Ga naar 'Home'

Artikelen

1820 artikelen

  1. Workflow digitaal toetsen: hoe kan het digitale toetsproces duurzaam en efficiënt worden ingericht?

    Het Teaching & Learning Centre (TLC) van de Universiteit van Amsterdam heeft in juli 2020 een kennisdelingssessie Digitale Toetsing en Toetsingsproces georganiseerd. In deze sessie werd door Sharon Klinkenberg besproken hoe digitale toetsing op een goede manier ingericht kan worden, en hoe kennis hierover gedeeld kan worden. In dit artikel volgt een samenvatting van deze sessie. 

  2. Toegankelijk toetsen en examineren: van onmogelijkheden tot kansen

    Toegankelijk toetsen en examineren houdt in dat alle studenten kunnen deelnemen aan het toetsprogramma. Bij toegankelijk toetsen ligt de nadruk er op dat studenten kunnen aantonen dat ze aan de eindkwalificaties voldoen: is het altijd nodig om een bijvoorbeeld een multiple choice toets te kiezen of kun je de competenties ook met andere vormen toetsen?

  3. Gezocht: deskundigen voor opstellen programma van eisen online proctoring

    Voor het studiejaar 22/23 willen SURF en instellingen voor hoger onderwijs samen optrekken om nieuwe licenties voor online proctoring aan te schaffen. Of dit gaat via een aanbesteding, een dynamisch aankoop systeem (DAS) en/of op zelfstandige basis is nu nog niet duidelijk, wel dat we deskundigen uit de instellingen nodig hebben om het programma van eisen en wensen op te stellen. We werken dit uit in vijf verschillende bouwblokken: techniek, functionaliteiten, privacy, security en gunningscriteria. Op elk van deze onderwerpen zoeken we 3 à 4 deskundigen.  Wil je meedoen,  meld je dan vóór 8 september aan bij annette.peet@surf.nl. 

  4. Uitdagingen en oplossingen in het huidige hoger onderwijs – Rapport Solution Rooms 2021

    In mei dit jaar vond de jaarlijkse Solution Rooms plaats, op initiatief van het ComeniusNetwerk, het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW) en het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).

  5. Tool: Kies wijzer je digitale leermateriaal!

    Welk type leermateriaal je inzet wordt mede bepaald door de te behalen leeruitkomsten en de gewenste didactische werkvorm. De nieuwe tool Kies wijzer je digitale leermateriaal! helpt je om het juiste digitale leermateriaal te kiezen. 

  6. De recente hoorcollege-discussie: wat werd er zoal gezegd?

    Kunnen hoorcolleges net zo goed online? Moeten we terug naar de oude vertrouwde vorm? Of is het tijd voor afschaffing of op zijn minst een innovatieve variant van het hoorcollege? De afgelopen weken laaide de hoorcollegediscussie weer op. Met interessante publicaties en reacties uit verschillende hoeken. Wat werd er zoal gezegd?  

  7. Structuur als sleutel tot interactie en inclusiviteit in online onderwijs

    Interactie speelt een grote rol bij (actief) leren, zo weten we uit onderzoek. In een fysieke onderwijsruimte komt interactie vaak vanzelf op gang. Bij online onderwijs gaat dat minder vanzelf en is expliciete aandacht voor interactie nodig. Hoe stimuleer je interactie in live online onderwijs? Patricia Turner en Margaret Merrill van de University of California zoomen in op het belang van structuur bij online interactie.

  8. Hybrid en active learning: hoe de pandemie twee onderwijsconcepten samenbracht

    De nieuwste SURF Story vertelt het verhaal van hoe de Universiteit Utrecht doorlopend haar onderwijsruimtes doorontwikkelt en verbetert. In het nieuwste ontwerp komen concepten samen die collaboratief activerend leren en hybride leren ondersteunen. 

  9. Inspirerende werkvormen #1: De lekenpodcast

    Docent en ziekenhuisapotheker Arianna Pranger beluisterde een podcast en vroeg zich meteen af: zou ik mijn studenten ook een podcast kunnen laten maken? Het werd een lekenpodcast over corona. Haar studenten gingen aan de slag en maakten podcasts waarvan zijzelf ook nog veel leerde. 

  10. Hoe kom je tot innovatie binnen een mbo?

    “Innovatie” is een complex begrip en kent verschillende betekenissen afhankelijk van de context waarbinnen het wordt gebruikt. Dat is de reden om het hier tussen haakjes te zetten. Wanneer “innovatie” bekeken wordt vanuit de ICT-branche dan gaat het vaak hand in hand met “creativiteit”, een ander complex begrip. Kijkend naar hoe er binnen de tech-wereld in het recente verleden faciliterend is omgegaan met het bieden van ruimte aan creativiteit en innovatie, heeft dit binnen ROC Tilburg geleid tot een versnelling op onderwijsinnovatie. Een van de beroemdste managementfilosofieën van Google is iets dat "20% tijd" heet. Oprichters Larry Page en Sergey Brin benadrukten het idee in hun IPO-brief uit 2004: "We moedigen onze medewerkers aan om, naast hun reguliere projecten, 20% van hun tijd te besteden aan datgene waarvan zij denken dat Google er het meeste baat bij heeft." schreven ze. "Dit stelt hen in staat om creatiever en innovatiever te zijn. Veel van onze belangrijke vorderingen zijn op deze manier tot stand gekomen."  Is het nu echt 20% van je tijd ‘vrij’ besteden of is het 120% … En hoeveel medewerkers van Google hebben hier gebruik van gemaakt? Slechts 10% van de Googlers gebruikt het, maar dat maakt niet echt uit, zolang het idee maar bestaat, aldus Google HR baas Laszlo Bock in zijn boek, "Work Rules!" Google was niet het eerste bedrijf dat inzag dat medewerkers vrije ruimte geven een boost kan geven aan creativiteit wat leidt tot innovatieve ontwikkelingen. 3M, een bedrijf dat we goed kennen van de Post-It velletjes, wist dit al eind jaren 40 van de vorige eeuw. Zo schrijft het bedrijf op hun website: “Bijna 70 jaar geleden voerde 3M de ‘15% Regel’ officieel in. Wat sinds de twintiger jaren van de vorige eeuw al stilzwijgend werd toegepast, is in 1948 officieel gemaakt: Iedere 3M-er wordt aangemoedigd om 15% van de werktijd te besteden aan zelf bedachte projecten. Het biedt onze wetenschappers de ruimte en middelen om hun creativiteit of datgene wat hun nieuwsgierigheid heeft geprikkeld, verder te onderzoeken en daarmee hun passie te ontplooien. Heel veel uitvindingen van 3M zijn hieruit ontstaan. De ‘15% Regel’ heeft 3M heel veel top-producten opgeleverd, zoals transparante verbandmiddelen, optical folie die licht reflecteert, afplakband, schuurmiddelen. Het meeste bekende voorbeeld is de Post-it® Note. Het is de brandstof van de innovatiemotor en talentenmagneet van 3M.” Een volgend voorbeeld komen we tegen bij het ander bekende IT bedrijf Microsoft. Ook Microsoft heeft een product waarmee creativiteit, wat moet leiden tot innovatieve producten, tot stand kan komen. De Microsoft Garage is een programma van Microsoft dat werknemers aanmoedigt om te werken aan projecten waar ze gepassioneerd over zijn, zelfs als die geen verband houden met hun primaire functie binnen het bedrijf. Wat kan het onderwijs nu leren van deze voorbeelden? Wat hebben Google en Microsoft of een geel Post-it velletje nu met innovatie binnen een school te maken? Nou, het inzicht dat het bieden van een mogelijkheid aan docenten om te experimenteren, te spelen, te onderzoeken, te leren kan leiden naar meer creativiteit en innovatie binnen het onderwijs. Hoe de onderwijsprofessionals vrije ruimte gegeven kan worden, is in principe geen moeilijke opgave. Dat is mogelijk met het scholingsbudget dat alle opleidingen hebben, maar om daarnaast ook iets extra’s te bieden in een multidisciplinair team, dat helpt écht bij een innovatief proces. Hoe zijn wij hiermee bezig binnen ROC Tilburg? Sinds september 2020 is binnen ROC Tilburg de Kopgroep Interactieve Technologie  als multidisciplinair team aan het werk om innovatie daadwerkelijk die ruimte te bieden. Deze kopgroep bestaat uit 10 docenten van de verschillende scholen binnen ROC Tilburg. Wat is de Kopgroep Interactieve Technologie en wat doen zij? De kopgroep, die binnen MindLabs opereert, formuleert meerdere opdrachten (omtrent interactieve technologie), en initieert projecten om daarmee haar eigen expertiseniveau te verhogen en deze eventueel door studenten en externe partijen concreet te laten uitwerken en ontwikkelen. Door te experimenteren met het toepassen van AI, VR, AR, serious games, avatars en robots als instrumentarium, doen zij ontdekkingen om nieuwe onderwijsproducten te maken. Hierdoor wordt het onderwijs effectiever en vooral ook leuker! Door tot de verbeelding sprekende projecten en experimenten in samenwerking met andere kennisinstellingen en bedrijven te realiseren, wil de kopgroep het onderwijs en de collega’s inspireren. De docenten worden hiervoor een dag in de week vrij geroosterd van hun reguliere werkzaamheden: tien docenten van verschillende opleidingen. Er is budget voor de aanschaf van hardware en software, waardoor zij niet tegen beperkingen aanlopen van huidige hardware en software. Zij zijn zodoende op de hoogte van nieuwe toepassingen en kunnen deze ook testen. We zijn nu een jaar verder en er is al veel werk verricht door alle betrokken docenten. Naast het inzetten van studenten vanuit het hbo en mbo en het samenwerken met het bedrijfsleven, is er al veel ontwikkeld: VR- en AR- oplossingen bij lessen, voorbereidingen op examens en simulaties. Studenten kunnen zodoende situaties die niet zomaar te realiseren zijn in een klas, ‘echter’ beleven. Daarvoor ontwikkelen we o.a. 360 graden video’s en experimenteren we met avatars en holo presentors. Om hier een beeld van te krijgen, raden we aan om de volgende video te bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=WuUPqCvX0AA We zijn er nog niet. Als Practoraat beginnen we na de zomer pas echt en gaan we ook onderzoek doen naar vragen zoals: Wanneer is de toepassing van VR effectief en wanneer niet? Wat doet de toepassing van nieuwe technologie met het pedagogisch klimaat? Kunnen we met nieuwe technologie studenten beter voorbereiden op examens en bepaalde situaties op de werkvloer? Mooie uitdagingen om komend jaar als kopgroep mee aan de slag te gaan!   Met dank aan Carlijn Moed-van Gulick, Sander de Kock, Linda van Hout en Joyce Küchler - Rasenberg