Lotte Kips
| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen… Meer over Lotte Kips
We gaan de derde coronawinter in. Niemand hoopt dat er opnieuw een lockdown komt en het hoger onderwijs weer online moet plaatsvinden. Maar met de huidige oplopende besmettingen is het niet gek om er wel op voorbereid te zijn. Wetenschappers uit Australië en Oman ontwikkelden een raamwerk voor docentprofessionalisering in het hoger onderwijs, specifiek bedoeld om docenten voor te bereiden op Emergency Remote Teaching (ERT). Een korte samenvatting.
Drie wetenschappers uit Australië en Oman publiceerden eerder dit jaar het artikel ‘Preparing teachers for emergency remote teaching: A professional development framework for teachers in higher education.’ Het hele artikel lees je hier.
Twee vragen stonden in het onderzoek centraal:
De onderzoekers analyseerden relevante literatuur op het gebied van docentprofessionalisering, gepubliceerd tussen 2010 en 2020. Op basis van de literatuur onderscheiden zij vijf thema’s die docentprofessionalisering in het hoger onderwijs (ho) definiëren: social learning, practice-based approaches to learning, delivery modes, design features en institutional support. Deze vijf thema’s hebben de onderzoekers vervolgens ondergebracht in een raamwerk voor docentprofessionalisering in het ho tijdens ERT. Het raamwerk maakt onderscheid tussen twee gebieden/fasen in docentprofessionalisering die onderling verbonden zijn: design (ontwerp) en support (ondersteuning).
Dit zijn de vijf thema’s die samen het raamwerk vormen:
Social learning, oftewel leren van en met elkaar, vindt plaats in sociale interactie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan leergemeenschappen, communities of practice, maar ook een systeem van mentoren, buddies, of peer coaching. Social learning leidt tot verandering in houding, gedrag, normen en praktijken. Daarnaast bevordert het leren van en met elkaar de wederzijdse verstandhoudingen in de groep.
Dit thema spreekt redelijk voor zich: het gaat om praktische en contextrijke benadering van leren. Verder draait het hierbij om een veilig leerklimaat, waarin plaats is voor kritiek en complimenten, en waarin docenten kunnen samenwerken. Hierbij horen ook online leeractiviteiten voor professionele ontwikkeling, en docentenkoppels van een ervaren en minder ervaren docent.
Dit thema gaat over de manier waarop de professionalisering wordt aangeboden. Dat kan face-to-face, maar ook een blended vorm van leren, of volledig online professionalisering. Volgens de onderzoekers beïnvloedt de manier waarop je een professionaliseringsactiviteit aanbiedt de uitkomst ervan. Met andere woorden: wanneer je wil dat er interactie ontstaat, dan zul je een activiteit moeten aanbieden waarin veel interactie mogelijk is.
Opvallend is dat online professionalisering uit de literatuur vaak naar voren kwam. Los van praktische voordelen zoals minder reistijd, biedt online professionalisering deelnemers een veilige omgeving om te reflecteren en discussiëren. En door de professionaliseringsprogramma’s online aan te bieden met de juiste ondersteuning, doen docenten meteen de benodigde vaardigheden en kennis op om zelf online les te geven. Maar het belang van face-to-face activiteiten zien de onderzoekers ook, vooral voor het gevoel van betrokkenheid en voor de binding tussen docenten onderling.
Op basis van de literatuur onderscheiden de onderzoekers drie ontwerpkenmerken van docentprofessionalisering: theoretisch, toegepast en toegespitst op de organisatie zijn. Theoretische programma’s gaan bijvoorbeeld in op huidige trends en ontwikkelingen in onderwijs. Toegepaste professionaliseringsprogramma’s zijn bedoeld voor praktische en didactische onderwijsstrategieën. En professionalisering in de laatste categorie gaat vooral over beleid, richtlijnen en procedures binnen de instelling. Volgens de literatuur bevat een goed professionaliseringsprogramma een mix van alle drie deze thema’s.
Bij dit thema hebben de onderzoekers gekeken naar wat er nodig is voor duurzame professionele ontwikkelingsprogramma’s. Ondersteuning vanuit het management zoals erkenning en waardering is van groot belang, maar ook het realiseren van tijd en middelen zodat docenten daadwerkelijk kunnen deelnemen aan professionalisering. Bij de online programma’s is bovendien praktische, technische ondersteuning belangrijk.
In hun artikel bieden de onderzoekers op basis van de literatuur veel handreikingen aan hogeronderwijsinstellingen, over de opzet en aandachtspunten van professionaliseringsprogramma’s. Verder concluderen zij dat professionaliseringsprogramma’s online moeten worden aangeboden, gebaseerd moeten zijn op social learning en practice-based learning en dat ze moeten passen bij de context en flexibel moeten zijn. Bij de ontwikkeling en implementatie van een professionaliseringsprogramma moeten de twee fasen van ontwerp en ondersteuning (zie figuur) tegelijkertijd worden doorlopen.
Lees ook dit artikel over vormen van effectieve docentprofessionalisering.
Foto door Jason Goodman via Unsplash
| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen… Meer over Lotte Kips
0 Praat mee