Jan Michielsen
Ik ben tekstschrijver, webredacteur, taaladviseur bij SURF. Of in 1 woord:… Meer over Jan Michielsen
Publieke waarden moet je doen. We praten er nu nog veel over en dat is heel belangrijk. Maar daar moet het moet natuurlijk niet bij blijven. Het thema van de SURF Onderwijsdagen 2022 die ik bezocht, is Daadkracht. Met andere woorden: in hoeverre doen we inmiddels aan publieke waarden. In deze blog het debat tussen het onderwijs en vertegenwoordigers van een aantal big-techbedrijven.
Ik start mijn zoektocht naar publieke waarden op de SURF Onderwijsdagen met een debat waarin centraal stond hoe big tech en onderwijs met elkaar in gesprek moeten (en zijn) over publieke waarden. Discussiepartners zijn Ron Augustus (SURF), Annemarie Costeris (Microsoft), Marco van Lieverloo (Oracle) en Bas ten Holter (Salesforce). Hoewel discussieleider Raymond Reesink benadrukte dat het geen gevecht moest worden, werd wel duidelijk dat er nog wat spanning zit in de relatie tussen onderwijs en big tech.
Raymond begon met een interessante vraag: aan Annemarie, Bas en Marco vroeg hij met welke vooroordelen ze vaak te maken krijgen vanuit de publieke sector. Annemarie: “Ik hoor nog wel eens dat er met Microsoft niet te onderhandelen valt, onlangs zei hoogleraar José van Dijck het nog. Maar dat is niet waar. We hebben in de afgelopen tijd diverse clausules in contracten met de Nederlandse overheid aangepast, die we vervolgens wereldwijd in onze contracten hebben doorgevoerd.”
Bas vult aan dat ze bij Salesforce heel vaak moeten uitleggen dat ze betrouwbaar zijn, blijkbaar is dat geen gegeven voor publiek organisaties. “Terwijl wij als dataverwerker juist aan heel veel regels moeten voldoen, bijvoorbeeld in het kader van de AVG. Ons bestaansrecht is voldoen aan privacyregels, data moeten bij ons in vertrouwde handen zijn. Wij zien dat daar bij de onderwijsinstellingen zelf soms veel minder aandacht voor is.”
Marco hoort vaak dat ze bij Oracle niet goed kunnen luisteren. "We zijn zo’n groot, wereldwijd opererend bedrijf, waarom zouden we ons aanpassen aan een lokale markt, is vaak het beeld. Deels klopt dit wel, maar er komt sinds een paar jaar wel verandering in. Zo werken we eraan dat er geen vendor lock-in meer ontstaat, bijvoorbeeld door te ontwikkelen op basis van open standaarden."
Zijn er ook vooroordelen over de onderwijssector? Ron: “Jazeker. Ik hoor vaak: ‘Wat is die sector toch traag, ik krijg er niets voor elkaar.’ Maar ook: ‘Wat moeten we nou eigenlijk beter doen als leveranciers? We doen al zoveel.’ En daar hebben ze wel een punt natuurlijk.”
Waar zitten nu nog meer spanningen tussen big tech en de onderwijssector, als het gaat om publieke waarden? Ron: “Voor ons zit de scherpte in het debat in de interpretatie van regelgeving zoals de AVG. Daar zit een grijs gebied in. Een leverancier kan wel zeggen dat hij aan alle eisen voldoet, maar als bestuurder vind ik het gek dat ik een cloudproduct moet afnemen dat niet voldoet aan mijn eigen privacyregels. De technologiesector is blijkbaar nog niet helemaal trusted. Als bestuurder moet ik dat dan uitleggen in een explainprocedure, en zolang dat nodig is, is er voor ons als onderwijssector én tech-bedrijven werk aan de winkel. Want dit is een onwenselijke situatie.”
Annemarie reageert daarop: “Als Microsoft moeten we in Nederland gewoon voldoen aan de AVG. Natuurlijk, het kan voorkomen dat Microsoft gegevens moet afstaan aan de Amerikaanse overheid, in het kader van de Patriot-act. Maar dat gebeurt maar heel weinig, en vaak procederen we daar ook tegen. Wereldwijd hebben we vorig jaar minder dan tien keer voldaan aan zo’n verzoek vanuit de Amerikaanse overheid. We hebben er zelf belang bij om vertrouwd te worden, en willen dus ook dat de randvoorwaarden goed geregeld zijn, zoals dat met de AVG gebeurt.”
Ron stelt dat er op dat vlak nog wel spanning is tussen Europese en Amerikaanse privacyregelgeving, en dat het goed is dat beide continenten daarover met elkaar in gesprek zijn. “Dat dat nodig is, geeft wel aan dat we nog een afstand te overbruggen hebben. Het is nog niet veilig genoeg.” Annemarie vult aan dat ze vanuit Microsoft Europa ook willen bijdragen aan dat gesprek: ook Microsoft wil dat de trans-Atlantische betrekkingen op dit vlak goed zijn, zodat Microsoft voor Europese klanten een echt betrouwbare partner kan zijn als het om privacy gaat.
Een ander punt van spanning is de mate waarin een leverancier maatwerk kan leveren. Marco geeft aan dat klanten vaak vragen om een oplossing met specifieke voorwaarden en procedures voor de Nederlandse onderwijsmarkt. Voor een internationaal bedrijf als Oracle is het lastig om voor elke lokale markt aparte procedures te hanteren. Althans: dat zou wel kunnen, maar dan kan Oracle diensten niet tegen de tarieven leveren die het nu hanteert. “We gaan altijd met onze klanten in gesprek, maar kunnen niet altijd bieden wat ze wensen tegen hetzelfde tarief. Maar bijvoorbeeld als we met een nieuwe dienst of nieuwe contractvormen komen, dan luisteren we echt naar wat de markt nodig heeft. Doe je dat niet, dan ben je natuurlijk zo uitgespeeld als commerciële partij. Arrogantie wordt slecht uitbetaald”.
Vanuit de zaal komt de vraag waarom het aanbesteden van basissoftware en infrastructuur voor publieke sectoren niet door de nationale overheid wordt aangestuurd, zoals dat bij het wegennetwerk gebeurt. “Nu is iedere sector of zelfs iedere instelling voor zichzelf bezig, waardoor de kwaliteit lager is en gesprekken moeizamer verlopen. Plus: de overheid kan veel sterker eisen stellen, met wetgeving achter zich”, aldus de vraagsteller.
Ron ziet daar een opdracht weggelegd voor SURF, om daar een rol in te spelen. “Hoe kunnen we landelijk zorgen dat regelgeving wordt nageleefd en dat de privacy van gebruikers in de publieke sector optimaal wordt beschermd? Dit debat wordt gevoerd", aldus Ron. Staatssecretaris Van Huffelen voor Digitalisering wil de bescherming van publieke waarden bijvoorbeeld beter vastleggen, zodat de voorwaarden waaronder commerciële leveranciers hun producten leveren, duidelijker zijn. En we kijken naar structuren waarbinnen kerndelen van de infrastructuur in handen blijven van de sector, en dat commerciële leveranciers daarop kunnen aansluiten.”
Bas ten Holter van Salesforce benadrukt dat bij dit soort trajecten samenwerking heel belangrijk is. “Je kunt wel vanuit een ivoren toren gaan bepalen hoe leveranciers hun producten moeten leveren, maar dat levert niet het beste resultaat op. We werken dan ook, zeker bij complexe trajecten, het liefst in een zo vroeg stadium samen met de sectoren. Dat levert het meeste op.” Marco van Lieverloo (Oracle) vult aan: “En dat gebeurt gelukkig ook. We praten met SURF in de onderwijssector, maar zo zijn er nog meer sectoren waarmee we aan tafel zitten. Denk aan VNG die namens de gemeenten met ons samenwerkt”.
Ook belangrijk om te beseffen, zegt Annemarie Costeris van Microsoft, is dat commerciële partners zich net zo verantwoordelijk voelen voor publieke waarden als de non-profitsectoren. “Publieke waarden zijn voor ons ook belangrijk. Wij zitten niet de hele dag met dollartekens in onze ogen zonder ons te bekommeren om hoe het met het onderwijs gaat. Die tegenstelling is er niet, we moeten er gewoon over in gesprek blijven”.
Ron Augustus (SURF) sluit zich daarbij aan. “Sterker nog, we stimuleren onze instellingen ook om intern het gesprek te voeren over publieke waarden: welke vind je belangrijk, hoe geef je daar invulling aan, wat verwacht je op dit vlak van ict-leveranciers? Daarvoor organiseren we ook een serie seminars voor bestuurders en directeuren uit het onderwijs, waarin we over publieke waarden in gesprek gaan.”
We zien dus dat de publieke sector en commerciële leveranciers voor een deel dezelfde belangen hebben, en ook inspanning leveren om daarover met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. Om zo samen tot de beste ict-voorzieningen te komen voor gebruikers in de publieke sector, mét oog voor de privacy en de veiligheid van de gebruikers.
Ik ben tekstschrijver, webredacteur, taaladviseur bij SURF. Of in 1 woord:… Meer over Jan Michielsen
0 Praat mee