Hoorcolleges: 9 redenen om een andere onderwijsvorm te kiezen

Hoorcolleges. De afgelopen pak 'm beet 14 maanden vonden ze vooral online plaats. Als ze al werden gegeven, want het hoger onderwijs en de hoorcolleges veranderden de afgelopen tijd noodgedwongen. We kijken kritischer naar alle onderwijsvormen. Wat past nog wel en wat niet? En wat is het doel? Een discussie over de functie van hoorcolleges hoort daarbij.  

Onderwijsvormen onder de loep

De aanloop naar het nieuwe collegejaar is natuurlijk een uitgelezen moment om met elkaar van gedachten te wisselen over passende fysieke en online onderwijsvormen. Even vertragen, reflecteren, overwegen en daarna weer goede keuzes maken. De discussie over hoorcolleges kwam afgelopen week al lekker op gang door dit artikel in de Volkskrant van Sander Jansen (Universiteit Maastricht) waarin hij pleit voor de terugkeer van fysieke hoorcolleges. Gevolgd door de reactie van Erdinc Sacan (ROC Tilburg) daarop; hij is het hoorcollege liever kwijt dan rijk. 

Ik doe daarom ook een duit in het zakje met 9 redenen om een andere onderwijsvorm dan een hoorcollege te kiezen. Bekeken vanuit de docent én student. Student Yannick de Wit (Vrije Universiteit), die ik interviewde over een onderzoeksvak dat hij volgde, heeft  een duidelijke mening over hoorcolleges. Ik laat hem in 3 korte fragmenten aan het woord.  

Hoorcollege is vaak de standaard...

Zo ook het klassieke, lees massale, hoorcollege. Er zijn natuurlijk docenten die fantastische hoorcolleges kunnen geven. Die erudiete hoogleraar met zijn bevlogen verhaal met een spanningsboog bovendien, bij wie je met gemak anderhalf uur aan de lippen hangt. Maar bij hoeveel docenten zijn de hoorcolleges minder inspirerend? Het geven van een goed hoorcollege is namelijk buitengewoon ingewikkeld. Het vergt enorm veel voorbereiding en eigenlijk ook gewoon talent. Het moet je maar liggen om op te treden voor een zaal vol toeschouwers.

... maar niet altijd de meest passende onderwijsvorm

Het is niet realistisch om van elke docent te verwachten dat hij of zij dit kan. Maar dat maakt hem of haar nog geen slechte docent. Docent zijn betekent vooral anderen aanzetten tot leren en daar zijn heel veel manieren voor, zowel fysiek als online. Het is dus zaak dat we niet alleen voor studenten komen tot goed en passend onderwijs, maar docenten ook de kans geven onderwijsvormen te kiezen die bij hen passen.  

Veel docenten zullen trouwens een zucht van verlichting slaken omdat ze geen hoorcollege meer hoeven te geven. Zij kunnen dan hun aandacht richten op het contact maken met hun studenten. Er zijn legio voorbeelden van docenten die er sámen met hun studenten in zijn geslaagd hun online onderwijs zo in te richten dat het niveau van hun onderwijs juist omhoog is gegaan. En daar kwam de afgelopen periode geen fysiek hoorcollege aan te pas.  

Daarom: 9 redenen om een andere onderwijsvorm te kiezen dan een hoorcollege.

1) Veel voorbereidingstijd, weinig rendement

De docent investeert veel tijd in het voorbereiding. De studenten lijken weinig te leren.  

Docent

Een nieuwe reeks hoorcolleges. Als docent weet je: je leert de stof pas echt begrijpen wanneer je die in je eigen woorden aan anderen moet uitleggen. Aan de slag dus. Alle stof weer even bestuderen, de rode draad bepalen, voorbeelden uit de praktijk verzinnen en de stof aan de actualiteit koppelen. Vaak kom je zelfs nog tot nieuwe inzichten als je recente onderzoek in je verhaal verweeft. 

Daarna zet je de kernwoorden op een slide, kijk je nog eens goed of je verhaal logisch is en dan is het zover. Anderhalf uur praten en intussen opletten of je signalen uit het publiek kunt opvangen of je verhaal begrepen wordt. Een paar vragen beantwoorden. Lastig om daarna de draad van je verhaal weer op te pakken. Na afloop ben je kapot. Hard gewerkt.  

Student

Daar zit je dan. Beetje brak nog van het feest gisteren. Heerlijk om weer even bij te praten met je medestudenten en samen koffie te drinken. De docent doet erg zijn best. Heeft zo te zien veel tijd besteed aan de voorbereiding. Hij kent de stof heel goed en wil alles vertellen. Maar toch snap je het lang niet allemaal. In een paar zinnen vertellen waar het over ging? Geen idee. Je werd soms ook afgeleid, want er kwamen wat leuke Appjes over gisteravond binnen. Ach ja, je leest binnenkort het boek nog eens door. Maar het was wel gezellig en lekker ontspannen.  

Yannick: over de noodzaak om via opdrachten actief met de stof aan de slag te gaan en het hoorcollege als ééndimensionale manier van lesgeven. Klik op onderstaand plaatje om de clip te starten. 

2) Optreden is een kunst.

De gemiddelde docent is geen voordrachtskunstenaar (en dat hoeft ook niet). De studenten vindt het (daarom) al snel saai.

Docent 

Je bent toch een beetje zenuwachtig. Want die zaal met 400 studenten is eigenlijk net een theater, maar jij bent geen acteur of cabaretier. De inhoud zelf gaat natuurlijk prima, want aan de uren voorbereiding lag het niet. Wel lastig dat er zoveel studenten met elkaar zitten te praten en zo te zien niet over de stof. Hinderlijk en zo leren ze toch niks?

Ah, lastig om alle stof in anderhalf uur te vertellen. Er is nog zoveel meer dat je eigenlijk kwijt zou willen. Dan maar iets langer door. 

Student 

Sorry hoor, maar het was gisteren heel laat en dit college heel vroeg. Het onderwerp is wat saai en hoewel de docent een prima docent is, is anderhalf uur wel lang. Je gelooft dat je niet alles heb meegekregen. Een cabaretvoorstelling van anderhalf uur is wel te doen. Maar deze docent is geen cabaretier, dus je dwaalt helaas wel eens af met je gedachten.  

Dit college duurt al heel lang en nu wil de docent nog iets langer door. Maar je weet het nu wel en denkt maar aan één ding…koffie! 

3) Mikken op een gemiddeld niveau. Een lastig compromis

De docent sluit aan op het gemiddelde niveau van de studenten. Welke student is er gemiddeld?

Docent 

De inhoud heb je onder de knie, het is tenslotte een leuk vak. Maar hoe zorg je er nou voor dat de inhoud aansluit op de kennis van de studenten? Je stelt aan het begin van het college via zo’n leuke online enquêtetool nog wel een paar voorkennisvragen. Maar daaruit kwam nou niet bepaald een eenduidig beeld naar voren: de ene student weet al veel, de andere nog maar weinig.  

Student 1 

Het is een leuk vak hoor, maar je weet het meeste al. Soms zou je willen dat de docent wat sneller door de stof zou gaan, want zo leer je vandaag weer weinig. Daarom kijk je de colleges tegenwoordig liever thuis, dan kan je de docent doorspoelen en dat bespaart je veel tijd.  

Student 2 

Het is een leuk vak hoor, maar je vindt de stof soms lastig en de docent gaat er snel doorheen. Soms zou je willen dat de docent wat langzamer door de stof zou gaan en het rustiger uitlegt. Daarom kijk je de colleges tegenwoordig liever thuis, dan kan je sommige stukken nog eens herhalen totdat je het begrijpt.  

4) De noodzaak om voor te bereiden. Toch net weer niet gelukt. 

De docent verwacht dat de studenten zich hebben voorbereid. De studenten wisten niet wat ze moesten doen/hadden daar even geen tijd voor/het tentamen is nog ver weg toch? 

Docent 

Het is een lastig vak met veel stof, daarom moeten de studenten wel elke week de stof van tevoren lezen. Je hebt een mooi overzicht gemaakt van wat je per keer gaat behandelen. Als de studenten zich elke week voorbereiden komen ze goed voorbereid aan het tentamen. En wat belangrijker is: dan hoef je niet de basics te vertellen, want dat is eigenlijk niet zo interessant. Je gaat liever de diepte in.  

Maar meestal hebben ze het toch niet gedaan, echt vervelend. Nu moet je veel dingen vanaf het begin herhalen en soms zelfs heel basale dingen vertellen. Want als je dat niet doet dan kunnen ze de rest van je verhaal niet volgen. Je weet ook niet goed hoe je ervoor kunt zorgen dat de studenten wel de stof van tevoren doornemen.  

Student 

Pfffff, drie boeken! Hopelijk zijn er samenvattingen. Het is de derde bijeenkomst en je ligt iets achter. Nog geen bladzijde gelezen. Binnenkort maar eens beginnen. Nou ja, het maakt niet zoveel uit, want als de docent erachter komt dat maar weinig mensen de stof hebben gelezen wil hij best bij de basics beginnen. Superfijn is dat.  

De docent heeft wel gezegd dat het beter is om elke week de stof alvast door te lezen, maar ja wanneer? Je hebt ook nog werkgroepen waarvoor je echt dingen móet doen, anders kan je de opdrachten niet maken. Nou ja, het geeft toch ook niet zo heel erg toch? Het tentamen is pas over 6 weken, je hebt nog genoeg tijd. 

Yannick: over dat een hoorcollege geven voor een docent ook heel vermoeiend is, het voordeel van kennisclips en daardoor tijd over houden om contact te maken met de studenten. Klik op onderstaand plaatje om de clip te starten. 

5) Zie je de studenten/docent wel echt? 

De docent ziet de studenten tijdens een hoorcollege als groep in plaats van individuen. De studenten zien de docent letterlijk in de verte. 

Docent 

Zo, een bijna volle zaal. Het lijkt wel of er elk jaar meer studenten komen. Je kent ze natuurlijk niet allemaal. Wel een stuk of 10 op de eerste en tweede rij. Die stellen veel vragen en komen na afloop vaak ook nog even iets zeggen. Leuke studenten, erg geïnteresseerd. Zou dat ook gelden voor de studenten die achterin de zaal zitten? Want die stellen nooit een vraag en je ziet dat ze vaak niet opletten. Nou ja dat moeten ze zelf weten natuurlijk, maar echt leuk is het niet. Het maakt je niet zo heel veel uit of ze meedoen, want je ziet ze na deze serie niet meer en de werkcolleges worden door een collega gegeven.  

Student 

Wat een grote zaal. Je bent eigenlijk te laat en zit een beetje achteraf, op rij 35. Je wilt wel iets vragen, maar durft niet echt. Want wat als het een domme vraag is? En de docent zit goed in zijn verhaal, dus die wil je niet storen. Nou ja, laat ook maar. Misschien stellen die paar studenten die altijd voorin zitten je vraag wel. Wel een goede docent trouwens, hij vertelt veel over zijn eigen onderzoek en over hemzelf. Dat is heel leuk. Verder heb je hem nog nooit gesproken. Het blok is ook maar 8 weken en zijn kamer is in een ander gebouw. Wel jammer. Gelukkig zijn er bij de werkcolleges ook docenten die je wel meer spreekt.  

Om je heen zit er niemand die je kent. Jammer dat je niet even hoeft te overleggen, dan zou je wel iemand een beetje leren kennen. Vanavond maar weer gewoon een drankje met je huisgenoten. Oh, daar valt een koffiebeker om, hahaha.  

6) Kennis delen, dat wil de student ook

De docent deelt zijn kennis. De studenten kunnen hun kennis niet kwijt.

Docent 

Het is fijn om over je vak te vertellen. Je bent ook echt een expert in Nederland op dit vakgebied. Er zijn maar weinig studenten die je iets kunnen vertellen wat je nog niet weet op dit gebied. Via een hoorcollege kan je veel mensen bereiken.  

Student 

Leuke docent en hij weet heel veel. En toch heb je best vaak een vraag, want zijn kennis sluit niet helemaal aan op bepaalde actuele situaties. Zelf heb je veel ervaring op dit gebied, want je hebt stage gelopen bij een bedrijf dat veel doet met het onderzoek van deze docent. Je zou het leuk vinden om samen na te denken over het toepassen van zijn onderzoeken in de praktijk. Maar in deze setting komt het daar niet van. 

Yannick: over archaïsch onderwijs, studenten die slagen voor hun tentamen, maar of ze wel de stof wel echt beheersen? Klik op onderstaand plaatje om de clip te starten. 

7) Echte interactie creëren met alle studenten is lastig

De docent probeert interactie aan te brengen in het hoorcollege. De studenten vinden die quizjes maar oppervlakkig.  

Docent 

Het is best saaie stof, dus als ik te lang achter elkaar praat, verlies ik de aandacht van de studenten. Sowieso is hun aandachtsspanne maar 10 minuten. Dus heb ik allemaal leuke quizvragen gemaakt die ze via hun mobiele telefoon kunnen beantwoorden, ze zijn toch de hele tijd online. Het zijn natuurlijk wel multiple choice vragen, want ik kan niet alle antwoorden lezen tijdens het college.  

Student 

Wat een saai onderwerp. De docent doet heel erg zijn best hoor, maar die quizjes van hem zijn ook saai. De vragen zijn vrij algemeen en we mogen maar kort overleggen met elkaar. Meestal heb ik de vragen fout, want ik heb de stof nog niet bestudeerd en de uitleg die hij nu geeft kan ik ook niet volgen. 

8) De onderwijsruimte (en dus de les) is niet flexibel

 De docent kan de traditionele hoorcollegezaal maar op één manier gebruiken. De studenten voelen zich gevangen op hun (vastzittende) stoel.   

Docent 

Je zou de studenten wel wat meer aan het werk willen zetten. Dan hoef je zelf niet anderhalf te praten. Het zweet moet immers van hun ruggen lopen en niet van het jouwe. Maar ja, deze traditionele hoorcollegezaal is nogal klassiek ingericht. Alle tafels en stoelen zitten vast. De studenten kunnen niet rondlopen en ze naar buiten sturen is ook geen optie met 400 man. Online is dit veel makkelijker te regelen met breakout rooms trouwens. 

Student 

Waarom zitten we eigenlijk met 200 man in een zaal voor 400? Het zou wel leuk zijn om met andere studenten over de vragen te overleggen, maar het duurt een eeuwigheid voordat we uit de zaal zijn en dan weer terug, dat is niet handig. En die opstelling met tafels en stoelen die vastzitten is gewoon echt ouderwets.  

9) Het kost veel extra tijd 

De docent vindt een hoorcollege efficiënt. De studenten vinden al dat heen en weer reizen naar de campus inmiddels maar gedoe. 

Docent 

In anderhalf uur kan je veel informatie kwijt, het is echt de moeite waard om even te komen.  

Student 

Die bijeenkomst van anderhalf uur is dan nog wel te doen, maar je bent ook drie kwartier heen en drie kwartier terug aan het reizen. Omdat je vandaag geen andere colleges hebt vind je dat eigenlijk wel zonde van je tijd.  

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties