Digitaal leren niet alleen als het moet

Geschreven samen met Erdinç Saçan, practor bij practoraat interactieve technologie van ROC Tilburg

De afgelopen twee jaar hebben we als docenten noodgedwongen ervaring opgedaan met online onderwijs. Nu de samenleving open gaat, is het risico dat we terugvallen op oude, vertrouwde manieren van lesgeven. Maar is dit wel zo verstandig? Zoals Winston Churchill zei: “Never waste a good crisis!“. Wat kunnen we leren van de afgelopen pandemie voor ons onderwijs van de toekomst?

Sinds de start van het nieuwe schooljaar zitten studenten anders in de les. Dit is logisch; de afgelopen tijd hadden ze veel vrijheid. Het aantal lesuren was gereduceerd, lessen konden overal gevolgd worden en schoolopdrachten werden tijds- en locatieonafhankelijk gemaakt.  School, werk en privé liepen naadloos in elkaar over. Studenten maakten eigen keuzes en deelde hun werk zelfstandig in. Deze autonomie past echter niet binnen het traditionele schoolsysteem. In een artikel op NOS wordt benoemd: “Docenten zeggen: scholieren zijn drukker, sneller afgeleid en meer met elkaar bezig dan met de les.” Een docente voegde eraan toe: “Leerlingen hebben een soort desinteresse in school.”. Er moet dus weer een soort detox komen van de lockdown/fulltime online lessen. Daarna is het tijd om te kijken naar wat we kunnen behouden. Welke drie ontwikkelingen van de afgelopen pandemie zouden we moeten handhaven?

Communicatie met studenten

Tijdens de lockdown zijn veel scholen overgeschakeld naar Microsoft Teams voor het geven van lessen en het contact houden met studenten. Dit zorgde ervoor dat de student tijd- en locatieonafhankelijk contact kon leggen met zijn docent door o.a. een chatbericht te sturen. Communicatie is hierdoor in een stroomversnelling gekomen; de drempel om een docent te benaderen is verlaagd ten opzichte van het sturen van een email waarbij meer etiquette in acht genomen moet worden. Voor docenten levert dit de uitdaging op hoe zij met dit soort asynchrone flitscommunicatie om moeten gaan. In plaats van de chatfunctie in de ban te doen, zou het goed zijn hier afspraken over te maken binnen onderwijsteams en met studenten. Voor welke communicatie is een chatkanaal geschikt en welke verwachtingen mogen studenten hebben waar het gaat om de reactiesnelheid van docenten? Dat een chat op ieder moment verzonden kan worden, zegt niet dat je op stel en sprong moet reageren. Er zijn studenten die bijv. in de avonduren en in de weekenden ook chatberichten sturen. Sommige docenten hebben hierdoor de beslissing genomen om MS Teams niet op hun smartphone te downloaden.

De fysieke afstand kan in de communicatie ook in het voordeel werken. Student en docent zijn meer gewend geraakt aan videobellen. Hierbij zit de student in een voor hem vertrouwde omgeving. Dit geeft het gevoel van veiligheid dat een coachgesprek ten goede kan komen. Het kan dus raadzaam zijn om moeilijke gesprekken juist op afstand te blijven doen.

Gepersonaliseerd leren

Studenten hebben meer en meer behoefte aan autonomie. Een student wil eigen regie voeren over zijn schoolloopbaan waarbij hij invloed heeft op lestijden, wijze van leren en volgorde van lesstof. De huidige student is -onder begeleiding- doorgaans goed in staat zijn eigen leerbehoefte in kaart te brengen. Dit is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd. Sommige studenten hebben structuur en duidelijkheid nodig.

Om hieraan te voldoen, staan scholen voor de opdracht om hun onderwijs verder te personaliseren en flexibiliseren. Dit vraagt scholen om hun systeem tegen het licht te houden en bereid te zijn dit drastisch te herzien. Er is hier al genoeg informatie over te vinden. Dit is een voorbeeld van hoe Fontys Hogeschool ICT dit doet.

Video first

Een derde ontwikkeling is dat studenten steeds meer de voorkeur geven aan video om informatie te verzamelen. Door 4G (en hopelijk snel 5G) en mobile devices transformeren social mediasites naar online video kanalen. We streamen en publiceren in beeld in plaats van tekst. Op dit moment bestaat 80% van het internetverkeer uit online video (Cisco).  Dat video een effectieve vorm van onderwijs is, blijkt ook wanneer we kijken naar de learning pyramid. Hieruit blijkt dat het leerrendement van een video maar liefst vier keer hoger is dan van een traditionele les.  Daar komt nog bij dat een video meermaals te bekijken is. Maar wetenschappelijk onderzoek toont ook aan dat leerstof het beste beklijft als je meerdere zintuigen op afwisselende manieren herhaaldelijk aanspreekt. Er zit dus een nuance; “alleen maar video” is ook niet de oplossing. 

Zo’n 97 procent van de jongeren kijkt dagelijks naar social video aldus Ruigrok. Dit toont aan dat de behoefte aan goede leervideo’s groeit. Een nieuwe competentie voor een docent is die van content creation. In sneltreinvaart ontstaat de behoefte om te weten waar een goede leervideo aan voldoet en hoe deze op een eenvoudige wijze kan worden gemaakt. Voor de student is het belangrijk om deze op een logische en eenduidige wijze te ontsluiten. Ook hierover is er genoeg te vinden, zie bijvoorbeeld dit stappenplan.

Never waste a good crisis

Sommige docenten denken dat de rust wederkeert nu de pandemie op zijn einde lijkt te lopen. Voor deze docenten is er slecht nieuws; er is nu meer werk aan de winkel dan ooit tevoren! De coronapandemie laat zien dat de frictie tussen organisatie- en studentbehoefte groeit. De uitdaging om aan te blijven sluiten bij de veranderende student is (en blijft) groot. Het is daarom belangrijk het kind niet met het badwater weg te gooien, maar te kijken naar wat we van deze pandemie geleerd hebben. Kortom; wat moeten we vasthouden en waar moeten we definitief afscheid van nemen.

Met dank aan Carlijn Moed

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties