Wat ben ik blij dat ik me niet door de twijfel heb laten afschrikken, want er was juist heel veel nieuws te horen. Nog steeds veel librarians en open textbooks, maar daarnaast nu ook heel veel over interactief werken, open pedagogy, inclusiviteit, privacy & student analytics, samenwerking met commerciele partijen en sustainability. En het was heel goed hier samen met Surf collega's Kirsten Veelo en Lieke Rensink te zijn en samen ideeen op te doen.
Hieronder de belangrijkste nieuwe inzichten die de conferentie mij gebracht heeft.
1. Terwijl open education in Nederland veel minder belangstelling krijgt dan open access en open science, lijkt het in de VS wel andersom. Iemand suggereerde zelfs dat het misschien een goed idee was als open science mee kon 'liften' onder de paraplu van open education, zodat open science ook wat meer aandacht zou krijgen.
Natuurlijk gaf het publiek tijdens deze conferentie een vertekend beeld, hier lag immers de nadruk op onderwijs. Veel aanwezigen werken bij colleges, de 'hogescholen' van Amerika, en houden zich niet bezig met onderzoek. Toch werd uit mijn gesprekken met diverse collega's wel duidelijk dat ook bij research universities open education breed geaccepteerd en nagestreefd wordt. Het onderwerp leeft, maar er wordt voor de evaluatie van onderzoekers nog volledig gekeken naar impact scores en dus voelen vooral jonge onderzoekers zich niet vrij om OA te publiceren. Het percentage open access publicaties komt bij veel univeresiteiten niet boven de 10 %.
2. De instructional designer heeft een cruciale rol bij het ontwikkelen van Open Educational Resources. Er liepen heel veel instructional designers rond op de conferentie en er werd meermalen verteld dat het ideale team bestaat uit een docent, een librarian en een instructional designer. Dergelijke interdisciplinaire teams worden bij ons wel genoemd, maar bestaan in werkelijkheid nog maar mondjesmaat. Het aantal instructional designers en de vanzelfsprekendheid van hun rol is een groot verschil met de situatie in Nederland.
3. Studenten zijn betrokken bij het onderwerp open education en worden door docenten, instructional designers en librarians gevraagd zich voor OER in te zetten. Er werden meerdere presentaties gegeven waarin verteld werd hoe inzet en lobby van studenten invoering van OER hebben versneld. Daarnaast zijn studenten actief bij het creeren en verbeteren van het beschikbare materiaal.
Op de conferentie liepen meerdere studenten rond, als ingehuurde bloggers en als panellid. Daar vertelden zij hoe zij beslissen over onderwijsmateriaal en of ze dat wel of niet kopen. Ze waren heel enthousiast over OER omdat ze meermaals meemaakten dat ze een textbook van 10 jaar oud voorgeschreven kregen en de OER tenminste actueel was.
4. Open educational resources zijn niet meer alleen 'open' maar ook online, interactief en innovatief. In 2015 schreef ik nog dat de Amerikanen weliswaar heel ver waren met 'open' maar nog ver achter bleven als het ging om innovatief en interactief onderwijsmateriaal. Dat is nu echt veranderd. Er zijn organisaties/not-for-profit bedrijven die werken aan vormgeving en interactieve platforms en er wordt veel aandacht gegeven aan 'open pedagogy' : de idee dat studenten zelf bijdragen aan hun cursus, actief leren en het onderwijsmateriaal verbeteren.
Het open textbook is de dominante vorm waarin OER gepubliceerd worden en bestaat veelal nog in een traditionele vorm: als printbaar boek. Een goed voorbeeld is OpenStax, een boekcreatie platform waarop boeken met herkenbare standaard vormgeving gemaakt kunnen worden die ook als gedrukt boek te bestellen zijn. Die vorm wordt genoemd als voordeel: het is een argument om sceptici over de streep te trekken: juist omdat het er herkenbaar (en ouderwets) uitziet, wekt zo'n boek het vertrouwen van docenten.
Zo'n traditioneel textbook maakt echter geen gebruik van de meerwaarde van digitaal publiceren, het toevoegen van interactiviteiten en meerdere lagen en links. Daarvoor werden nu wel veel mooie voorbeelden getoond. Het invoegen van quizzes wordt door verschillende platforms gefaciliteerd en er waren meer voorbeelden te zien waar op een creatieve manier gebruik werd gemaakt van de mogelijkheden. Interessant zijn de websites/platforms die als 'authoring tool' kunnen worden ingezet en die soort standaard modules en werkvormen aanbieden waarmee docenten een cursus mee kunnen vormgeven. Zie:
- https://openassessments.com
- https://www.oppia.org/splash
- http://twinery.org
- https://h5p.org
- https://www.branchtrack.com
Een vorm van interactie met digitaal leermateriaal is social annotation, onderwerp van meerdere interessante presentaties. Het staat voor het gezamenlijk annoteren van een tekst, bijvoorbeeld door een klas. Dit is mogelijk op verschillende platformen (zoals Perusall) en wordt behalve als handige feature voor studenten ook bij het leerproces ingezet, om gebruik te maken van elkaars opmerkingen en te leren argumenteren.
5. Docenten zijn de ambassadeurs. Op de conferentie waren veel docenten aanwezig die heel actief bezig waren met het maken en gebruiken van OER en open education zo actief promoten. Veel universiteiten hebben geld beschikbaar gesteld voor grands (zoals onze grassroots, waarbij de vergelijking is dat beide om symbolische bedragen gaat) waarmee docenten gestimuleerd worden OER te gaan gebruiken. Ook zijn veel van hen benoemd tot 'OER fellow' of 'OER champion' of werken ze met een andere mooie naam voor een deel van hun tijd aan het verspreiden van het gebruik van OER binnen hun universiteit. Het was duidelijk dat deze benadering succesvol is.
6. Een deel van het verschil tussen de Nederlandse ontwikkelingen en die in de VS is te wijten aan het bestaan en veelvuldig gebruik van het textbook in de VS. Dat is eigenlijk een soort syllabus, helemaal ingedeeld voor en gericht op een specifieke cursus, vergelijkbaar met een middelbare school methode. Deze gebruiken we in Nederland ook, maar meestal slechts als een deel van het lesmateriaal, aangevuld met een boekenlijst met diverse soorten wetenschappelijke publicaties. Omdat het textbook zo'n dominante positie inneemt bij de Amerikaanse studies, is de vervanging door OER eenduidiger: er hoeft alleen een vervangend textbook gemaakt te worden met een open licentie en er hoeft geen literatuurlijst aangemaakt met open access publicaties.
7. De financiële driver voor de uptake van OER is heel belangrijk, maar daarnaast gaat het steeds duidelijker om gelijke kansen op onderwijs. Een mooie milestone werd tijdens de conferentie bekend gemaakt: in vijf jaar is 1 miljard dollar voor studenten bespaard (geen loze kreet, dit is ook echt berekend). Uit de presentatie blijkt echter wel dat die financiële driver zo belangrijk is omdat het gaat om 'equity': het streven naar gelijke kansen voor iedereen. Daarbij wordt verwezen naar veranderingen in de studentenpopulatie. Tegenwoordig gaat het, vooral bij de community colleges, veelal om oudere studenten die een studie naast hun werk doen, en eerste generatie student zijn. Juist deze studenten wil men stimuleren en in staat stellen te studeren en OER is daarbij een belangrijk hulpmiddel.
8. Iedere professional in het onderwijs zou moeten weten waar de 5 R's voor open education voor staan. De aanwezigen op de OpenEd conferentie leken ze allemaal te kunnen opsommen zoals bij ons bekend is waar FAIR voor staat. Het gaat om Retain, Reuse, Revise, Remix en Redistribute. Een heel aansprekend en duidelijk lijstje en hiermee kan helder uitgelegd worden waar het om gaat bij open educational resources: dat het niet genoeg is een textbook of een filmpje ergens op het web te plaatsen, maar dat goede OER voldoet aan deze 5 karakteristieken en van een licentie voorzien is waarmee de 5 R's mogelijk worden. In Nederland hoor ik deze termen nog weinig noemen, misschien iets om meer aandacht aan te besteden?
9. Sustainability van Open Education is een hot issue deze conferentie, maar we weten nog niet hoe we daarvoor kunnen zorgen. Hoe kunnen OER gefacilliteerd worden met een sustainable business model? Hoe zorgen we ervoor dat alle mooie ontwikkelingen en open resources bewaard worden en gebruikt blijven? Het antwoord hierop is nog niet gegeven, maar het is goed om te merken dat de open education community hiermee bezig is. Dit zal zorgen voor meer vertrouwen en meer inzet en gebruik van open leermiddelen, wellicht ook buiten de VS.
10. Librarians hebben een essentiële rol bij het faciliteren van Open Education, maar zij moeten daarin wel getraind worden. Er is duidelijk een nieuwe rol voor bibliotheken ontstaan en ze weten elkaar goed te vinden in de US. Zoals ik vier jaar geleden al geïnspireerd werd, bleek wederom dat librarians een cruciale rol spelen bij de ontwikkeling, promotie en uptake van OER. Dat heeft zich inmiddels ook verder ontwikkeld. SPARC is begonnen met een OER leadership course waarvoor beginnende OER librarians zich kunnen aanmelden. In een cursus van een jaar werkt een groep samen dmv online meetings met cursusmateriaal en webinars, krijgt ieder een mentor en voeren ze een project uit onder begeleiding. Het cohort wordt een groep die elkaar ook daarna nog goed weet te vinden (doet denken aan de Liber leadership course maar dan voor beginners). Dit zou ook een idee zijn voor onze nationale en internationale werkgroep.
0 Praat mee