Open leermaterialen delen en hergebruiken: nu gaan we het écht doen!

Dat leermaterialen delen en hergebruiken logisch is, daar zijn we het in theorie wel over eens. Maar om het ook daadwerkelijk te gaan doen, daar is meer voor nodig. In Nederland zijn veel initiatieven gaande en daar zijn we trots op! Maar hoe komen we van mooie voorbeelden naar inbedding in het onderwijs?  

Met een diverse groep van twintig Nederlandse deelnemers uit het onderwijs bezochten we eind mei 2022 in Nantes de conferentie OEGlobal, een internationale conferentie op het gebied van open leermaterialen. Na de conferentie hebben we hun gevraagd wat ze er geleerd hebben. De antwoorden van deze experts hebben we gebundeld tot de volgende zes inzichten: 
 

  1. Werk samen aan open leermaterialen  

  2. Zet in op multidisciplinaire teams 

  3. Verleid de docent 

  4. Beschouw open leermaterialen niet als een heilig doel  

  5. Open pedagogy: stel de student centraal 

  6. Kies voor een structurele aanpak 

Wij denken dat deze ideeën ons gaan helpen om grootschalig verschil te maken. We bespreken ze graag met je.  

“Om verder te komen is samenwerken belangrijk. Er worden veel stappen gezet, kleine en grote, deze verbinden zou een grote impact kunnen maken.” 

Elisabeth Schmoutziguer (Grasple) 

1. Werk samen aan open leermaterialen  

Tijdens de conferentie werd ons eens te meer duidelijk dat het belangrijk is om samen te werken in community’s. De inzichten onderscheiden zich op de drie niveaus van de community’s: 

  • De nationale community is waardevol 

  • De internationale community is leerzaam  

  • De vakcommunity’s verbinden docenten 

In Nederland hebben we een waardevolle nationale community van experts die zich in zetten om open leermaterialen op de kaart te zetten. Deze experts weten elkaar steeds beter te vinden, zijn praktisch georiënteerd en werken samen om sneller stappen te kunnen zetten. De vele uitdagen die er zijn rond open leermaterialen krijgen allemaal aandacht in deze nationale community: van ondersteuning organiseren, adoptie en kwaliteit borgen tot aan infrastructuur en beleidsvraagstukken. Ook het belang van de samenwerking met de nationale community rond Open Science werd zichtbaar en belangrijk ervaren om verder te verkennen.

De vergelijking met internationale collega’s laat zien hoe wij ervoor staan in Nederland en we kunnen concluderen dat we voorlopers zijn! Om deze positie internationaal te bestendigen zouden we meer kunnen doen. Denk daarbij aan meer diverse Engelstalige collecties opbouwen, maar ook meer samenwerking aangaan met community’s over de grens.
Zeker in het faciliteren van samenwerkende docenten rond open leermaterialen loopt Nederland voor. Deze werkwijze trekt ook internationale aandacht. 

“Open education lijkt succesvoller in de praktijk wanneer de docent samenwerkt in een hechte groep. 

Frederiek van Rij (RUG)

Het verbinden van docenten in instellingsoverstijgende vakcommunity’s is een belangrijke manier om open leermaterialen duurzamer en grootschaliger op te pakken. Naast het faciliteren van docententeams binnen de instelling natuurlijk. 

2. Zet in op multidisciplinaire teams 

In initiatieven op het vlak van open leermaterialen zijn bibliotheken nu (nog) vaak de instanties die voorlopen. Dat is niet vreemd, van oudsher zijn bibliotheken bij uitstek gericht op het verzamelen en delen van informatie en leermaterialen. Dat is hun expertise. Maar om grootschalig verschil te maken op het gebied van open leermaterialen zal ook het onderwijs open moeten staan voor het gebruik van open leermaterialen. Te beginnen bij de informatiespecialisten en onderwijsadviseurs die open leermaterialen in hun activiteiten standaard mee moeten nemen in hun contacten met het onderwijs.

“Uit onderzoek blijkt dat op dit moment 70% van de open education-activiteiten door bibliotheken wordt uitgevoerd, en dus niet door het onderwijs.” 

Monique Schoutsen (Radboud Universiteit) 

Gestructureerde samenwerking tussen bibliotheken, docenten en onderwijskundigen in multidisciplinaire teams is daarom de volgende stap.  

3. Verleid de docent 

Om op grote schaal verschil te maken met open leermaterialen is het onmisbaar dat we docenten op de juiste manier ondersteunen. Organiseer trainingen, workshops en meetings met experts om te inspireren en samen te leren. Maar besteed ook aandacht aan verschillende soorten leermaterialen zoals open tekstboeken of interactieve en adaptieve materialen. Docenten weten vaak onvoldoende van het bestaan of de toepassing ervan. Maar er moet ook zeker tijd, geld en ruimte voor docenten zijn om aan de slag te gaan met open leermaterialen. Het is zaak continu hier aandacht aan te besteden.  

4.  Beschouw open leermaterialen niet als een heilig doel 

Leermaterialen zijn ondersteunend aan het onderwijs, open leermaterialen dus ook! Het is geen doel op zich, maar een middel voor goed onderwijs. Ondersteun docenten bij het ontwikkelen van hun onderwijs vanuit een onderwijskundige visie en zorg dat open leermaterialen daarbij een integraal onderdeel zijn. Zet bijvoorbeeld in de BDB/BKO-standaard open materiaal in en vraag aan de docenten met welke licentie ze hun materialen licenseren. Dat kan een mooi begin zijn van een goed gesprek over open leermaterialen.  

5. Open pedagogy: stel de student centraal 

Het betrekken van studenten doen we in Nederland nog te weinig, maar doen we dat meer, dan worden open leermaterialen waardevoller. De special interest group Open Education heeft studentbetrokkenheid en open pedagogy gelukkig hoog op de agenda staan. Daarnaast kunnen we ons laten inspireren door mooie voorbeelden. Bijvoorbeeld het E-book Liberated Learners dat mede gemaakt is door studenten.  

Om samenwerking met studenten goed te kunnen organiseren kun je gebruik maken van de Open Pedagogy Project Roadmap van Penn State University. 

“Open pedagogy is here to stay en wordt steeds belangrijker voor adoptie van OER.” 

Robert Schuwer (Fontys) 

6. Kies voor een structurele aanpak 

We moeten samen toe naar een structurele en integrale aanpak! Het gebruik van open is niet gewoon een logica of een ideologie maar een serieus onderwerp dat we moeten opnemen in beleid. Op die manier kunnen we instellingen en samenwerkingsverbanden stapsgewijs zo organiseren dat open leermaterialen inzetten, delen en hergebruiken een structureel en integraal onderdeel van de onderwijspraktijk wordt. 

“Open leermaterialen moeten uiteindelijk ingebed worden in de organisatie, met professionals die zich, zowel op ondersteunings- als beleidsniveau, hier geheel aan wijden. 
Er moeten mensen worden opgeleid die expertise kunnen ontwikkelen om docenten op verschillende vlakken duurzaam bij te staan.” 

Marjan Groenouwe (UU) 

 

Over dit artikel 
Dit artikel is tot stand gekomen door inzichten van de deelnemers uit Nederland aan de OEGlobal-conferentie, 23 t/m 25 mei 2022 te bundelen.  

Auteurs: Lieke Rensink en Michel Jansen
Redactie: Jan Michielsen
CC-BY
Photo by Stephen Picilaidis on Unsplash

Deelnemers OEGlobal 2022

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 1 reactie

Reactie van Edwin Rooseman

Goed idee en goede samenvatting van stappen die het verschil kunnen maken in de ontwikkeling van nieuwe leermaterialen. Dit is in grote lijnen hetzelfde wat wij van imedu hebben ervaren de ontwikkeling van ons platform voor virtuele leeromgevingen binnen het onderwijs.

Aangezien het voor een docent best wat tijd kost om nieuw of aanvullend lesmateriaal te ontwerpen is het belangrijk dat het goed aansluit bij het curriculum. Als dit goed aansluit kan het ook makkelijk gedeeld en hergebruikt worden. Een platform dat gebouwd is rondom die wens van het beheren en delen van de door de docent ontwikkelde virtuele lesomgevingen kan daar bij helpen.

Aangezien het om dergelijk leermateriaal te ontwikkelen steeds meer vaardigheden vereist, is het zeker een goed idee om hiervoor multidisciplinaire teams voor op te zetten. Naast de genoemde docenten en onderwijsdeskundigen is daar ook zeker een plek voor 3D ontwerpers. Een goede mix zou zijn om daar ook input van studenten te gebruiken die zich aan het bekwamen zijn in die richting.

Verleid de docent, jazeker, maar als die ziet wat er allemaal al kan dan is vooral belangrijk om de tijd te bieden om het nieuwe leermateriaal uit te werken. En om te helpen met het trainen in de nieuwe leeromgeving, er gewend aan te raken en zich er safe bij te voelen.

Door de handelingen en voortgang te volgen tijdens de virtuele lessen is er meteen een moment van feedback, dit kan nog verder uitgebreid worden aan het eind van de les. Op deze manier worden de lessen goed gemonitord en kan het leermateriaal gefinetuned worden.

Virtuele leeromgevingen bieden een flexibele manier om open leermaterialen overzichtelijk en themagericht in te zetten.

Gerelateerde artikelen