Virtueel vaardighedenonderwijs - twee praktijkvoorbeelden van VR | SURF Onderwijsdagen 2022

De afgelopen coronajaren hebben impact gehad op het onderwijs in vaardigheden. Zeker tijdens de lockdowns moesten docenten wel heel creatief te werk gaan. Er bleek veel te kunnen op virtueel gebied, maar VR of AR zal nooit een volledige vervanging zijn van een stageplek, een lab of een simulatiepatiënt. De werkgroep Digitaal Onderwijs in Praktijkvaardigheden (DOiP) nam aanwezigen op de SURF Onderwijsdagen mee in de wereld van virtueel vaardighedenonderwijs anno nu.

Esther van der Linde (SURF), Stan van Ginkel (HU) en Maurice Magnée (HAN) schetsen namens de werkgroep kort de huidige stand van zaken van het virtueel vaardighedenonderwijs. Het is duidelijk dat immersive technologie zoals VR, AR en XR* een echte meerwaarde heeft voor het aanleren van vaardigheden. Maar we weten inmiddels ook dat virtueel vaardighedenonderwijs een aanvulling is op, en geen vervanging van fysiek vaardighedenonderwijs. Stan van Ginkel en Maurice Magnée delen twee mooie voorbeelden van virtueel vaardighedenonderwijs en het onderzoek naar de effectiviteit ervan.

Het effect van Virtual Reality (VR) op leren presenteren – Stan van Ginkel (HU)

Vaardigheden zijn belangrijk voor studenten, maar eenmaal op de arbeidsmarkt voldoen ze niet altijd aan het gevraagde niveau of de juiste vaardigheden. Het lastige is dat oefenen en feedback geven docenten veel tijd kost, zeker bij een vaardigheid als presenteren. Veel studenten vinden het ook erg spannend om voor een groep te spreken. VR biedt daarin uitkomst: studenten kunnen vaker oefenen in een veilige omgeving, buiten de klassieke onderwijssetting.

Bovendien krijgen studenten gerichtere feedback bij het oefenen in een virtuele omgeving. Zo is het mogelijk om bijvoorbeeld momenten van oogcontact te meten met de VR-bril, maar ook stemgebruik, houding en gebaren. Uit het onderzoek van Van Ginkel komt onder andere naar voren dat de presentatieangst van studenten afneemt, gelet op hun perceptie. Directe feedback geven is eveneens een mogelijkheid bij virtueel oefenen; Van Ginkel deed al eerder onderzoek naar de effectiviteit van delayed en immediate feedback in VR-simulatie. Je leest er in dit verslag meer over.

Communicatievaardigheden aanleren in een virtueel zorgcentrum – Maurice Magnée

Bij de zorg- en welzijnsopleidingen van de HAN was er behoefte aan meer mogelijkheden om communicatievaardigheden bij studenten aan te leren. Maurice en zijn collega’s hebben daarom samen met het bedrijf The Simulation Crew een virtueel trainingsplatform ontwikkeld: een virtueel zorgcentrum waarin studenten kunnen oefenen met cliënten. Voorheen hadden studenten vaak beperkte oefengelegenheid. Er werd veelal gebruik gemaakt van trainingsacteurs, maar de kwaliteit van de acteur bleek bepalend voor het leereffect bij de student. Bovendien was de gegeven feedback vaak subjectief.

In het virtuele zorgcentrum oefenen studenten (met een VR-bril op) gesprekstechnieken op basis van acht leerpunten. Er wordt data verzameld over de leerpunten, zoals oogcontactmomenten, en studenten ontvangen daarover objectieve, gerichte feedback. Het onderzoek van Maurice en collega’s laat nog geen objectief verbeterde resultaten zien. Maar de studenten zijn enthousiast over de vrijheid van oefenen en positief over de concrete, objectieve en directe feedback. Wel dus de subjectieve ervaring dat VR bijdraagt aan prestatie en leerrendement. Interessant is ook dat studenten (thuis) zelf meer oefenen dan voorheen. De HAN is nu bezig om een eigen appstore met VR-werelden en applicaties op één plek te verzamelen. Zo kunnen docenten in de toekomst VR-brillen reserveren voor lessen.

Verder met VR in het onderwijs

Vanuit het publiek komen er allerlei suggesties en ideeën om VR en AR meer te gebruiken in het onderwijs. Toegankelijkheid is daarbij wel een belangrijk aspect (een VR-bril is niet voor iedereen geschikt). Deelnemers zien bijvoorbeeld mogelijkheden voor deeltijdopleidingen en werkplekleren. Anderen zouden virtueel vaardighedenonderwijs willen koppelen aan Learning Analytics. Wel zijn de meeste deelnemers het erover eens dat landelijke uitwisseling van virtuele werelden (als open leermateriaal) gewenst is. VR-werelden en trainingsplatforms ontwikkelen kost veel geld en bovendien zijn opleidingen momenteel vaak zelf het wiel aan het uitvinden.

De werkgroep Digitaal Onderwijs in Praktijkvaardigheden (DOiP) is in 2020 opgericht, toen menigeen zich tijdens de pandemie afvroeg hoe digitaal praktijkvaardigheidsonderwijs gerealiseerd moest worden. De werkgroep is onderdeel van het Versnellingsplan en heeft een eigen community: Praktijkvaardigheden leren met technologie.

* VR: Virtual Reality
AR: Augmented Reality
XR: Extended Reality
MR: Mixed Reality

Foto door Stella Jacob via Unsplash

Auteur

| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen…

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties