Terugblik: Hoe ondersteunen we docenten in crisistijd?

Op donderdag 9 april vond alweer het vierde webinar over online onderwijs plaats georganiseerd door het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICTSURF en het ComeniusNetwerk. Het thema dit keer: Hoe ondersteunen we docenten in crisistijd? Hier volgt een verslag van het webinar. Wil je het webinar terugkijken? Dat kan via deze link.

Screenshot webinar ondersteuning van docenten
Screenshot webinar ondersteuning van docenten

De hosts van de webinar waren wederom Michel Jansen (SURF) en Idwer Doosje (ComeniusNetwerk). Na een korte introductie riep Michel alle deelnemers op om hun gouden tip voor het ondersteunen van docenten in crisistijd te delen via een online formulier. Alle tips zijn verzameld en gebundeld in dit document.  

De drie sprekers van vandaag waren: Jaap Mulder, coördinator docentprofessionalisering aan de Rijksuniversiteit Groningen, Ilja Boor, docent psychobiologie aan de Universiteit van Amsterdam, en tot slot Ronald Spruit, onderwijsadviseur bij Avans Hogescholen en aanvoerder van de zone Docentprofessionalisering uit het Versnellingsplan

Jaap Mulder mocht aftrappen en vertelde over de website die de RUG heeft gemaakt om docenten te ondersteunen. Deze pagina is ook opgenomen in de Vraagbaak Online Onderwijs, lichtte Michel toe, waar een overzicht staat van websites waarop instellingen informatie ter beschikking stellen. Daarnaast vind je in de reacties onder dat artikel een lijst met links naar ondersteuningssites uit de VS. 

 

JAAP MULDER (RUG)

De afgelopen weken waren bijzonder hectisch, vertelde Jaap. Naast het ondersteunen van docenten bij de overgang naar online onderwijs, moest ook het normale werk doorgang vinden. Zoals het verzorgen van trainingen voor PhD’s, basiskwalificaties en seniorkwalificaties. Voor die ondersteuning in deze crisis heeft de RUG een website gemaakt. De informatie is in de eerste twee weken uit de grond gestampt en wordt nu aangepast en op elkaar afgestemd. Zelf zit Jaap in het team webinars. Iedere week organiseert de RUG webinars voor docenten met diverse actuele onderwerpen voor het online zetten van hun onderwijs, bijvoorbeeld over online mondelinge en schriftelijke toetsen. Ook zijn er handleidingen gemaakt, dat is heel laagdrempelig voor veel docenten. 

Wat betreft tools heeft de RUG een duidelijke keuze gemaakt: niet heel veel verschillende tools aanbieden, maar een beperkt aantal tools die schaalbaar en robuust zijn (gebruiksvriendelijk en betrouwbaar), bijvoorbeeld Blackboard Collaborate. Daarmee kan het onderwijs online, want het is al moeilijk genoeg. De RUG mikt daarmee voor nu niet op de docenten die al heel innovatief zijn, maar juist op de middenmoot en achterblijvers. Naast de webinars is er ook een helpdesk ingericht, waar 25 man klaarzit om vragen van docenten te beantwoorden. Inmiddels merkt Jaap dat docenten ook steeds meer vragen stellen over didactiek en het betrekken van studenten.

Na het verhaal van Jaap was er gelegenheid voor vragen. Een webinardeelnemer vroeg naar de ervaringen met de deelname van studenten. Jaap antwoordde dat studenten die voor het eerst online examen doen, bijvoorbeeld een online mondeling, dat heel spannend vinden. Ze willen zich goed voorbereiden. Gisteren sprak Jaap een student die online een schriftelijk tentamen had gemaakt, maar die vond het achteraf wel meevallen. Jaap benadrukte dat studenten ook heel goed betrokken moeten worden bij ervaringen die ze in het volgende blok opdoen. De RUG heeft ook een evaluatieteam. Dit team kijkt momenteel vooral naar wat docenten vinden, maar het team wil ook gaan kijken naar wat studenten vinden. Het is heel belangrijk om daarvan te leren.

De volgende vraag was: Hoe ervaren jullie de werklast voor docenten en hoe gaan jullie daarmee om? Jaap beaamde dat de werklast voor docenten is toegenomen, juist omdat ze thuis zitten in een grote variatie aan situaties. En ze moeten opeens online onderwijs geven, terwijl ze hun onderwijs al hadden voorbereid. Dat moet nu opnieuw. De RUG probeert het daarom simpel te houden. Docenten lijken achteraf soms ook opgelucht dat het wel meevalt. We moedigen ze aan om stap voor stap dingen te proberen, niet alles hoeft in een keer. 

Michel vertelde dat hij iemand had gesproken die webinars organiseert voor ondersteuning van docenten en die had gemerkt dat docenten te druk zijn om ze te volgen. Hoe gaat dat bij de RUG? Jaap gaf aan dat de kijkcijfers van de webinars bij de RUG goed zijn. Zo’n 1000 docenten bekijken de webinars live en zo’n 3000 kijken de opnames terug. Dat stemt hem zeker positief.

Nadat Michel Jaap had bedankt, vroeg hij de deelnemers van de webinar hun vragen rondom ondersteuning van docenten toe te voegen aan een speciaal daarvoor aangemaakt Google Doc (via edu.nl/6d8c6). Het document is bedoeld om te inventariseren welke vragen er binnenkomen bij ondersteuners, zodat we hier later in het webinar op terug kunnen komen. 

 

ILJA BOOR (UvA)

Download de presentatie van Ilja

Vervolgens schakelde Michel over naar Amsterdam voor de bijdrage van Ilja Boor, docent aan de UvA en covoorzitter bij het ComeniusNetwerk. Via het netwerk krijgt Ilja veel geluiden mee van docenten, maar vandaag gebruikte ze haar eigen opleiding psychobiologie als voorbeeld.

Ilja reflecteerde eerst op de vraag hoe de afgelopen weken zijn verlopen. Als ze terugkijkt ziet ze verschillen tussen de twee onderwijsblokken waarin de crisis zich nu afspeelt. In het eerste blok ontstond de crisis en moest hals over kop van alles worden aangepast om onderwijs digitaal te maken. Bij het tweede blok was van tevoren duidelijk dat het digitaal zou moeten, waardoor we ons beter konden voorbereiden.

Ze ziet dat de overgang naar digitaal onderwijs de afgelopen weken heel snel, energiek en soepel verliep. Ze wijt dit voor een groot deel aan het hebben van een klein kernteam binnen haar opleiding, waardoor relatief eenvoudig andere docenten konden worden betrokken en een kader kon worden geboden aan docenten.

Ook Ilja ziet na de eerste stress nu meer aandacht ontstaan voor didactiek en ziet ook dat docenten wennen aan het gebruik van tools. Veel docenten gebruiken nu bijvoorbeeld Zoom. Een grappige situatie daarbij is dat studenten die ’s ochtends om 9 uur een meeting hebben, hun camera vaak uit laten staan. Docenten geven daarom nu eerst 5 minuten de gelegenheid om je haar te kammen of een staartje te maken, voordat de les begint.  

Het organiseren van practica is echter nog een uitdaging. De opleiding psychobiologie heeft als bètastudie ook veel ‘natlabs’, bijvoorbeeld met fysiologische experimenten. Deze kan je thuis niet uitvoeren. Studenten hebben nu als alternatief bijvoorbeeld data van vorig jaar gekregen om analyses mee uit te voeren die in werkgroepen worden besproken. Als het echt niet anders kan, worden practica uitgesteld. Maar er zijn ook foto’s gemaakt van microscoopslides die naar de studenten zijn verzonden. 

Als grootste uitdagingen ziet Ilja nog steeds toetsing en het betrekken en activeren van studenten. Zo levert toetsing op afstand veel stress voor studenten en docenten. Haar opleiding richt zich nu op mondelinge tentamens, hoewel studenten daardoor gespannener zijn, waardoor je tijd kwijt bent om ze gerust te stellen. Dit is dus ook geen ideale oplossing. Soms wordt daarom ook gekozen voor een open-boektentamen, essay of uitstel. Voor het betrekken van studenten wordt nog steeds het mentoraat ingezet en studenten kunnen contact opnemen met de studieadviseur, maar dit blijft een zorg. Wat Ilja wel merkt, is dat studenten zich in kleinere groepen veiliger voelen om online mee te praten. Sommige studenten kruipen juist in de online meetings uit hun schulp. Eerst chatten lijkt daarbij ook de drempel te verlagen. 

Waar Ilja verder tegenaan loopt momenteel is hoe we deze situatie toch zo normaal mogelijk maken. Er is bijvoorbeeld veel behoefte om te socializen en docenten hebben behoefte aan laagdrempelig contact met collega’s.

De chat werd weer geopend voor vragen. Een deelnemer vroeg: Hoe is jullie support ingericht en hoe zorgen jullie dat jullie niet overvraagd worden via alle kanalen? Ilja antwoordde hierop door te vertellen dat de UvA via het Teaching and Learning Centrum voor iedere facultair een vragenuur heeft ingericht, om het behapbaar te maken.

Een andere vraag ging in op digitale didactiek. Hoe merk je dat docenten daar nu meer interesse in tonen? Ilja merkt dit aan het soort vragen dat wordt gesteld. In blok 4 was het crisis: alles moest worden omgegooid. Nu in blok 5 gaan vragen ook over hoe maak ik mijn onderwijs efficiënter, hoe gebruik ik kennisclips die er al zijn, wat past bij mij als docent? 

Michel sloot af met een vraag over AVG: Heeft de UvA daarin issues met het gebruik van Zoom?  Daarop gaf Ilja aan dat veel van het contact met studenten verloopt via Canvas, dus daarbij zijn geen privacy issues. Zoom wordt vooral ook gebruikt door docenten onderling.

 

RONALD SPRUIT (Avans/Versnellingsplan)

Download de presentatie van Ronald

Als laatste was het woord aan Ronald Spruit, van Avans Hogescholen en aanvoerder van de zone Faciliteren en professionaliseren van docenten van het Versnellingsplan. Ronald nam ons in zijn verhaal eerst mee in het studentperspectief op de huidige situatie. Ook kijkt hij met nieuwsgierigheid naar de langere termijn; hij wil meesurfen op de grote digitaliseringsgolf zonder te worden bedolven.

Allereerst het studentperspectief. Afgelopen week was Ronald bij het allereerste online werkbezoek van Minister Van Engelshoven (lees hier het verslag). Ze bezocht SURF en het Versnellingsplan vanachter haar computer. Ook aanwezig was Eline van Hove, van het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO). Zij had een aantal studenten geïnterviewd en kwam met wat interessante opmerkingen. Ronald zette wat opmerkelijke uitspraken op een rijtje, zoals: “De lesstof wordt gestructureerder en efficiënter gebracht, docenten bereiden zich beter voor”, “Ik heb meer contact met mijn mede-studenten en docent dan voorheen” en “Het onderwijs is zelfstandiger en activerender geworden” (niet alleen luisteren naar docent die vertelt wat er op de powerpoint staat). Volgens de geïnterviewde studenten zitten er veel voordelen zitten in digitalisering van het onderwijs en kan dit een kwaliteitsimpuls geven. Ook mooi om te horen was dat de studenten hun docenten met de dag zagen groeien en dat ze hun waardering uitten over de inspanningen van de docenten. Toch hebben studenten ook zorgen, over bijvoorbeeld studievoortgang, toegenomen stress en de behoefte om elkaar fysiek te ontmoeten. 

Vervolgens maakte Ronald het bruggetje naar zijn werk in de versnellingszone Faciliteren en professionaliseren van docenten. Ruim een jaar geleden is de zone gestart met 18 instellingen. Twee vragen stonden centraal: ‘Wat weten we al over docenten?’, uit eigen ervaringen en onderzoek, en ‘Waarmee zijn docenten eigenlijk echt geholpen?’ Vanuit deze vragen is de zone gaan onderzoeken. Onderzoek van het lectoraat aan de HAN en van de UT liet zien dat docenten – een jaar geleden – een open houding hadden ten opzichte van ICT en de meerwaarde van ICT wel zagen, maar dat ze wel handelingsverlegen waren. Hun ICT-profiel was smal: ze maakten oppervlakkig gebruik van ICT (mail, powerpoint). Ook meldden ze zich niet spontaan voor trainingen en vonden ze didactisch beredeneerde keuzes voor ICT nog moeilijk. 

Hoewel er nog geen concrete onderzoeksresultaten zijn, kan Ronald kan zich voorstellen dat, gezien de huidige superversnelling van ICT in het onderwijs, de profielen van de docenten inmiddels zijn veranderd. Docenten denken nu na over digitale didactiek, online toetsen, enzovoort. Ze zijn nu massaal over gestapt op online onderwijs, maar het is nog te vroeg om hier uitspraken over te doen. Ronald nodigde de deelnemers aan de webinar uit om hier zelf over na te denken: Zijn docenten nu wel digitaal vaardig genoeg?

Wat digitaal vaardig betekent, is onderzocht door Marijke Kral, lector Leren met ICT aan de HAN. In haar model bestaat een ICT-profiel van een docent uit: 1. Eigen ICT-geletterdheid, 2. Didactische vaardigheid met ICT, 3. Visie op onderwijs en leren (bijvoorbeeld docentgestuurde visie of student centraal), 4. Innovativiteit (ben je veranderingsgezind?)

Ronald rondde af door te reflecteren op de vraag: Waar zijn docenten mee geholpen? Een jaar geleden deed zijn zone een brainstorm en als belangrijkste suggestie stond bovenaan: Ga in gesprek! We zijn geneigd om vóór docenten te denken in plaats van mét ze te denken, stelt Ronald. Gesprekken gingen tot nu toe vaak over ‘waar kan ik tools vinden?’, ‘hoe werkt dat?’, maar nog niet zozeer over didactische keuzes en meerwaarde, ook al groeit die aandacht wel. Andere manieren om docenten te helpen volgens de zone zijn het dichtbij organiseren van ondersteuning, het geven van goede voorbeelden, het analyseren van de onderwijspraktijk met een klein team, het didactisch beredeneren van keuzes en het bieden van ruimte en tijd om te innoveren.

Na het verhaal van Ronald werd de chat een laatste keer geopend en kwam er bijval voor zijn oproep om docenten van dichtbij te ondersteunen. Een deelnemer aan de webinar uit België, van de KU Leuven, vertelde dat de KU Leuven gebruikmaakt van ‘micro-ondersteuning’, waarbij docenten individueel hulp kunnen krijgen van een ondersteuner, zowel technisch als didactisch. Dat werkt heel laagdrempelig. Ronald reageerde instemmend, maar zag wel grote verschillen tussen hoe instellingen hun ondersteuning organiseren; centraal of decentraal. Individuele aandacht is heel behulpzaam. Gelukkig kunnen we, nu we elkaar fysiek niet kunnen ontmoeten, ook digitale koffiemomentjes organiseren of vragen beantwoorden dankzij schermdelen.

De volgende vraag ging over het voorkomen van het achterblijven van minder vaardige docenten. Hoe houd je die in beeld? Ronald gaf aan deze vraag ook aan de ICTO-coaches binnen Avans te hebben gesteld. We zijn nu letterlijk op afstand. Hoe het nu verloopt heeft daarom toch ook wel veel te maken met hoe je bent georganiseerd. Als je al gewend was veel samen te werken, raak je minder snel uit beeld. Zo zorgen we voor elkaar.

De laatste vraag kwam van Ilja. Wat zouden we graag willen behouden? Wat nemen we mee? Ronald gaf aan dat daar nu veel onderzoek naar gedaan wordt. Daar is ook hij heel erg benieuwd naar. Wat gebeurt er als we weer teruggaan? Je ziet wel dat we in volgende fase beland zijn, van schrikken, naar overleven, naar meer aandacht voor didactiek en toetsen en nu komen er vragen over kwaliteit van onderwijs. Sommige dingen zijn juist verbeterd online. Ronald voorspelt dat er een nieuwe balans komt tussen online en offline onderwijs. We gaan makkelijker naar blended leren, denkt hij. Michel vult aan dat studenten zich meer verantwoordelijk lijken te voelen voor hun eigen onderwijs en daarnaar gaan handelen.

Gouden eieren en de nieuwe webinar

Dan zijn we aan het einde gekomen van de webinar. Michel deed nog een laatste oproep om gouden tips – of “gouden eieren” – te delen. Daarna bedankte Michel alle deelnemers voor de tips en het delen van vragen en wenste iedereen heel fijne Paasdagen. De gouden tips vind je hier.

Wil je het webinar terugkijken? Dat kan via deze link.

Volgende week organiseren we weer een nieuwe webinar, met als onderwerp “Wat zijn goede alternatieven voor de reguliere toets?” De webinar is op vrijdag 17 april van 13.00 tot 14.00 uur, wederom met experts en voor het uitwisselen van tips. 

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties

Gerelateerde artikelen