Welke factoren dragen bij aan effectief online en blended onderwijs?

De Onderzoeksgroep ‘Online onderwijs tijdens COVID-19’ van de Universiteit van Amsterdam (UvA) voerde een literatuurstudie uit naar onderzoek over effectief online en blended leren. Hieruit komen factoren naar voren die duidelijk bijdragen aan effectief online en blended leren. We delen hieronder de belangrijkste conclusies uit het onderzoek. De gehele publicatie lees je hier.

Vier belangrijke factoren: cursus, student, docent en instelling

Wanneer online en blended onderwijs weloverwogen geïmplementeerd worden, kunnen deze vormen net zo effectief zijn als face-to-face onderwijs, zo luidt de conclusie van de literatuurstudie. De onderzoeksgroep heeft in de literatuur gekeken naar vier factoren die bijdragen aan effectief online en blended onderwijs: de cursus, de student, de docent en de instelling. Volgens hen suggereert de literatuur dat weloverwogen implementatie van online en blended onderwijs het volgende vereist:
 

  • een goed doordacht cursusontwerp (cursus)
  • een hoge mate van sense of belonging onder studenten (cursus)
  • studenten met goede zelfregulatievaardigheden en digitale geletterdheid (student)
  • heroverweging van docentrollen (docent)
  • stimulering van professionele ontwikkeling van docenten (docent)
  • een heldere en integrale implementatiestrategie voor online en blended leren (instelling)

De cursus: goed doordacht ontwerp en aandacht voor binding

Online en blended onderwijs vraagt om een ander cursusontwerp. Uit onderzoek (en uit de praktijk) weten we inmiddels dat het een-op-een overzetten van een bestaande cursus naar een online cursus doorgaans niet goed werkt. Bovendien vereist effectief online onderwijs dat studenten meer initiatief nemen en meer regie over hun leerproces, zo stellen de onderzoekers. Goed doordacht cursusontwerp zou moeten bestaan uit instructiemateriaal van hoge kwaliteit, betekenisvolle leeractiviteiten, meerdere toetsmomenten en een heldere structuur.

Ervoor zorgen dat studenten zich verbonden voelen, noemen de onderzoekers een sleuteltaak voor iedere docent. Binding vraagt meer expliciete aandacht wanneer studenten letterlijk op afstand zijn. Uit onderzoek blijkt dat een hoge mate van ‘sense of belonging’ bij studenten is gerelateerd aan hoge motivatie, lage uitvalpercentages en een algehele positieve leerervaring. Al in het cursusontwerp is (online) binding daarom iets om rekening mee te houden. Bijvoorbeeld door een slimme selectie van tools, didactische strategieën en zorgvuldig en doelbewust geplande interactie. En door studenten vanaf het begin te betrekken bij het onderwijs en beslissingen op beleidsniveau.

De student: vaardig in zelfregulatie en digitaal geletterd

Uit onderzoek weten we dat studenten met veel zelfregulatievaardigheden beter presteren in online en blended onderwijs. Beter dan studenten die dat niet hebben. Zelfregulerend leren betekent dat studenten eigenaarschap nemen over hun leerproces en zelfstandig bezig zijn met de stof. Omdat studenten bij online onderwijs meestal meer op zichzelf aangewezen zijn, is het van belang dat docenten en instellingen zelfregulatie stimuleren. Dat kan op verschillende manieren: reflectie-opdrachten, hulp bij studeerschema’s, workshops, inzicht in de voortgang met learning analytics en door online groepsleren tussen studenten te stimuleren.

De digitale geletterdheid van studenten is eveneens belangrijk. Het veelvuldige gebruik van online tools en platformen maakt dat digitale geletterdheid een cruciale invloed heeft op de effectiviteit van online en blended onderwijs. Volgens de onderzoekers kunnen we er niet zomaar vanuit gaan dat alle studenten voldoende digitaal geletterd zijn. Zij stellen dan ook dat duidelijke instructies voor de tools en platformen nodig zijn, net als proactief hulp aanbieden tijdens een cursus.

De docent: verschillende rollen vragen om verschillende vaardigheden

Waar de docent voorheen vooral verspreider van kennis was, doet hij bij blended en online onderwijs nog veel meer: het leerproces van studenten begeleiden, ontwerpen én managen van cursussen en communicatie en interactie verzorgen met en tussen studenten. Dit vraagt van docenten dat zij de kennis en vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn voor al deze rollen . Zoals interpersoonlijke en organisatorische vaardigheden, flexibiliteit maar ook technologisch-didactische inhoudelijke kennis.

De instelling: samen leren en een duidelijke implementatiestrategie

Op instellingsniveau vraagt effectief online en blended onderwijs om het faciliteren van onderlinge samenwerking en uitwisseling tussen docenten. Van elkaar leren is belangrijk voor verdere professionalisering; die professionalisering is nodig omdat online onderwijs geven (relatief) nieuw is voor de meeste docenten.

Implementatie van online en blended onderwijs kan alleen slagen wanneer docenten en studenten de innovaties zien als kansen om het onderwijs te verbeteren, zo stelt de onderzoeksgroep. Docenten en studenten moeten deze innovaties willen en kunnen integreren in hun onderwijspraktijk. Een effectieve implementatiestrategie is volgens de onderzoeksgroep dan ook gericht op de bereidheid van studenten en docenten om nieuwe (online) onderwijsinnovaties te integreren in het onderwijs. Instellingen moeten studenten en docenten actief en vroegtijdig betrekken.

Meer lezen over blended onderwijs?

Auteur

| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen…

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties