Anneke de Maat
Voor de website Vraagbaak Online Onderwijs schrijf en redigeer ik artikelen… Meer over Anneke de Maat

Stel je voor: een opleiding zonder lessen, zonder tentamens en zonder cijfers...! Werkt dat echt? Jazeker! In het Vraagbaak-webinar over Team Based Leren vertelde opleidingsmanager Gert van Hardeveld over de opleiding Open ICT. Deze opleiding startte in 2019 bij de Hogeschool Utrecht (HU) en is een succes. De uitval is gedaald, de studententevredenheid hoog, en docenten geven hun werkgeluk een 9,3! Hoe is de opleiding opgezet?
Vóór 2019 kampte de ICT-bacheloropleiding van de HU met hoge uitval en lage studententevredenheid. Om hierin verandering te brengen, bedacht de opleiding een geheel nieuwe opzet “los van alle conventies voor hogeschoolonderwijs”. Nu volgen 350 studenten de opleiding begeleid door in totaal 22 coaches en gildemeesters.
Kernelementen van de opleiding Open ICT zijn: praktijkgericht leren, de regie bij de student, kort cyclisch leren, en kennis vergaren in actie. Studenten werken in teams aan opdrachten van echte opdrachtgevers. Elke student heeft een vaste coach die de studenten begeleidt in hun ontwikkeling als individu en als teamlid. Ook is elke student lid van een gilde, waarin studenten - uit verschillende studiejaren - met dezelfde beroepsrol samenkomen. Er zijn bijvoorbeeld gildes voor software developers en UI/UX designers. In die gildes leren studenten onder begeleiding van gildemeesters van elkaar.
Studenten leren altijd samen en in sprints. Gert: “Ze werken altijd in multidisciplinaire teams samen om complete ICT-producten te kunnen maken. Ze leveren samen elke twee weken iets op. Ze moeten achterhalen wat het precieze vraagstuk van de opdrachtgever is, het product bouwen en zorgen dat het veilig is. Ze leren door te doen.”
Tijdens het samen werken aan de opdrachten lopen studenten aan tegen dingen die ze nog niet kunnen. Bijvoorbeeld: programmeren of een user story maken. Die kennis gaan ze dan zelf opzoeken op internet en via AI. Daarnaast leren ze doordat ze veel feedback krijgen en daar zelf om moeten vragen. Gert: “Ze moeten laten zien dat ze op die feedback reflecteren en ervan leren. Dus dat ze door die feedback komen tot betere versies van de producten of hun persoonlijke vaardigheden verbeteren.”
Studenten kunnen kiezen uit vijf beroepsrollen: software development, business management, technisch informatica, gaming, en UX. Het onderwijs van Open ICT is heel wendbaar, aldus Gert. “Studenten kunnen wisselen van beroepsrol. Ze hoeven dan niet helemaal opnieuw te beginnen met de opleiding.”
In het eerste jaar bouwen de studenten in Q1 een studentportfolio website. Hierbij komen alle beroepsrollen aan de orde en ontdekken ze welke rol ze het leukst vinden. In Q2 werken de studenten in een multidisciplinair team - vanuit de rol die ze zelf gekozen hebben - samen aan de casus ‘boerencamping’. Ze moeten een website bouwen waarop bezoekers kunnen reserveren en betalen, legt Gert uit. “En de kampeerders moeten kunnen douchen en de slagboom kunnen openen met een kaartje. Ze mogen alles bedenken als team.” In Q3 en Q4 werken de studenten aan challenges.
Aan het eind van het eerste jaar mogen de studenten solliciteren op echte klantprojecten, waaraan ze dan in het tweede jaar samen gaan werken. In jaar drie en vier werven studenten zelf projecten en stellen ze zelf de teams samen. Ze mogen ook een start-up beginnen.
De opleiding heeft tien vaardigheden (competenties) gedefinieerd waarin studenten zich moeten ontwikkelen. Deze zijn onderverdeeld in:
Gert: “De belangrijkste beroepsvaardigheid die iedereen altijd moeten laten zien is een kwalitatief product maken dat behoort bij jouw beroepsrol.” De ander drie beroepsvaardigheden zijn: kritisch oordelen, de juiste kennis ontwikkelen en overzicht creëren. “Die vier vaardigheden vormen altijd de rubric voor ieder product dat de studenten maken.” Onder sociale en persoonsvormende vaardigheden vallen zaken als: samenwerken, goed kunnen communiceren, plannen, flexibel zijn…”
Artikel gaat verder onder de afbeelding...
De studenten moeten tijdens elke periode van twintig weken feedback vragen op die vaardigheden, licht Gert toe. “Ze kunnen zelfevaluaties doen. En ze kunnen feedback vragen aan hun coach, aan een ouderejaarsstudent of aan hun gildemeester. Die feedback zetten ze met het bewijs in een portfoliosysteem. Daar vragen ze feedback op. Wij houden vervolgens in de gaten wat de student met die feedback doet. We willen zien of ze in staat zijn zich te verbeteren met de verkregen feedback. Op een gegeven moment zegt de student tegen de coach: ‘Ik denk dat ik deze vaardigheid nu op niveau 2 laat zien. Klopt dat? En dan is het een evaluatie waar een waardering aan hangt van een niveau. De gildemeester beoordeelt altijd de beroepsvaardigheden op inhoud. De inhoudelijke en de professionele vaardigheden beoordeelt de coach. Er is geen eindassessment.”
Studenten definiëren zelf ‘learning stories’ en maken een planning. Gert: “Als de planning klaar is, gaan ze samen aan het werk. Ze checken aan het begin en het eind van elke dag in met het team en de coach. Aan het einde van twee weken moeten ze hun eigen deelproductjes laten reviewen door een andere student. Aan het einde van die twee weken kijken ze ook in een retrospective als team terug: wat ging goed en wat kan beter? Dat wordt besproken in het ontwikkelgesprek met de coach en leidt weer tot nieuwe doelen.” Bij de check-in en -out komen vragen aan de orde als: Hoe gemotiveerd ben je vandaag? Wat ga je vandaag doen? Heb je nog een hulpvraag? Wat heb je vandaag gedaan en geleerd? Ook hierin zit dus veel reflectie, aldus Gert.
Artikel gaat verder onder de afbeelding...
Elk team (squad) bestaat uit 5 tot 6 studenten. Drie squads vormen samen een tribe ofwel een leergemeenschap, schetst Gert. “De coach is verantwoordelijk voor de individuele ontwikkeling van de studenten en de teamontwikkeling van die drie teams. De verbondenheid tussen student en docent is hoog. Een coach heeft maar 15 studenten en ziet de studenten elke week. Ook de verbondenheid tussen studenten is hoog. Ze gaan samen op wintersport of naar de Efteling.”
Belangrijke succesfactoren van de opleiding zijn volgens Gert: verbondenheid, autonomie en competent voelen. Studenten mogen zelf veel keuzes maken en kunnen leren in hun eigen tempo. Ook voor docenten is de nieuwe aanpak een succes. Gert: “Docenten geven hun werkgeluk een 9,3. Ik denk dat dat komt omdat ze zo midden in de praktijk aan het werk zijn met studenten. Deze aanpak zorgt ervoor dat ze hun eigen vakkennis scherp houden, want studenten willen altijd met het nieuwste werken.”
Wil je meer weten over de aanpak van de opleiding Open ICT?
Bekijk dan het webinar op YouTube
Lees ook:
- Opleiding OpenICT start pilot met de AI-gestuurde Feedback Companion
Voor de website Vraagbaak Online Onderwijs schrijf en redigeer ik artikelen… Meer over Anneke de Maat
0 Praat mee