een CTL moet de steun hebben van de leidinggevenden van de instelling. Deze steun kan een leidinggevende bieden door een hoge standaard en waardering uit te dragen voor leren en doceren en door een actieve rol te spelen in het creëren van positiviteit rondom lesgeven. Door dit te doen kan een leidinggevende de betrokkenheid van docenten bij het CTL bevorderen.
3. Aansluiting op de behoeften van docenten
Een CTL kan nog zulke goede producten en services leveren, maar als deze niet aansluiten bij de behoeften van docenten, zal er geen gebruik van worden gemaakt. Daarbij zijn CTL’s het meest effectief wanneer zij positief reageren op de verzoeken en openingen die op hen afkomen, omdat ze dan op één lijn zitten met de initiatieven vanuit andere delen van de instelling. Snel reageren is ook van belang het enthousiasme te behouden.
4. Samenbrengen van docenten
CTL’s hebben de kracht om docenten van alle verschillende opleidingen en faculteiten bijeen te brengen. Door dit te doen, kunnen CTL’s het gevoel van collegialiteit en verbondenheid en het bouwen van communities een sterke impuls geven. Dit brengt een opwaartse beweging op gang waar de docent meer met collega’s converseert, wat weer tot gevolg heeft dat de docent zich meer op zijn of haar gemak voelt, wat ervoor zorgt dat de docent weer meer contact met collega’s zoekt. Hoe meer docenten met elkaar in contact staan, hoe vaker ze goede lesmethoden met elkaar bespreken en met elkaar gaan samenwerken. Dat heeft positieve effecten op het onderwijs.
5. Goede zichtbaarheid
Als docenten niet van het CTL en wat het aanbiedt afweten, dan is er niemand die er gebruik van maakt, ongeacht de goede producten en services die worden aangeboden. CTL’s zijn een relatief nieuw fenomeen en worden daardoor nog niet erkend als integraal onderdeel van de identiteit van de instelling. Te vaak worden CTL’s beschreven als behulpzaam, maar afstandelijk, onbekend, moeilijk te vinden en gelegen aan de uiteinden van een campus. Hierdoor kennen veel docenten het CTL en wat het doet niet.
6. Goede reputatie
Een CTL moet een goede reputatie opbouwen. Door constant de waarde van een CTL te bewijzen, krijgt een CTL een goede naam op de campus en weten docenten dat ze hier moeten zijn om hun onderwijs een boost te geven. Hoe meer de invloed van een CTL groeit, hoe makkelijker het wordt om doelen te behalen. Op de campus vindt een vicieuze cirkel plaats: als het respect van een CTL toeneemt, is het makkelijker om nieuwe strategische doelen te bereiken. En wanneer die nieuwe doelen bereikt zijn, wint een CTL weer meer respect.
7. Aangaan van samenwerkingsverbanden
Een universiteit bevat veel eenheden die zich bezighouden met het verbeteren van onderwijs en het ondersteunen van docenten. Vaak houden deze eenheden zich met zaken bezig die overlappen met die van andere eenheden, zoals de digitalisering van het onderwijs. Door samen te werken kunnen alle eenheden beter werk afleveren. Daarnaast ontstaat meer focus en cohesie binnen de instelling, wat de impact maximaliseert.
8. Gevoel van eigenaarschap docenten
Onderwijsinnovatieprogramma’s zijn het meest effectief wanneer docenten sterk eigenaarschap voelen. Het gevoel van eigenaarschap onder docenten leidt ertoe dat docenten zich betrokken voelen bij en verantwoordelijk voelen voor het programma. Daarbij zullen zij sneller geneigd zijn collega’s te inspireren om hetzelfde te doen. Ontwikkel onderwijsinnovatieprogramma’s dus niet alleen, maar werk samen met docenten.
9. Leiderschap van het CTL
Het is essentieel om een individu te hebben die de visie, betrokkenheid, tijd en energie heeft om het voortouw te nemen in het creëren, ontwikkelen, onderhouden en evalueren van producten en services van het CTL. Docenten bellen namelijk vaak een persoon, niet een kantoor. Deze persoon moet zichtbaar en toegankelijk zijn, want deze persoon is het visitekaartje van het CTL.
10. Regelmatig evalueren en reflecteren
Door evaluatiedata te verzamelen en op te nemen in een rapport, kan een CTL aantonen dat het daadwerkelijk doet wat het tracht te doen. Leidinggevenden willen deze verantwoording zien om te besluiten of het CTL nog bestaansrecht heeft of uitbreiding verdient. Daarnaast geeft evaluatie inzicht in het eigen functioneren: worden de beoogde doelen behaald? Zit het CTL op de goede koers voor het behalen van de missie? Op deze manier is reflectie mogelijk en kan tijdig van koers veranderd worden.
Als onderwijsadviseur aan de Vrije Universiteit help ik docenten hun… Meer over Charlotte Meijer
Dit artikel heeft 1 reactie
Als lid van SURF Communities kun je in gesprek gaan met andere leden. Deel jouw eigen ervaringen, vertel iets vanuit je vakgebied of stel vragen.
Goed verhaal, alleen het gebruik van Vicieuze cirkel is denk ik in het stukje over 'Goede reputatie' niet helemaal op z'n plek. Het woord vicieus wordt altijd gebruikt als er sprake is van een negatief gevolg ;-) en een goede reputatie is natuurlijk juist positief! :)
1 Praat mee