Weg corona, weg studenten! | De Vraagbaak blikt terug

De coronamaatregelen werden in maart grotendeels afgeschaft, maar studenten keerden niet allemaal terug naar de campus. Het hield velen van ons bezig dit voorjaar, in Nederland en daarbuiten. Met de vakantie voor de deur kijken we nog eens terug. In augustus staat er immers weer een nieuwe lichting studenten voor de deur. Hoe gewoon is het voor deze studenten om vooral fysiek onderwijs te volgen?

Het andere corona-effect

Eind juni zette Times Higher Education een online enquête uit over de afwezigheid van studenten post-covid. Ook in Nederland en Vlaanderen was het wegblijven van studenten eerder dit jaar een hot topic. Alles ging weer open, maar studenten bleven weg. Docenten stonden in lege zalen. Daar kwam nog bij dat het leven ondertussen duurder was geworden en sommige studenten meer moesten werken om in hun levensonderhoud te voorzien. Al gauw werd duidelijk dat er iets wezenlijks veranderd was, corona heeft een behoorlijke impact gehad.

Waarom bleven de collegezalen leeg?

Docent, student of medewerker, iedereen probeerde de lege campussen te duiden en te verklaren. Deels zocht men de oorzaak hiervoor in het onderwijsaanbod. Het onderwijs zou niet activerend en persoonlijk genoeg zijn. Studenten zouden het massale onderwijs niet meer pikken. En ook namen studenten geen genoegen meer met een powerpoint die wordt voorgelezen door de docent. Daarvoor gaan studenten geen 1,5 uur meer reizen. Daar zit wat in natuurlijk, want zeg eens eerlijk: wie reist er nog voor één vergadering naar kantoor? Studenten hebben de voordelen van online onderwijs (flexibiliteit!) ontdekt en ook studenten met een beperking wilden niet ‘terug naar normaal’.  

Het belang van (online) binding

Opvallend aan de resultaten van de enquête van Times Higher Education is dat men de afwezigheid van studenten vooral ziet als een cultuurprobleem: door corona kennen studenten de cultuur van naar college gaan niet. Het rapport rept weinig over de geringe flexibiliteit van onderwijs op de campus, of dat het onderwijs niet activerend genoeg zou zijn. Aan de Cambridge University bijvoorbeeld beschouwt men het bijwonen van een (hoor)college als een belangrijk pedagogisch-didactisch onderdeel van het onderwijs, en een manier om de ‘sense of belonging’ bij studenten te vergroten.

lege collegezaal

Ook in ons land waren mensen van mening dat studenten door al het online (in plaats van fysiek) onderwijs de verbinding met hun onderwijsinstelling en medestudenten kwijt waren geraakt. Door online onderwijs kenden ze elkaar en hun universiteit of school niet goed, dus wat moesten ze daar dan doen? Daardoor wordt het wel een soort kip-ei-verhaal. Want ook online kun je goed aan binding werken en verbondenheid tot stand brengen. Daar kun je vervolgens weer op voortborduren in fysieke lessen.

Sommige docenten in het rapport van Times Higher Education verzuchten dat studenten blijkbaar denken dat online hoorcolleges on demand video’s zijn waar je niet actief aan hoeft deel te nemen. Ironisch genoeg noemden studenten van de Hogeschool Rotterdam tijdens de coronapandemie de hogeschool gekscherend het duurste Netflix-abonnement ooit. Afijn, we hopen natuurlijk allemaal dat het komend academisch jaar anders zal verlopen. We weten nog niet hoe actief de nieuwe lichting studenten zal zijn, of welke naweeën van de coronapandemie we nog gaan merken. Voor nu: een fijne vakantie gewenst!

Lees hier ook de column van Jessica Zweers, docent van het jaar, over dit onderwerp.

Foto door Tyler Callahan via Unsplash

Auteur

| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen…

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties