Wat beoogt het platform ook alweer?
Er zijn eindeloos veel educatieve applicaties die docenten kunnen en willen gebruiken bij hun onderwijs. Denk aan applicaties voor communicatie, (peer)feedback, toetsen, inleveren en beoordelen enzovoorts. Ze hebben ook steeds meer applicaties nodig, zeker nu veel onderwijs online of hybride plaatsvindt. Denk bijvoorbeeld aan videoconferencing. Maar welke applicaties zijn nu beschikbaar binnen hun eigen instelling? En wat is er überhaupt op de markt beschikbaar? Wat gebruiken andere instellingen? Daarvan is nu geen helder overzicht. Dat is lastig voor docenten, maar ook voor ondersteunende afdelingen bij de instellingen die docenten adviseren over de didactische toepassing van applicaties. Ook is de potentie van het delen van informatie groot, zoals DPIA’s, dat mogelijk veel (dubbel) werk kan schelen.
Het platform richt zich daarmee op de volgende behoeften:
- Docenten helpen bij het vinden en inzetten van (nieuwe) educatieve applicaties voor het onderwijs
- Instellingen ondersteunen bij het creëren van overzicht op het eigen applicatielandschap
- Ondersteunen bij het delen van kennis, ervaringen en informatie over het gebruik van applicaties binnen het Nederlandse onderwijs
- Als coöperatie samenwerken bij het verzamelen, onderhouden en aanbieden van informatie over educatieve applicaties, zodat de opbouw en uitwisseling van kennis wordt gestimuleerd
- De gezamenlijke inkoopkracht van de coöperatie faciliteren door de gezamenlijke vraag inzichtelijk te maken
Waar zijn we nu mee bezig?
Inmiddels zijn instellingen al een tijdje echt aan de slag met het vullen en testen van het Samenwerkingsplatform Educatieve Applicaties. Instellingen maken gebruik van generieke informatie, denk aan technische, privacy- en securityonderdelen, die door SURF zijn verzameld. Het platform wordt door instellingen aangevuld met informatie over de educatieve applicaties en de toepassing in het onderwijs, zoals contactpersonen binnen instelling voor het gebruik ervan. Daarnaast is ook direct weergegeven of de applicatie toegestaan is binnen een instelling of welk alternatief er anders gebruikt kan worden.
Medewerkers kunnen nu dus gebruik maken van het platform tijdens deze pilot. De pilot ronden we begin juli 2024 af. Hierbij evalueren we de ervaringen van diverse betrokken rollen, zoals informatiemanagers en docenten.
Deelnemende instellingen
De pilot loopt momenteel bij negen instellingen: Erasmus Universiteit Rotterdam, Fontys Hogescholen, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Inholland, Hogeschool Leiden, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), HZ University of Applied Sciences, Saxion en Universiteit Twente. Als deelnemende instelling kun je inloggen en gebruik maken van het platform. Heb je vragen? Mail dan naar spea@surf.nl.
Wat kunnen jullie straks verwachten?
Op basis van de resultaten uit de pilot bekijken we samen met leden of we het platform doorontwikkelen tot dienst. De evaluatie wordt bovendien gedeeld door middel van een eindverslag, beschikbaar voor iedereen. Om tot een besluit te komen of dit tot een dienst wordt gemaakt wordt het zogenaamde LCPM-proces van SURF aangehouden. Hierin spelen de leden van SURF een primaire rol en moet er voldoende draagvlak zijn om het platform tot dienst te ontwikkelen. Het eindverslag is de basis voor de vervolggesprekken. Ondertussen wordt er gepraat met diverse stakeholders, waaronder ook organisaties zoals Kennisnet en MBO Digitaal. Bij die organisaties leven dezelfde behoeften m.b.t. het verzamelen van informatie over applicaties. Kortom, of het tot een dienst wordt gemaakt is nog onzeker.
Interesse?
Wil je meer informatie, of wil je het eindrapport ontvangen zodra deze is gepubliceerd? Neem dan contact op via spea@surf.nl, dan plaatsen we je op de nieuwsbrieflijst. Dit mailadres dient als ons centrale contactpunt voor alle bijdragen aan deze pilot.
Verder lezen
0 Praat mee