“Geef me geen blauwdruk, maar zet eens op een rij hoe onderwijs en wetenschap eruit zouden kúnnen zien.” Dat is wat de minister de projectleider meegaf. Meer dan duizend professionals en andere betrokkenen leverden input via regio-bijeenkomsten, themabijeenkomsten, een internationale meeting, rondetafelgesprekken, persoonlijke interviews, online onderzoek en -enquêtes. Het rapport Vandaag is het 2040 presenteert de opbrengst van die verkenning. Het schetst toekomstige stelsels vanuit drie perspectieven.
Dit zijn de drie stelselperspectieven:
-
Werk, economische ontwikkeling en innovatie: Dit perspectief focust op het economische belang van werk en onderwijs, met nadruk op een goed opgeleide beroepsbevolking, een functionerende arbeidsmarkt, en de ontwikkeling en benutting van menselijk kapitaal voor economische groei.
-
Grote maatschappelijke vraagstukken: Dit perspectief concentreert zich op belangrijke maatschappelijke uitdagingen, met kernwaarden als maatschappelijke verbinding, burgerschap, en civil society. Het benadrukt de rol van onderwijs en wetenschap in het aanpakken van deze vraagstukken.
-
Ontplooiing van individueel talent: Dit perspectief plaatst individuele ontwikkeling en talent centraal, waarbij het onderwijs en de wetenschap de ruimte bieden voor persoonlijke groei en het ontdekken van eigen interesses en capaciteiten
In de toekomstige praktijk van onderwijs en onderzoek zal er sprake zijn van een mengvorm van bovenstaande perspectieven, vertelt projectleider Ton Eimers op de website www.toekomstvanonderwijsenwetenschap.nl. Met dit rapport brengen de auteurs de keuzes én gevolgen daarvan in kaart, zodat politici en beleidsmakers beter gefundeerde beslissingen kunnen nemen.
Wat valt op?
Studenten hebben in 2040, volgens de verkenning, in alle perspectieven meer flexibiliteit in hun onderwijs. De vorm van flexibiliteit, bijvoorbeeld in plaats, tempo of juist onderwijsinhoud en -niveau, verschilt per perspectief. Via modulair onderwijs en deelcertificaten kunnen studenten zich bijvoorbeeld gerichter laten opleiden. Of het wordt gemakkelijker vakken op verschillende niveaus te volgen (een hbo-student kan bijvoorbeeld mbo-vakken volgen en andersom), en de grenzen tussen de onderwijsniveaus zullen minder scherp worden. Tegelijkertijd blijven er vastomlijnde paden mogelijk voor studenten die daaraan behoefte hebben.
Ook het ‘leven lang ontwikkelen’ komt telkens terug in alle perspectieven. “Het uitgangspunt is niet langer dat je klaar bent zodra je je diploma hebt”, legt Eimers uit. “Je blijft altijd leren. De basiskennis en -vaardigheden leer je tijdens je studie, maar ook als je al werkt, blijf je je ontwikkelen. We denken dat dat in de toekomst steeds belangrijker wordt.”
Verschillende rollen
De overheid, onderwijsinstellingen en studenten spelen allemaal een rol binnen het nieuwe onderwijsstelsel. Welke rol dat is, is afhankelijk van de gekozen stelselperspectieven en de heersende maatschappelijke trends.
Overheid
In het eerste en tweede perspectief heeft de overheid een actieve, sturende rol in het onderwijssysteem, inclusief de organisatie van het stelsel en kennisontwikkeling. Daarentegen neemt de overheid in het derde perspectief een meer terughoudende positie in, met weinig sturing en meer ruimte voor zelforganisatie van instellingen, onderzoekers en studenten.
Leven lang ontwikkelen (LLO)
LLO speelt een belangrijke rol in alle perspectieven, maar de benadering verschilt. In het tweede perspectief wordt LLO gezien als een publieke taak met de nadruk op participatie en herintegratie van personen met een afstand tot de maatschappij. In het eerste perspectief ligt de focus op de arbeidsmarkt en employability, met werkgevers die een groot deel van de scholingskosten dragen.
Docenten
De rol van docenten evolueert in elk perspectief. Er wordt meer nadruk gelegd op coachende en begeleidende rollen naast het overdragen van vakinhoudelijke kennis. De behoefte aan professionalisering neemt toe, zowel individueel als in teams.
Studentenperspectief
Studentenwelzijn en talentontwikkeling staan centraal in alle stelselperspectieven. De toegankelijkheid en keuzemogelijkheden voor studenten variëren echter per perspectief, met beperkingen in het eerste perspectief en meer vrijheid in het derde perspectief.
Tot slot: wat zegt het rapport over digitalisering en online onderwijs?
In het rapport wordt gesproken over de kansen en uitdagingen van digitalisering binnen het onderwijs. Er wordt benadrukt dat digitalisering mogelijkheden biedt voor het verbeteren van het onderwijsproces, bijvoorbeeld door de inzet van learning analytics en het aanbieden van interactieve onderwijsvormen zoals hybride onderwijs, serious games en simulaties.
Maar er worden ook bedreigingen genoemd, zoals de toenemende invloed van commerciële partijen in het publieke onderwijs, cybersecurityrisico's van instellingen en individuen, en het mogelijk oneigenlijk gebruik van data van studenten en medewerkers. Deze ontwikkelingen vereisen een doordachte aanpak van digitalisering op zowel bestuurlijk niveau als op het niveau van individuele medewerkers en teams.
Hoe zie jij het onderwijs van de toekomst?
Het rapport beschrijft drie stelselperspectieven voor de toekomst. Wij zijn benieuwd: welk perspectief spreekt jou het meeste aan? Hoe zie jij het onderwijs in 2040? Laat het weten in een reactie hieronder.
0 Praat mee