Lotte Kips
| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen… Meer over Lotte Kips
Ruim voordat covid-19 ons dwong tot online onderwijs was al bekend dat blended learning meerwaarde heeft voor het (hoger) onderwijs. Er is veel onderzoek gedaan naar het ontwerpen van blended learning, en minder naar factoren die een rol spelen in het implementatieproces van blended learning. In de longread hieronder gaan we dieper in op die factoren.
Net als in veel andere veranderingsprocessen in het onderwijs, lijkt de docent een cruciale rol te spelen bij de implementatie van blended learning. Een groep Vlaamse onderzoekers onderzocht daarom welke docenteigenschappen en -attitudes een rol spelen bij de implementatie van blended learning in het hoger onderwijs. In hun onderzoek onderscheiden zij zeven docenteigenschappen die positief bijdragen aan de invoering van blended learning, en vier eigenschappen die dit juist tegenwerken. Zie de tabel hieronder.
Docenteigenschappen die positief bijdragen aan de implementatie van blended learning |
Docenteigenschappen die de implementatie van blended learning tegenwerken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In de longread hieronder gaan we nader in op het Vlaamse onderzoeken de verschillende docenteigenschappen.
Ruim voordat covid-19 ons dwong tot online onderwijs was al bekend dat blended learning meerwaarde heeft voor het (hoger) onderwijs. Die meerwaarde zit hem vooral in het onderwijs flexibeler kunnen maken, meer kunnen differentiëren en studenten meer kunnen activeren. Er is veel onderzoek gedaan naar het ontwerpen van blended learning, en minder naar factoren die een rol spelen in het implementatieproces van blended learning. In dit stuk gaat onderwijskundige Barend Last dieper in op de implementatie van blended learning in het hoger onderwijs, en welke modellen daarvoor voorhanden zijn.
Net als in veel andere veranderingsprocessen in het onderwijs, lijkt de docent een cruciale rol te spelen bij de implementatie van blended learning. Bram Bruggeman, Jo Tondeur, Katrien Struyven, Bram Pynoo, Anja Garon en Silke Vanslambrouck wilden daarom nader onderzoeken welke docenteigenschappen en -attitudes een rol spelen bij de invoering van blended learning in het hoger onderwijs. Het resultaat van hun onderzoek is het artikel Experts speaking: Crucial teacher attributes for implementing blended learning in higher education (2020).
Voor het onderzoek werden twaalf Vlaamse experts op het gebied van blended learning in het hoger onderwijs geïnterviewd. Deze experts geven aan dat zij in de praktijk duidelijk twee categorieën docenten tegenkomen. Aan de ene kant docenten die monter aan de slag gaan met blended learning in hun onderwijs. En aan de andere kant docenten die weerstand bieden, of het didactische concept van blended learning zelfs helemaal afwijzen. Hoe komt dat? Uit het Vlaamse onderzoek komt naar voren dat bij beide categorieën docenten duidelijk bepaalde eigenschappen en attitudes zijn te onderscheiden. Die eigenschappen spelen een grote rol bij de invoering van blended learning. Er zijn helpende docenteigenschappen en attitudes, die het implementatieproces positief beïnvloeden. En er zijn docenteigenschappen en attitudes die het proces juist tegenwerken. Hieronder lichten we ze allemaal toe.
1. Onderwijs en lesgeven beschouwen als de kern van je werk
Het is wellicht een open deur: opleiden en onderwijs geven zien als de kern van je werk. Toch noemen de onderzoekers deze grondhouding van de docent als een belangrijke factor, die positief bijdraagt aan het implementatieproces. Deze positieve grondhouding heeft een duidelijke tegenhanger die verderop aan bod komt, namelijk: andere taken dan onderwijs meer prioriteit geven.
2. De didactische overtuiging dat de student en zijn leerproces centraal staan
Docenten die de student en zijn leerproces centraal stellen, luisteren expliciet naar wat studenten te vertellen hebben. Deze docenten gaan verder dan alleen de inhoud overbrengen; zij begeleiden en coachen de student in zijn leerproces. De geïnterviewde blended learning experts noemen dit een docenteigenschap die positief bijdraagt aan de implementatie van blended learning.
3. Het besef dat er iets moet veranderen: de didactische ‘wake-up call’
De geïnterviewde experts zijn het erover eens dat er bij docenten een zekere ‘didactische wake-up call’ nodig is om verandering in gang te zetten. Docenten die blended learning gaan invoeren doen dat vaak nadat zij zich hebben gerealiseerd dat er iets moet veranderen.
De wake-up call wordt getriggerd door feedback van studenten en hun verschillende leerbehoeften. Veel docenten hebben te maken met grote groepen studenten die ze willen activeren, maar waarin ook grote onderlinge verschillen bestaan. En dan zijn er nog de internationale en werkende studenten, die weer andere behoeften hebben dan reguliere studenten. Verschillende leerbehoeften zijn er ook wanneer groepen studenten worstelen met bepaalde onderwerpen uit de lesstof.
4. Durven experimenteren (en falen!)
‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. Docenten die zo tegenover blended learning staan, kunnen daar ver mee komen. De geïnterviewde experts komen tot de conclusie dat het van groot belang is dat docenten durven experimenteren en falen. Dat ontdekte ook docent Ewald Edink; lees hier zijn verhaal over experimenteren en soms blunderen.
Technologie speelt logischerwijs een grote rol in blended learning. Docenten die nieuwsgierig zijn naar hoe ze nieuwe tools kunnen inzetten voor het leerproces van studenten, en nieuwe dingen durven uit te proberen, hebben een streepje voor. Niet meteen in paniek raken als een experiment mislukt en een student komt klagen, noemen de experts een positieve houding. Perfectionisme is dan ook geen helpende eigenschap voor docenten die beginnen met blended learning.
5. Open durven communiceren: behoeften en zorgen uitspreken
Aangeven wat je nodig hebt en je zorgen uitspreken is ook bij de implementatie van blended learning een goed idee. De experts uit het artikel benadrukken het belang van open communicatie en transparantie. Open communicatie tussen docenten onderling, maar ook tussen docenten en de onderwijsadviseurs, beleidsmakers en anderen betrokken bij de invoering van blended learning. Het is volgens de experts van groot belang dat er ruimte is voor verschillende perspectieven van docenten, ondersteuners èn studenten.
6. Reflecteren en kritisch naar jezelf kijken
Kritisch durven kijken naar je eigen onderwijs, en je manier van lesgeven aanpassen als je merkt dat iets niet goed werkt. Dat noemen de geïnterviewde experts in het onderzoek een van de belangrijkste docenteigenschappen die een positieve bijdrage leveren aan de implementatie van blended learning.
7. Technologische middelen creatief inzetten in een leerproces
Een andere cruciale docenteigenschap is het kunnen verbinden van technologische tools aan het leerproces. De tools zelf zijn minder belangrijk en geen doel op zich. Waar het om gaat, is de gedachte erachter. Met welk doel en op basis van welke didactisch-pedagogische keuzes zet je ICT-tools in? Daar komt ook een stuk creativiteit van docenten bij kijken, menen geïnterviewde experts. Je vindt hier een overzicht van tools voor online onderwijs.
1. Andere taken meer prioriteit geven dan onderwijs
Onderwijs geven is vaak een van de vele taken binnen een aanstelling in het hoger onderwijs, zeker aan universiteiten. Docenten die onderzoek doen als hun voornaamste taak zien en onderwijs geven als iets wat er nu eenmaal bij hoort, zullen niet (gauw) in blended learning investeren. Vaak hebben publicaties volop de aandacht en dan blijft er logischerwijs weinig tijd en energie over voor onderwijs geven.
2. Onderwijs geven zien als alleen inhoud overbrengen
Onderwijs geven zien als eenrichtingverkeer van de docent naar de student: hier is de inhoud, hier zijn de sheets, nu begrijpen jullie het toch? Als docenten lesgeven puur zien als het overbrengen van inhoud, dan kan dat blended learning flink tegenwerken. En ondertussen moet de student zelf aan de slag met het daadwerkelijke leren.
3. Onduidelijkheid over wat blended learning precies is
“Blended or blurred learning: in need for a clear understanding”, zo stelt het onderzoek. Onvoldoende kennis van en inzicht in het didactische concept achter blended learning vormt een groot struikelblok bij de implementatie ervan. De experts uit het onderzoek stippen daarom aan dat de definitie van blended learning ook op beleids- en organisatieniveau helder moet zijn. Als docenten onvoldoende weten wat blended learning inhoudt, kunnen er rare dingen gebeuren. Zoveel mogelijk ICT-tools in het onderwijs stoppen zonder duidelijk doel is iets wat er dan vaak gebeurt.
4. Bang om technologische middelen (tools) uit te proberen (en daarin te falen!)
Een groot struikelblok bij de invoer van blended learning vinden de geïnterviewde experts een algemene angst voor het gebruik van ICT, en docenten die zich onzeker voelen over de ICT-tools die ze inzetten. Deze attitude hangt dan ook duidelijk samen met de hierboven beschreven positieve instelling van durven experimenteren en falen.
Sommige docenten zijn bang om te falen. Zij willen best nieuwe dingen proberen, maar uiteraard niet voor schut staan ten overstaan van hun studenten als er iets misgaat. Maar het kan ook zo zijn dat de centrale (beleids)afdeling binnen een onderwijsinstelling de onzekerheid van docenten extra voedt. Bijvoorbeeld wanneer centraal een drie pagina’s lange checklist voor blended learning rondstuurt. Dan zakt bij docenten natuurlijk de moed in de schoenen.
Aan het einde van het artikel doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen op instellingsniveau. Hieronder noemen we die kort.
Dit onderzoek onder blended learning experts is pre-corona uitgevoerd. Inmiddels is het voor veel docenten geen vraag meer of zij blended learning gaan invoeren in hun vakken. Blended learning is here to stay – at least for now. Gedwongen afstandsonderwijs of niet, blended learning invoeren is een uitdagend proces waarbij veel factoren een rol spelen, zo schrijven de Vlaamse onderzoekers. Net als in veel andere veranderingsprocessen in het onderwijs speelt ook hier de docent een cruciale rol. Implementatie van blended learning vraagt niet alleen van docenten dat zij nieuwe vaardigheden aanleren, of een andere didactische rol aannemen. Ook hun opvattingen over technologie en didactiek zijn heel belangrijk in het implementatieproces.
Al met al krijgen docenten met een hoop uitdagingen te maken wanneer zij overgaan op blended learning. De ene docent lukt het goed om zijn cursussen te herontwerpen naar blended, en de andere docent lukt dat niet, ondanks zijn goede intenties. Interne en externe factoren zoals tijdgebrek en de enorme workload spelen daarbij ook een rol. Het Vlaamse onderzoek wilde daarom dieper ingaan op die docenteigenschappen en attitudes die de implementatie van blended learning sterk beïnvloeden, zowel positief als negatief.
Interessant is natuurlijk de onderlinge relatie tussen de helpende en belemmerende docenteigenschappen die de onderzoekers onderscheiden. Daar liggen mogelijkheden voor docenten om te veranderen, een shift te maken. Het overwinnen van je angst om technologische middelen in te zetten is natuurlijk een voorwaarde om technologie creatief in te zetten in het leerproces, en om te durven experimenteren (en falen).
En dan rijst de vraag of instellingen een omgeving hebben gecreëerd, of willen creëren, waarin de helpende, positieve docenteigenschappen gestimuleerd worden. En een omgeving waarin zorgen mogen worden geuit en behoeftes serieus worden genomen: wat is ervoor nodig om aan de slag te gaan met blended learning? Daar is een gevoel vertrouwen en veiligheid voor nodig. Maar ook ondersteuning door ICT- en onderwijsadviseurs en blended learningcoaches, en de mogelijkheid tot kennisdeling, intervisie, evaluatie en uitwisseling. En, niet te vergeten, de juiste technologische tools en gedegen informatie daarover.
Het Engelstalige artikel van de Vlaamse onderzoekers vind je hier: Experts speaking: Crucial teacher attributes for implementing blended learning in higher education (2020).
| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen… Meer over Lotte Kips
0 Praat mee