Michel Jansen
https://www.linkedin.com/in/micheljansennl/ Meer over Michel Jansen
Auteur: Jeroen Coelen, Bit
Studenten krijgen steeds minder tijd om af te studeren, gebouwen worden voller, en de afstand tussen student en universiteit groeit. Hoe kan technologie bijdragen om deze problemen te lijf te gaan. Samen met Bit onderzocht ik wat active learning kan betekenen voor het onderwijs. We spraken met studenten en docenten, en kwamen tot de conclusie dat active learning nog wel een duwtje in de rug kan gebruiken. Want het werkt!
In een samenwerking met SURF gingen we met Bit op zoek naar de rol van technologie in de toekomst van het onderwijs. We vroegen ons het volgende af: welke kansen bieden nieuwe technologieën in de onderwijsruimte van de toekomst?
Een boeiende en persoonlijke vraag: ik geef part-time les als docent aan TU Delft. Niet vaak ben ik mede het onderwerp van mijn eigen ontwerpproces.
Om deze vraag te beantwoorden hebben we verschillende onderzoeksactiviteiten verricht. Dit is beslist geen wetenschappelijk onderzoek. Het is onderzoek dat ons precies genoeg body geeft om keuzes te maken in het designproces. We hebben 5 studenten geïnterviewd voor de duur van 1 uur om achter hun huidige opvattingen over en verwachtingen van het onderwijssysteem te komen. Ook hebben we 5 gesprekken gehad met medewerkers van universiteiten, die of lesgeven of zich bezighouden met de transities naar nieuwe manieren van lesgeven.
Daarnaast hebben we met onze technologische lens naar de ontwikkelingen in de markt gekeken. Dit noemen wij een tech-scan, en daarin hebben we meer dan 30 relevante technologieën gescout die relevant zouden kunnen zijn als je in het onderwijs iets gaat ontwerpen. Je kan je voorstellen dat dit een redelijke bulk aan informatie voortbrengt. We creëren bewust chaos in het begin van ons proces. Binnen die enorme hoeveel informatie die chaotisch lijkt, kijken we aandachtig naar patronen die hierbinnen ontstaan. Zo konden wij hoofdproblemen identificeren die ons uiteindelijk naar concepten leidden.
Uit de interviews en de ontwikkelingen in het nieuws bleek dat het onderwijssysteem onder druk staat. We zien aan alle kanten spanning. Dit uit zich onder andere in de enorme toename van studenten over de afgelopen 10 jaar, met 33%. De staf groeit mee, maar in iets mindere mate: de verhouding 'student-staff' is slechts toegenomen van 18.3 medewerkers per student naar 19.8 medewerkers per student.
Eén ding dat minder eenvoudig kan groeien zijn de gebouwen. Deze puilen uit. In Delft zijn trapzitters niet eens meer nieuw. In Utrecht is het tijdens tentamenperiodes zo druk dat hbo-studenten niet meer de bibliotheek in mogen. Dit gebeurt ook in Rotterdam aan de Erasmus Universiteit, maar nog steeds zijn de leerlocaties 'tjokvol'.
Recent overheidsbeleid mikt erop om van universiteiten efficiënte leerfabrieken te maken. Dit wierp in 2012 al z'n eerste vruchten af, studenten studeren inderdaad sneller. Het aantal studenten dat binnen 4 jaar het bachelordiploma haalt, is gestegen van 56% in 2008 naar 69% in 2012. Tegelijkertijd is de hoeveelheid geld per student met 24% gedaald tussen het jaar 2000 en 2017. Conclusie: meer studenten in minder tijd, met minder geld, in te kleine gebouwen. Dat brengt o.a. ambities om bij de wereldtop te horen in gevaar, stelde VSNU.
Gelukkig zijn er mensen die hier op inspelen met een boek als 'Snel afstuderen!', die toch al een tweede editie (druk?) weet te halen. Let u vooral op de 5% studentenkorting die als ironische trap na kan fungeren.
Naast de macroanalyse van wat er speelt in de brede zin van het onderwijs, hebben we ook uitgebreid gekeken naar wat de studenten er zelf van vinden. Hiervoor spraken we verschillende studenten. Wat ons in deze gesprekken opviel is dat het verwachtingspatroon van de studenten niet aansloot bij wat de universiteit te bieden had. Wat vooral naar voren kwam: de digitale omgevingen zijn alles behalve een rode draad door de opleiding. Zo zei een student: "Iedere keer moet ik weer leren hoe de professor de structuur van de digitale omgeving interpreteert"
Los van de content hadden studenten problemen met de toegankelijkheid van deze systemen: "In het algemeen zijn alle systemen van de universiteit slecht geïntegreerd en bieden ze een lage gebruiksvriendelijkheid".
Waar dat vandaan komt lag in de volgende opmerkingen van onze geïnterviewden verscholen.
"YouTube is een groot onderdeel van mijn opleiding. Ik kies dit, dit is zeker niet voorgeschreven vanuit de universiteit"
Dat studenten uitwijken naar verschillende manieren om leerstof tot zich te nemen kwam in ieder interview terug. Dit zegt iets over hun gedrag of gedrevenheid de stof te willen begrijpen. Daarnaast brengt het een verwachtingspatroon op het gebied van software met zich mee.
"Inmiddels kijk ik veel YouTube. Alle lesmaterialen en digitale omgevingen die niet voldoen aan deze [YouTube-]standaard vind ik erg problematisch"
Zo durf ik te stellen dat YouTube gebruiksvriendelijker is dan de software die door systeembeheerders wordt ingekocht. Met alle gevolgen van dien. Kort samengevat voelen studenten zich niet op hun wenken bediend wat betreft de manier waarop de universiteit de leerstof aanreikt.
Dat studenten graag op YouTube colleges bekijken, betekent niet dat zij het liefste dat alleen maar willen doen. Sterker nog, alle geïnterviewden zien het belang in van wat er binnen de muren van een universiteit kan gebeuren.
"Ik moet in staat zijn om vragen te stellen. Om aan de gang te gaan met het onderwerp, de content, mijn medestudenten en de docent"
Ze onderstrepen het belang van het sociale proces dat leren kan zijn.
"In een actieve les kan je leren van de ervaringen van anderen. Je leert van hun kennis en je kan ideeën delen"
Deze behoefte van het samen kennis opdoen en delen ging verder dan de lessen die al gefaciliteerd worden. Zo gaf een geïnterviewde aan dit proces gedigitaliseerd te hebben.
"We hadden alle klasgenoten in een Facebook-groep. Hier deelden we bronnen en hadden we discussies rondom verschillende onderwerpen"
Deze student vertelde ons dat deze groep tot ver nadat de course was afgelopen actief bleef bestaan. Dit, samen met de 2 quotes hiervoor, was voor ons een onderstreping van de behoefte van studenten aan deze interactieve vorm van leren.
In alle gesprekken met de experts, de medewerkers van de instanties, kwam één onderwerp steeds naar boven: active learning. Active learning is een nieuwe manier van lesgeven, die zich met name afzet tegen het klassieke college. Ik kan dit het beste uitleggen met wat ik leerde bij een bezoek aan het AMC. Ik sprak daar met medewerker Tom, van de opleiding Medische Informatiekunde. Hij vertelde mij dat het aantal contacturen van 22 naar 14 uur zou gaan. Aanvankelijk steigerde ik. Contacturen lijken mij immers het belangrijkste van het onderwijs, waarom zou je dat naar beneden willen bijstellen? Toen vroeg hij mij het volgende: heb jij liever 22 uur college waar je alleen maar mag luisteren (foto 1) of 14 uur actief les met een tutor aan wie je vragen kan stellen (foto 2)?
Binnen active learning wisselen colleges, (groeps)opdrachten en discussies elkaar af. Hierdoor wordt er in de les actief kennis opgebouwd en gedeeld, en kan de docent vragen direct beantwoorden.
Het idee van active learning is relatief nieuw. Vanaf het begin van de jaren 2000 werden er al experimenten mee gedaan. Inmiddels is er een hoop onderzoek gedaan, en lijkt de conclusie dat active learning vaker goede dan slechte resultaten voortbrengt. In een onderzoek van Freeman et al. (2012) stellen de auteurs zelfs het volgende:
“Students in active learning classes outperform those in traditional lectures on identical exams.”
In de linker grafiek hieronder zie je hoeveel studies een positief dan wel negatief effect hebben op de studie uitkomst. De blauwe balken representeren onderzoeken waarin studenten die active learning kregen minder vaak zakten dan studenten die traditionele colleges volgden. De impact varieert van enkele procenten tot bijna 50% in sommige onderzoeken. Gemiddeld gezien (rechter grafiek) verschoof het percentage studenten dat zakte van ruim boven de 30% naar iets meer dan 20%. Dat klinkt als winst.
Maar hoe is het voor de studenten? Alle experts gaven aan positieve geluiden van de studenten te horen. Ze zijn blij met de extra aandacht die ze krijgen en de mogelijkheid om direct vragen te stellen. Dit kan natuurlijk in een college ook. Toch lijkt ons dat er een verschil is tussen een vraag stellen in een zaal met 300 studenten of aan een tafel van 6 studenten.
Studenten leren beter en halen hun vakken sneller
Aan de hand van al onze gesprekken concluderen wij dat de problemen die we zien in het onderwijs, tot op zekere hoogte kunnen opgelost worden als active learning dominanter wordt. De drukte binnen de gebouwen kan ermee gemanaged worden omdat op papier er minder uren nodig zijn. Studenten lijken beter te leren en daarmee sneller hun vakken te halen, wat aansluit met de behoefte om snel af te studeren. Het is niet dat wij per se voorstander zijn van de hoge afstudeerdruk. Wél zijn we ervoor dat we afstuderen op korte termijn werkbaarder maken voor studenten. Burnouts en depressies lijken erbij te horen tegenwoordig. 15% loopt kans op een burnout, de helft ervaart problematische stress, aldus ISO. Dit maakt - als ik chargeer - van een traject van zelfontplooiing een paniekproject om een diploma te halen. Bij Bit vinden we dit niet de bedoeling van het onderwijs. We denken dat het aanjagen van active learning kan bijdragen aan het verhelpen van de problematiek.
Op dit moment is active learning zeker niet nog alomtegenwoordig. Er waren 2 experts die een schatting durfden te geven. Beiden schatten dat 50% van de vakken op hun onderwijsinstelling active-learningelementen bevatten. Dat telt dus ook al bij 1 les met active learning elementen. Dat betekent ook dat er 50% is waar alleen maar traditionele colleges worden gegeven. Dit betekent niet dat de lecture per definitie slecht is. Dit kan een geschikte onderwijsvorm zijn, hier komen we in het volgende blog op terug. Wel vermoedden de experts dat het aandeel lectures significant naar beneden kan door bijvoorbeeld blended content. Hierin wordt er een YouTube-filmpje van te voren gedeeld met de lecture van 2 uur, waarna de studenten in de les actief aan de gang gaan met de stof.
Als active learning belangrijk is, kan de algehele adoptie nog wel een duwtje in de juiste richting gebruiken. In het tweede deel van deze blog pitchen wij 4 concepten die bijdragen aan de verbetering van het onderwijs middels active learning.
De conclusie van ons onderzoek was: de kwaliteit van het onderwijs verbeteren door de transitie naar active learning aan te jagen. In deze blogpost pitchen we vier concepten die hier aan bij zouden moeten dragen. Sommige concepten zijn niet active learning specifiek, maar geloven we wel dat het enorm kan bijdragen binnen een active learning setting...
Binnenkort volgt deel 2 van deze blog.
Auteur van deze blog is Jeroen Coelen van Bit.
https://www.linkedin.com/in/micheljansennl/ Meer over Michel Jansen
0 Praat mee