Welke helpende en belemmerende overtuigingen hebben docenten bij blended onderwijs?

Blended learning is een speerpunt in het (hoger) onderwijs. De implementatie ervan is echter een ingewikkeld proces waarbij docenten voor veel uitdagingen komen te staan. Wat zijn hun overtuigingen over de kansen en uitdagingen bij het ontwerpen en uitvoeren van blended onderwijs? Dr. Mariola Gremmen en dr. Esther van der Stappen deden er onderzoek naar en concluderen dat er meer aandacht nodig is voor de professionele ontwikkeling op didactisch/pedagogisch vlak.

Met blended onderwijs kunnen we – onder andere door inzet van technologie – meer activerend, studentgericht onderwijs bieden. Daarmee verhogen motivatie, betrokkenheid en leerprestaties van studenten. [1] Onderzoek toont de meerwaarde en effectiviteit van een goed doordachte blend aan. De implementatie van blended onderwijs is echter een ingewikkeld proces vol uitdagingen.[2]

Over ons onderzoek

Ons onderzoek richt zich daarom op de docent als schakel bij de implementatie van blended onderwijs. In het huidige onderzoek kiezen we voor de definitie van blended onderwijs, zoals we die hanteren binnen Avans Hogeschool.* Het doel van ons onderzoek is inzicht te krijgen in docentovertuigingen over de kansen en uitdagingen bij het ontwerpen en uitvoeren van blended onderwijs. In de piramide van Figuur 1 is ieder hoger niveau bepalend voor wat er op onderliggende niveaus gebeurt. Voor goed blended onderwijs, zijn overtuigingen dus van belang: docenten moeten didactisch en technisch vaardig zijn (vermogens & vaardigheden) en de meerwaarde zien van technologie in het onderwijs (overtuigingen). Docentovertuigingen definiëren we als mentale constructen: houding, perspectieven, aannames, professionele identiteit, ervaringen en kennis[3].  

Figuur 1
Figuur 1

In deze praktijkstudie hebben we vijftien semigestructureerde interviews gehouden met docenten van vijf verschillende opleidingen bij de Academie voor Technologie & Design bij Avans Hogeschool. Na het noemen van de definitie van blended onderwijs, kwamen in het interview verschillende onderwerpen aan de orde, zoals wat de docent vindt van blended onderwijs, wat goed onderwijs is, wat volgens de docent positief en negatief is aan blended onderwijs en wat nodig is om het effectiever in te zetten.

De resultaten

De resultaten tonen vooral helpende overtuigingen rondom blended onderwijs (217 quotes). Docenten zien de noodzaak en meerwaarde voor studenten om actiever, gevarieerder en meer plaats- en tijdsonafhankelijk te leren. Een voorbeeld: “Wanneer je onderwijsactiviteiten buiten het klaslokaal doet, kun je daarmee de hele onderwijservaring verrijken voor studenten”. Docenten ervaren  dat collega’s ook met blended onderwijs aan de slag zijn en er ondersteuning is van de hogeschool en directie. Zo zei een docent: “Als je kijkt naar wat we bij onze opleiding aan blended onderwijs doen, dan is dat al best veel. We gebruiken allerlei digitale systemen en tools en doen dat al vijf jaar.”

Er kwamen ook belemmerende overtuigingen naar voren (134 quotes). Met name rondom de lage motivatie van studenten voor het uitvoeren van asynchrone leeractiviteiten. Dit houdt in dat studenten leeractiviteiten uitvoeren in hun eigen tijd, eigen tempo en op een willekeurige locatie. Een docent zei bijvoorbeeld: “Het moeilijkst is om studenten te motiveren. Hoe krijg je studenten actief? Dat is waar ik tegenaan hik.” Ook missen docenten overzicht over alle mogelijke leeractiviteiten om een passende mix aan te bieden. Daarbij geven ze aan graag onderling kennis te willen delen en van elkaar te willen leren.

‘Docenten vinden de term blended onderwijs overbodig’

Over het algemeen merkten we vooral dat docenten de term ‘blended onderwijs’ overbodig vinden: onderwijs is per definitie het bieden van een rijke leerervaring voor studenten en daar hoort een goede blend aan activiteiten met leren op diverse plekken bij. Alle docenten gaven bovendien aan dat het contact tussen studenten en tussen docent en studenten erg belangrijk is en blijft. De docenten waren dus positief over de ontwikkelingen en ze zien veel kansen. Ondersteuning vinden ze wel belangrijk, in tijd en middelen, maar ook in pedagogische en didactische vaardigheden en het leren met en van elkaar.

Kansen om blended onderwijs nog meer doordacht in te zetten

Er was nog weinig bekend uit onderzoek over overtuigingen van docenten[4], terwijl die wel belangrijk zijn voor het effectief ontwikkelen en uitvoeren van blended onderwijs aangezien het een ingewikkeld proces is met allerlei uitdagingen voor docenten[5]. De resultaten geven meer inzicht in helpende en enkele belemmerende docentovertuigingen.

De bevindingen bieden inzicht in de kansen die er liggen om blended onderwijs nog meer doordacht op te zetten en uit te voeren. Voor de onderwijspraktijk adviseren we op basis van deze onderzoeksresultaten onder andere om een gedragen visie op dit thema te ontwikkelen en docenten te faciliteren in tijd.

Belangrijk om op te merken: deze docentengroep schat zichzelf hoog in op technologische bekwaamheid. Ze maken zich de techniek snel eigen en als dat niet lukt, weten ze in deze technische academie over het algemeen snel collega’s te vinden om te helpen. Ze geven dus aan relatief weinig technische ondersteuning nodig te hebben, waar in een ander opleidingsdomein mogelijk meer behoefte aan zou kunnen zijn[6].

Professionele ontwikkeling is nodig 

Aandacht blijkt nodig voor professionele ontwikkeling op didactisch/pedagogisch vlak, aangezien docenten enkele belemmerende overtuigingen hebben rondom studentmotivatie voor asynchrone leeractiviteiten, wat ook in de literatuur naar voren komt als een enorme uitdaging[7]. Dit is een belemmering om interactie in de klas aan te gaan, aangezien voorbereiding van studenten nóg meer voorwaardelijk is om mee te doen dan voorheen bij het maken van huiswerk. Motivatie kan vergroot worden wanneer docenten een heldere cursusstructuur hanteren, waarbij ze aangeven wanneer, waar en welke activiteiten plaatsvinden en wanneer studenten keuzemogelijkheden krijgen[8]. Hierbij is het van belang met studenten te bespreken waarom bepaalde leeractiviteiten asynchroon of juist synchroon aangeboden worden en wat de onderlinge relatie is tussen deze leeractiviteiten. 

Versterk de leercultuur

Tot slot is het van belang om de leercultuur en daarmee onderwijskwaliteit te versterken met on-the-job coaching en kennisdeling. Van elkaar leren en best practices bespreken kunnen kennis en vaardigheden vergroten en docenten helpen in hun professionele ontwikkeling[9].  

Twee vrouwen in gesprek
Foto: Pexels

Meer weten? 

De gehele publicatie is te lezen in het Tijdschrift OnderwijsPraktijk Studies (TOPS) 

Bronnen

[1] de Bruijn-Smolders & Prinsen, 2021; Means et al., 2014; Thai, De Wever, & Valcke, 2017; Vo, Zhu, & Diep, 2017
[2] van der Stappen, 2022
[3] Borg, 2003
[4] Porter et al., 2016
[5] Tsai & Chai, 2012
[6] Mercader & Gairin, 2020
[7] Watts, 2016
[8] Heilporn, Lakhal, & Bélisle, 2021
[9] Bruggeman et al., 2021; Garrison & Kanuka, 2004

Definitie blended onderwijs

* “Het bieden van een rijke leerervaring als resultaat van een weloverwogen, geïntegreerde en harmonieuze combinatie van synchrone en asynchrone leeractiviteiten waaraan studenten op afstand, op school en op de werkplek deelnemen.” (Kat-de Jong, 2021).

Lees meer over dit onderwerp

Lees ook het artikel 'Durven experimenteren en falen - zeven cruciale docenteigenschappen bij blended learning nader onderzocht'

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 1 reactie

Reactie van Sanne van der Linden

Interessant! Wel jammer dat de bronvermelding niet volledig is. Niet alles is via deze bronvermelding (gemakkelijk) terug te herleiden.