Grenzen verleggen met hybride onderwijs

Bij een gemiddelde joint master komen studenten of docenten van de ene onderwijsinstelling naar de ander toe. Maar wat als een masterprogramma simultaan vanaf verschillende locaties te geven en te volgen is? Dat is wat de European University Alliance CHARM-EU mogelijk maakt, met behulp van zogeheten ‘hybrid classrooms’. De Universiteit Utrecht is enthousiast: “Voor internationaal onderwijs zijn hybride classrooms een ontzettend waardevol hulpmiddel”.

Vijf onderwijsinstellingen begonnen in 2019 met de ontwikkeling van het gezamenlijk masterprogramma Global Challenges for Sustainability, dat bij deze en binnenkort nóg vier andere onderwijsinstellingen in Europa te volgen is. In Nederland doet de Universiteit Utrecht (UU) mee, in het buitenland gaat het om Dublin (Ierland), Montpellier (Frankrijk), Budapest (Hongarije) en Barcelona (Spanje).
Studenten, met diverse academische achtergronden, zitten per semester meestal verdeeld over drie universiteiten, in cohorten van zo’n 65 mensen. De docent is fysiek aanwezig op een van de locaties; de studenten op de andere locaties volgen de les op afstand. Daarbij krijgen ze vaak eerst een plenair deel les van een docent. Vervolgens gaan de studenten veelal in groepjes uit elkaar om aan opdrachten te werken. Die groepjes kunnen zowel lokaal als hybride zijn, afhankelijk van de lesvorm. Zo leren de studenten elkaar op locatie, maar ook op andere locaties kennen.

‘We zetten op iedere locatie een teaching assistant in’

Hybride leslokaal

Hybride onderwijs komt met zijn eigen uitdagingen, waar CHARM-EU oplossingen voor tracht te vinden. Een goed voorbeeld is hoe lessen gevolgd worden: CHARM-EU werkt met zogeheten hybrid classrooms, die studenten via Teams met elkaar verbinden. Op iedere locatie staat een camera, waarmee de studenten zichtbaar worden in de call. Verder zijn de Hybrid Classrooms uitgerust met microfoons, minimaal twee schermen, beweegbaar meubilair en zogenaamde ‘pods’. Deze pods zijn werkstations met een tafel en stoelen voor  zes studenten, een beeldscherm en audiovisuele benodigdheden zoals een camera. De studenten kunnen met de pod inbellen, waardoor ze als groepje verschijnen in de Teams call. Voordeel is dat docenten zo kleine groepjes studenten zien, in plaats van 65 losse studenten die inbellen,  Een docent kan zo bovendien bij ieder groepje inchecken tijdens groepsopdrachten.

Voor docenten die op locatie aanwezig zijn, staat een spreekgestoelte en een scherm waar alle groepjes op te zien zijn. Op de docent staan ook camera’s gericht en er is gezorgd voor goede audiovoorzieningen. Eén belangrijke les uit de afgelopen jaren is namelijk dat de audiokwaliteit heel belangrijk is, merkt Janina van Hees, projectleider van CHARM-EU op. “Als de audio niet goed is, krijgen we daar altijd klachten over. Dan is het heel vermoeiend om de docent te volgen.” 
Een ander veelgenoemd probleem is dat lange hybride lessen vermoeiend kunnen zijn. “Als een docent in Dublin staat en jij in Utrecht, dan zit je echt een aantal uur in die hybrid classroom. Dat kan best vermoeiend zijn”, aldus Van Hees. Dat probleem wordt aangepakt door een teaching assistant op iedere locatie in te zetten. “Die kan de boel een beetje bij elkaar houden en lokale werkvormen begeleiden.”

Hybrid classroom
Hybrid classroom

Groepsgevoel creëren

Die teaching assistant is ook op andere fronten belangrijk. Regulier onderwijs biedt als voordeel dat studenten elkaar goed leren kennen, er een groepsgevoel wordt opgebouwd en studenten zich door docenten gezien voelen. Dat er bij CHARM-EU altijd een teaching assistent op locatie aanwezig is, helpt vooral bij dat laatste punt enorm. “Als een student een week eerder niet aanwezig was, ziet de assistant dat en kan deze even vragen of het wel goed gaat. Op die manier gezien worden door iemand op locatie, dat helpt ontzettend”, verklaart Van Hees.

De teaching assistant helpt daarnaast bij het goed inzetten van de werkomgeving. “We hebben in de praktijk wel geleerd dat het niet heel gemakkelijk is om studenten zo ver te krijgen dat ze de pod aanzetten en goed gebruiken. Iedereen pakt toch liever zijn eigen laptop en gaat daar een online meeting in, zoals ze dat gewend zijn. Dat gaat wat minder soepel dan we van tevoren bedacht hadden.” De teaching assistant kan studenten motiveren toch de pod aan te zetten en zo ook vragen te stellen aan de docent, mocht diegene op een andere locatie staan.

Om verder toch voor een goed groepsgevoel te zorgen, wordt veel in kleinere groepjes gewerkt, die regelmatig van samenstelling wisselen. In het tweede semester gaan alle studenten naar andere locaties toe voor hun verdiepende tracks. En ook later in dat semester reizen studenten voor verschillende activiteiten naar elkaar toe. “Dus ze treffen elkaar wel in verschillende samenstellingen”, zegt Rianne Giethoorn, projectmanager van CHARM-EU bij de UU. “En in het derde semester werken ze met zijn allen op locatie aan één opdracht. Dan is er nog wel wat hybride onderwijs, maar veel minder.”

Extra voorbereiding nodig voor docenten

Ook voor docenten komt hybride onderwijs met uitdagingen, bijvoorbeeld omdat er aandacht aan zowel studenten op locatie als online gegeven moet worden. “Doceren in deze master is ook niet voor iedereen geschikt”, merkt Giethoorn op. “De mensen die dit wel leuk vinden en oppakken, zijn natuurlijk ook een beetje de pioniers.” Van Hees voegt toe: “Het is wel echt een kneepje om je dit eigen te maken. Dat is niet gelijk vanzelfsprekend.”
Een van de lessen die na meerdere jaren CHARM-EU geleerd is, is dan ook dat docenten een goede onboarding moeten krijgen, vertelt Van Hees. “Dus dat je ze goed moet meenemen aan het begin en scholing moet aanbieden over hoe je goed met de hybrid classroom werkt. Daar doen we ook wel echt moeite voor.”
Sommige uitdagingen hebben echter niet direct een oplossing. Een goed voorbeeld is geluidsoverlast: studenten kunnen er last van hebben als meerdere groepjes in een lokaal meetings hebben. “Gelukkig krijgen we steeds meer een vinger achter wat wel en niet werkt, in termen van werkvormen. Zo leer je gaandeweg.”

‘Hybride onderwijs is niet een oplossing voor álle soorten onderwijs’

Hybride onderwijs in de toekomst

Toch blijkt uit evaluaties dat 80% van de studenten het een geweldige opleiding vindt, vertelt Giethoorn. “Zij weten ook dat ze aan een pilot meedoen, daar hebben ze heel bewust voor gekozen. Dus ze wisten dat er nog wat geoptimaliseerd moest worden. Het internationale aspect en didactische concept wat gehanteerd wordt, daar zijn ze allemaal heel enthousiast over.”

Ondanks de positieve reacties, zien Van Hees en Giethoorn hybride onderwijs niet als een oplossing voor álle soorten onderwijs. “Het werkt vooral als het van het begin af aan zo is opgezet dat de hybride lesvorm een meerwaarde biedt. De meerwaarde is nu het contact met de internationale groep en dat dat in het programma zit. Als je alleen lesgeeft in Utrecht aan Utrechtse studenten, dan is de meerwaarde heel anders of waarschijnlijk zelfs nihil. Dus ik ben niet onbeperkt voor hybride onderwijs in alle situaties”, legt Van Hees uit. “Het moet echt gaan om een situatie waar het toegevoegde waarde heeft. Voor internationaal onderwijs, zoals bij CHARM-EU, zijn hybride classrooms in ieder geval een ontzettend waardevol hulpmiddel!”

 

Lees meer over hybride onderwijs

Hybride onderwijs: activerende werkvormen zijn een must!
Hybride onderwijs en de hybrid virtual classroom: wat is het?

 

Hybrid classroom

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties