Online onderwijs is een vak apart
Het verzorgen van online onderwijs kost docenten vaak meer moeite dan face-to-face onderwijs. En dat is ook logisch, want het is een vak apart, dat docenten nog onder de knie moeten krijgen. Hoe boots je het persoonlijke contact na als er zoveel afstand is? Hoe zorg je ervoor dat studenten actief met de leerstof aan de slag gaan zonder afleiding?
Kansen voor het onderwijs
Maar hoewel het uitdagend is, biedt digitalisering van het onderwijs heel veel kansen voor het onderwijs. Studenten kunnen altijd en overal bij hun leermateriaal. En er is voor ieder wat wils, want de ene student is de andere niet. De één heeft een voorkeur voor leren uit een boek, de ander voor interactief aan de slag gaan met oefentoetsen of een game.
Docenten werken samen aan open leermaterialen
Een andere grote kans die digitalisering biedt, is het gebruik en het delen van open leermaterialen. Docenten kunnen veel aan elkaar hebben als ze hun onderwijs willen vernieuwen met gebruik van open leermaterialen. Binnen de Stimuleringsregeling Open en online onderwijs ontwikkelen steeds meer docenten gezamenlijk collecties van kwalitatief hoogstaande open leermaterialen. Dat gebeurt in landelijke samenwerkingsverbanden (vakcommunity’s). De docenten delen de leermaterialen onder een open licentie, waardoor het mogelijk wordt om voort te borduren op elkaars werk.
Samenwerking verhoogt de kwaliteit van de leermaterialen en daarmee de kwaliteit van het onderwijs. Via peer reviews kan de kwaliteit geborgd worden, zoals dat ook bij onderzoekspublicaties wordt gedaan. De digitale leermaterialen worden vanaf begin 2021 ontsloten via het landelijk platform edusources, een dienst ontwikkeld door SURF. Met edusources biedt SURF een divers aanbod van digitale leermaterialen op 1 plek, waarbij docenten en studenten hun materiaal of zelfs hele collecties kunnen delen en zij andermans leermaterialen beter kunnen vinden.
Het commerciële aanbod
Want ook commerciële aanbieders van leermateriaal gebruiken de mogelijkheden van online onderwijs. Dit maakt hun aanbod voor docenten en studenten heel aantrekkelijk. Want waarom zou je als docent deze geavanceerde materialen zelf maken als je daar de expertise en de tijd niet voor hebt? Aan dit digitale aanbod van commerciële aanbieders kunnen echter ook nadelen kleven. Het aanbod is duur en vaak worden op de digitale platformen gegevens verzameld over de leerprocessen die heel waardevol zijn voor instellingen, maar die de aanbieder van het platform niet deelt met de onderwijsinstellingen.
Toekomstvisie: meer leermaterialen beschikbaar door samenwerking tussen instellingen
Om te zorgen voor een divers, toegankelijk én betaalbaar aanbod van digitaal leermateriaal willen en moeten de hogeronderwijsinstellingen zelf meer de regie gaan voeren op digitaal leermateriaal. Daarom heeft het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT laten onderzoeken hoe het staat met digitaal leermateriaal in het hoger onderwijs. Ook heeft het Versnellingsplan een toekomstvisie ontwikkeld waarin de hogeronderwijsinstelling deze regie op digitaal leermateriaal voert.
Over het algemeen wordt in het Nederlandse hoger onderwijs het leermateriaal aanbevolen door docenten en vervolgens aangeschaft door studenten. Het onderzoek laat echter ook actuele voorbeelden zien waarin het leermateriaal wordt aangeschaft op centraal niveau van de instelling. Eén voorbeeld daarvan is dat de bibliotheken steeds meer e-books inkopen en onderhandelen over een brede toegang tot deze digitale studieboeken. Als deze trend doorzet en we als onderwijsinstellingen hierin samenwerken, dan ontstaan er kansen.
In het buitenland zijn er al initiatieven die zichzelf bewezen hebben, zoals NDLA in Noorwegen en Ohio-LINK in de VS. Bij Ohio-LINK wordt op centraal niveau leermateriaal ingekocht tegen scherpe prijsafspraken en aantrekkelijke voorwaarden. Naast gezamenlijke inkoop wordt geïnvesteerd in het ontwikkelen van open leermaterialen door docententeams en de benodigde ondersteuning vanuit de onderwijsinstellingen. De winst zit vooral in meeropbrengsten door samenwerking: de kosten voor instellingen dalen dan niet zozeer, maar met hetzelfde budget kunnen ze hun studenten toegang geven tot veel meer kwalitatief hoogstaande (veelal open) leermaterialen. Zo’n toekomstvisie zien we ook voor het Nederlands hoger onderwijs.
In gesprek tijdens de SURF Onderwijsdagen
Op 7 december j.l. presenteerden we deze toekomstvisie tijdens de sessie Trends in open en digitale leermaterialen op de SURF Onderwijsdagen 2020 (track De wind in de zeilen) en gaan we in gesprek met Hilde van Wijngaarden (VU), Vincent de Boer (RUG) en Peter Becker (Haagse Hogeschool). Zij vertegenwoordigen in dit gesprek verschillende perspectieven, namelijk de bibliotheek, docent en onderwijsadvisering.
0 Praat mee