Regie pakken op de continue doorontwikkeling van de digitale leeromgeving

ICT in het onderwijs wordt steeds belangrijker en de digitale leeromgeving is inmiddels uitgegroeid tot een conglomeraat van allerlei educatieve applicaties en systemen. Toch is de ambitie van elke MBO-instelling, hogeschool en universiteit om de leeromgeving overzichtelijk te houden, gebruiksvriendelijk in te richten en daarbij studenten en docenten een optimale informatievoorziening te bieden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.  

Het besef is inmiddels wel ingedaald dat de digitale leeromgeving nooit af zal zijn en dat het voortdurend aandacht vraagt voor de continue doorontwikkeling ervan. De vraag, die daarbij opspeelt, is “wie of welk gremium voert over die complexe omgeving de regie?”  

De afgelopen jaren hebben verschillende instellingen hier stappen in gezet. Bijvoorbeeld door het aanstellen van een product owner voor het totale landschap van de digitale leeromgeving, of een specifiek onderdeel ervan. Ook is binnen de organisatie een structuur ingericht voor de afstemming en besluitvorming over de (doorontwikkeling van de) digitale leeromgeving. Denk bijvoorbeeld aan een DLO-board waarin de belangrijkste stakeholders binnen een instelling vertegenwoordigd zijn. We zien dat instellingen eigen keuzes maken die passen bij de instelling. Eén model dat voor elke instelling werkt, bestaat namelijk niet. Ook zien we dat instellingen behoefte hebben aan handvatten om de regie op de digitale leeromgeving beter te regelen. 

Geïnspireerd door verschillende modellen die bij onderwijsinstellingen worden gebruikt, heeft SURF het raamwerk Regie op de digitale leeromgeving ontwikkeld. In dit model is getracht alle stakeholders voor de doorontwikkeling van de digitale leeromgeving binnen een instelling, te positioneren. Daarbij is ook gevisualiseerd hoe de continue ontwikkeling als een agile proces kan worden georganiseerd en welke actoren daarbij, in iedere fase van dat proces, actief zijn.
 

Raamwerk regie op de DLO
Raamwerk Regie op de digitale leeromgeving

De transitie naar volledig online onderwijs, als gevolg van Covid-19, heeft ervoor gezorgd dat de digitale leeromgeving een (nog) prominentere plek in het onderwijs heeft gekregen. Er is een Blended Learning revival gaande, waarin het ontwerpproces van het onderwijs, met inzet van ict-middelen centraal staat. Er zijn initiatieven om nauwer samen te werken met EdTech startups, hetgeen zeker tot nieuwe educatieve applicaties en de inzet van nieuwe technologie zal leiden. Ook zien we dat de onderwijsruimten “smart” worden en voorzien van een rijke set aan digitale middelen. Ook zijn er grote verwachtingen rond het gebruik van data, bijvoorbeeld ten behoeve van learning analytics of educatieve AI-toepassingen.    

Er zijn dan ook twee belangrijke focuspunten te benoemen in relatie tot regie op de digitale leeromgeving:  

  • Regie op functionaliteit 

  • Regie op data 

Regie op functionaliteit
Het aantal applicaties groeit en zal verder groeien door de stimulans van blended learning, hybride leeromgevingen en van domein specifieke applicaties, die ook deel uitmaken van de digitale leeromgeving. Aan het samenstellen van dat geheel heeft SURF de afgelopen jaren allerlei publicaties gewijd met daarin bruikbare modellen, zoals  

  • het Burchtmodel dat inzicht geef in de plaats en functie van de systemen in het landschap.  

  • Het Functioneel model met daarin de open standaarden om tussen applicatie en systemen binnen de digitale leeromgeving gegevens uit te wisselen.  

  • Het Honingraatmodel dat handvatten biedt bij het verbeteren van de gebruikerservaring van het uit losse componenten samengestelde geheel. 

Toch was de insteek daarbij vooral technisch: hoe stel je een digitale leeromgeving samen tot een functioneel samenhangend geheel door de integratie en gegevensuitwisseling tussen applicaties? 

Bij functionele regie komt echter meer kijken en worden ook vragen gesteld als: Wie schaft applicaties aan? Centraal of decentraal? En worden daarbij de juiste spelregels gehanteerd, qua privacy en beveiliging? Welk licentiemodel wordt gehanteerd? Wie doet het contractmanagement? Welke applicatie zijn binnenkort “end of life”?  En daarbij komt ook een belangrijke vraag naar voren: Hoe regelen we het functioneel beheer in? Hoeveel verschillende applicaties kunnen we als instelling aan qua beheer en kosten en welke toepassingen zijn opleidingspecifiek en welke zijn bedrijfskritisch? Voeren we een strikt open source-only beleid of wordt dit per applicatie/functionaliteit bepaald? Welke afspraken zijn er gemaakt rond vernietiging en archivering en wie is daar verantwoordelijk voor? Hoe zit het met de digitale toegankelijkheid van de applicaties en onderwijscontent? Allemaal belangrijke vraagstukken die gerelateerd zijn aan regievoering.  

Regie op data
De verwachtingen van het effect van ict in het onderwijs zijn hoog gespannen, we spreken over een digitale transformatie. Het educatief gebruik van data heeft veel aandacht. Soms wordt er al gesproken van datagedreven of datagestuurd onderwijs. Er wordt geëxperimenteerd met learning analytics en onderwijskundige managementinformatie. Wat kunnen artificial intelligence toepassingen in en voor het onderwijs gaan betekenen? En flexibeler en meer gepersonaliseerd onderwijs stelt hogere eisen aan de informatievoorziening binnen het onderwijs en mogelijk ook over instellingen heen. Kortom wie bewaakt de kwaliteit en beschikbaarheid van informatie binnen de digitale leeromgeving? 

Het is daarbij onterecht dat de leeromgeving nog vaak te eng wordt opgevat als een learning management systeem (LMS) met aanpalende educatieve applicaties. Data voor het onderwijsproces in brede zin, ontstaan in de kern en bronsystemen van de instelling, vaak in het onderwijs-logistieke proces. Zij genereren de informatie waarmee het onderwijs wordt georganiseerd en waarmee ook de digitale leeromgeving wordt ingericht en functioneert; groepen studenten, docenten, roosters, courses, toetsen en de toegang tot applicaties. Tegelijkertijd ontstaat nieuwe informatie in de educatieve omgeving: werk uit werkgroepen, mededelingen, leermateriaal, gemaakte toetsen/opdrachten, cijfers, beoordeeld werk enzovoort. Data ontstaan overal in het onderwijsproces, door acties van docenten en studenten in de vele educatieve systemen van de digitale leeromgeving. 

De basis op orde 
Kortom, data vormen de smeerolie binnen de digitale omgeving en de kwaliteit ervan bepaalt nu en in de toekomst allerlei mogelijkheden in het educatielandschap en in het educatieve proces. Al jaren wordt daarbij de ambitie uitgesproken dat “de basis op orde” moet zijn. Maar de digitale systemen zijn, net als de instellingen zelf, vaak historisch gegroeid, veelal als resultaat van fusies en schaalvergrotingen. Die historie ijlt vaak nog na in de informatiesystemen. Soms worden er verschillende aanduidingen voor locaties gebruikt; dubbele codes voor vakken, verschillende definities en conventies.  En de “proces eigenaren” kijken vaak nog wat verkokerd naar de data waarvoor ze verantwoordelijk zijn en missen soms een goed beeld van de functie van hun data in het grotere geheel. Regie op data is dus een belangrijk facet van de regie op de digitale leeromgeving.

Leergang Regie op de digitale leeromgeving
In de periode januari tot en met april 2022 hebben 21 deelnemers afkomstig van MBO-instellingen, hogescholen, universiteiten en UMC’s zich tijdens een leergang intensief beziggehouden met de vraag hoe zij de regie op de digitale leer omgeving beter te kunnen organiseren binnen de eigen instelling. Vertrekpunt hierbij was het raamwerk regie op de digitale leeromgeving, dat vorig jaar door SURF is ontwikkeld. In de leergang, begeleid door Monica van Dixhoorn en Nico Juist, is door de deelnemers de slag van theorie naar praktijk gemaakt. Tijdens de leergang zijn thema’ als stakeholdermanagement, en informatiemanagement langsgekomen. Door middel van serious gaming, onderlinge intervisie en inspirerende gastcolleges van collega’s uit de onderwijssector en vanuit Bol.com hebben de deelnemers veel kennis en inzichten opgedaan. Dit hebben zij vervolgens kunnen benutten bij de praktijkopdracht, waar zij tijdens de leergang aan hebben gewerkt. Tijdens de laatste bijeenkomst van de leergang hebben de deelnemers trots het resultaat hebben gedeeld. 

Het “Raamwerk regie op digitale leeromgeving” is een aanzet en een hulpmiddel voor instellingen om na te denken over de organisatie van de regie de digitale leeromgeving binnen een instelling. De deelnemers aan de leergang moesten daarvoor een vertaalslag maken, want elke instelling heeft natuurlijk een eigen digitale leeromgeving en eigen gremia die zich met het onderhoud van de omgeving bezighouden.  Het raamwerk is bedoeld om bij te dragen aan een professionaliseringsslag van de regie op de digitale leeromgeving, die nodig is om de digitale leeromgeving naar te toekomst toe goed te onderhouden en daarbij continue verder te ontwikkelen, gedreven vanuit het onderwijs, met oog voor de technische ontwikkelingen die op ons afkomen. 

Wil je meer weten over het raamwerk regie op de digitale leeromgeving of de leergang? Neem dan contact op met mij! 

Publicaties SURF over de digitale leeromgeving
Verschillende SURF-publicaties over de digitale leeromgeving. Deze zijn te vinden op www.surf.nl.

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties

Gerelateerde artikelen