Michel Jansen
Ik ben ZZP'er en heb de afgelopen jaren veel voor SURF gewerkt.… Meer over Michel Jansen
“Alles wat gemaakt wordt, moet worden gedeeld. Alles open!” Dat dacht ik toen ik begon als communitymanager bij SURF en ging werken aan het onderwerp open leermaterialen. Want door alles te delen zouden zoveel mogelijk mensen kunnen profiteren van elkaars leermaterialen. Maar in de loop van de tijd kwam ik steeds meer tot de conclusie dat dat genuanceerder ligt.
Open leermaterialen (Open Educational Resources, OER) worden door Martin Weller in dit artikel onderverdeeld in big OER en little OER. Onder big OER verstaat hij leermaterialen die gemaakt zijn met het doel om te delen. Ze komen meestal projectmatig tot stand, zijn voorzien van voorkennis-eisen, leerdoelen en vaak ook een docentenhandleiding. Je kunt denken aan open tekstboeken en series met kennisclips. Ze hebben vaak een uniforme stijl en zijn meestal van hoge kwaliteit. En ook niet onbelangrijk: big OER zijn vertrouwd, omdat ze door mensen uit de eigen community zijn gemaakt, en worden daarom makkelijker hergebruikt.
“Alles wat gemaakt wordt, moet worden gedeeld. Alles open!”
Aan de andere kant staan de little OER, leermaterialen die in eerste instantie zijn gemaakt voor eigen gebruik, niet om te delen. Little OER worden meestal gemaakt door individuele docenten. Ze hebben dus geen vaste stijl, en de kwaliteit ervan is niet gegarandeerd. Dit kan bijvoorbeeld een losse PowerPoint-presentatie of een tekstdocument zijn.
Dit onderscheid in big OER en little OER was een eyeopener voor mij en mijn collega’s bij SURF: we beseften dat je misschien helemaal niet alle materialen die ontwikkeld worden, de wereld in moet gooien. Het is beter om in te zetten op het delen van big OER. Logisch eigenlijk, want die zijn gemáákt om te delen en te hergebruiken.
Dat is dan ook wat we bij SURF doen: docenten helpen om big OER te ontwikkelen en delen. Overigens wil dat niet zeggen dat we vinden dat little OER geen waarde hebben: docenten kunnen little OER informeel delen om elkaar te inspireren of voorbeelden te geven. Big en little OER kunnen elkaar dus goed aanvullen.
Big OER worden typisch in projectverband gemaakt, dus door meerdere docenten die samenwerken rond een thema of vakgebied. We richten ons bij SURF op vakcommunity’s. We helpen ze om aan de slag te gaan met het ontwikkelen van open leermaterialen, en deze beschikbaar te maken via het platform edusources.
Vakcommunity’s willen vaak zelf graag leermaterialen ontwikkelen. Docenten in de community willen hun kennis beschikbaar stellen aan hun vakgenoten. Dus gaan ze samen aan de slag, bijvoorbeeld met het maken van een open tekstboek of een MOOC. Dan blijkt dat daarvoor wel de nodige organisatie nodig is: je moet een indeling van de content bedenken, bepalen wie welk deel voor zijn of haar rekening neemt. Daar moet je afspraken over maken.
Iets waar je niet snel aan denkt als je samen content gaat ontwikkelen, is inspiratie. Je spreekt af wie wat gaat doen, iedereen gaat aan het werk, en dan blijkt dat schrijvers soms inspiratie missen. Want daar zit je dan, alleen achter je bureau. Bij het project Environmental Toxicology bedachten ze hiervoor het concept van schrijfmiddagen: 1 middag per week kwam iedereen bij elkaar om samen aan het project te werken.
Maar er is meer: je wilt een bepaalde kwaliteit leveren, maar hoe bepaal je daarvoor de criteria? Meestal heb je daarvoor binnen je vakcommunity een kernteam nodig waarin verschillende disciplines zijn vertegenwoordigd. In dat team worden kwaliteitseisen bepaald, die vervolgens kunnen worden vastgelegd in een kwaliteitsmodel. Dit model deel je met de auteurs, zodat ze allemaal werken volgens dezelfde eisen. Verder is het handig om een vakvocabulaire te hebben, dat helpt bij het vindbaar maken van de materialen.
Om materialen zo goed mogelijk beschikbaar te stellen aan je doelgroep, heb je een infrastructuur nodig: een repository waar je je content in plaatst, en een website zoals edusources.nl die de materialen vindbaar maakt voor de hele community, of zelfs de hele wereld. Een mooi voorbeeld daarvan is het project AnatomyTOOL, waarmee 4.000 leermaterialen over anatomie beschikbaar zijn gemaakt voor hergebruik.
Er moet dus een heleboel georganiseerd en opgetuigd worden wanneer je als vakcommunity goede open leermaterialen wilt ontwikkelen en delen. SURF biedt hierbij ondersteuning, ook om te zorgen dat vakcommunity’s niet allemaal zelf het wiel hoeven uit te vinden. We bieden een flink aantal stappenplannen, die je bijvoorbeeld helpen zelf leermaterialen te ontwikkelen, maar ook om een vakvocabulaire of een kwaliteitsmodel op te stellen. Of waarmee je leert hoe je een levendige vakcommunity kunt opzetten en onderhouden.
Daarnaast kunnen vakcommunity’s gebruikmaken van onze infrastructuur voor het delen van open leermaterialen, en die materialen beschikbaar stellen via het eerdergenoemde platform edusources. Op dat platform hebben vakcommunity’s zelfs de mogelijkheid een eigen pagina aan te maken.
Wil je nou zelf aan de slag met big OER, bekijk dan eens de stappenplannen die we gemaakt hebben, maar laat je ook inspireren door de voorbeelden die al in de praktijk gebracht zijn. Ook alle projecten uit de stimuleringsregeling Open en online onderwijs, pijler Open Leermaterialen hebben als hoofddoel het samenstellen van een collectie open leermaterialen. En dat is natuurlijk big OER. Heb je vragen of ideeën over big OER, laat het me dan gerust weten via michel.jansen@surf.nl.
Photo’s by Skyestudiosmedia en Nick Fewings on Unsplash
Ik ben ZZP'er en heb de afgelopen jaren veel voor SURF gewerkt.… Meer over Michel Jansen
Dit artikel heeft 3 reacties
Als lid van SURF Communities kun je in gesprek gaan met andere leden. Deel jouw eigen ervaringen, vertel iets vanuit je vakgebied of stel vragen.
Er zijn flink wat reacties op dit blog gekomen. Fijn! Want ik ben graag met collega’s in gesprek, om samen een visie te omarmen, en om mijn eigen gedachten verder aan te scherpen. Een paar onderwerpen kwamen in de verschillende gesprekken naar voren, en die deel ik hier graag als aanvulling op mijn blog.
Focus op big OER, maar ook oog voor little OER
Ik heb de blog geschreven in het kader van de Open Education Week. Bij mijn werkzaamheden rond open leermaterialen helpt deze indeling mij in het gesprek met collega’s en bij het maken van keuzes. Een docent zei laatst: “Mijn PowerPoint’s zijn waardeloos. Het gaat om het verhaal dat ik erbij vertel.”
Ik ben dus afgestapt van mijn streven dat alles wat gemaakt wordt, moet worden gedeeld.
Door in mijn activiteiten zelf te focussen op big OER, zonder little OER uit het oog te verliezen, kan ik meer effect teweegbrengen. In het gesprek met collega’s helpt deze indeling ook.
Waarde van little OER
De waarde die little OER heeft is een beetje ondergesneeuwd in mijn blog. Ook little OER is belangrijk. Het kan voor een individuele docent een mooi begin zijn van een carrière in open delen. Daarom willen we vanuit SURF zeker in gesprek zijn met die docenten en ze ondersteunen. In het Stappenplan Zelf leermateriaal ontwikkelen en open delen kunnen die docenten informatie vinden die hen kan helpen bij het ontwikkelen en open delen van hun eigen leermaterialen. (https://www.surf.nl/stappenplan-zelf-leermateriaal-ontwikkelen-en-open-…) Zij kunnen ook kennis vinden bij SURF en hulp krijgen bij hun eigen instelling.
De speld in de hooiberg
Bij SURF krijgen we vaak de reactie dat er zoveel open leermateriaal beschikbaar is en het een hele zoektocht is om goed materiaal te vinden. Met het ondersteunen van het proces om te komen tot big OER zorgen we er, mijns inziens, voor dat deze materialen gemakkelijker gevonden worden. Kwaliteitsmodellen en keurmerken helpen hierbij.
https://www.surf.nl/starten-met-open-leermaterialen
Blijf little OER delen
Het delen van leermateriaal formeel, zoals bij big OER, maar ook via informele kanalen, zoals bij little OER: je mailt het naar een collega of zet het op een publiek toegankelijke plek op het internet. Bij deze nodig ik docenten ook zeker uit om hier mee door te gaan, juist om elkaar te blijven inspireren.
Contentcuratie op edusources
Op edusources staan gecureerde collecties leermaterialen. Materialen die verband met elkaar hebben en van een zekere kwaliteit zijn. Door dit curatieproces is het mogelijk om ook little OER toe te voegen aan een collectie. Gezamenlijk vormen ze dan big OER.
https://edusources.nl
Krachtige titel
Om te prikkelen heb ik dit in het blog dit krachtig neergezet. En ik heb gekozen voor een krachtige titel: Waarom we bij SURF inzetten op big OER. Een mildere titel was misschien beter geweest maar had minder reacties opgeleverd. En juist deze discussies zorgen ervoor dat wij samen tot meer OER komen!
Dag Michel, Bij het project Samen Delen Verpleegkunde valt ons nu juist op na 5 jaar ervaring: dat little OER beter her te gebruiken is door een ander. In het geval van big OER is dit veel lastiger. Dan is het moeilijker passend te maken voor het eigen curriculum of cultuur. Daarom ligt juist de focus binnen ons project op little OER. Zoals David Wiley ook in zijn The Revisability Paradox (blog) beschrijft. https://opencontent.org/blog/archives/6506
Als antwoord op Dag Michel, Bij het project… door Marja Versantvoort
Goed om te horen, Marja.
Uit je reactie neem ik aan dat jullie inzetten op leermaterialen die klein zijn en multi inzetbaar. Dat geeft flexibiliteit en zorgt voor herbruikbaarheid.
Dat ze klein zijn betekent niet in dat ze vallen onder Little OER. Ik neem aan dat ze voldoen aan de eisen van open leermaterialen en bedoeld zijn om te delen. Daarmee zijn het Big OER. Maar wel klein in omvang.
3 Praat mee