Lotte Kips
| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen… Meer over Lotte Kips
Blended onderwijs. Het hoeft niet ingewikkeld te zijn, zeggen experts. Het is een kwestie van doen, zeggen enthousiaste docenten. Alles is in feite blended, zo schrijft Barend Last. Het gaat om de uitgekiende mix van waardevolle werkvormen die passen bij de leerdoelen. Wat is blended onderwijs dan in de praktijk? Hoe geven docenten dat vorm? In deze reeks nemen we je mee in een aantal inspirerende voorbeelden. Deze week deel drie waarin Sarah de Vries en Marlies Brinkhuijsen vertellen over de mixed classroom en het onderwijs dat zij daarvoor ontwierpen.
De praktijk naar binnen halen, dat gebeurt in het onderwijs wel vaker. Universiteiten en hogescholen krijgen regelmatig verzoeken om na- of bijscholing voor professionals te verzorgen. Maar wat gebeurt er als je die scholingsvraag ten volle benut? In de mixed classroom van het mastervak Planning, design and management: Public space and transitions maakten Sarah de Vries en Marlies Brinkhuijsen en collega’s optimaal gebruik van de kennis van professionals en studenten. En dat leverde prachtig blended, grensoverstijgend onderwijs op.
De stichting Managing Public Space klopte een tijdje terug aan bij Wageningen University. De samenleving wordt steeds complexer en de daarbij behorende problemen dus ook. In de wereld van het beheer van de openbare ruimte is er een groeiende behoefte aan innovatieve oplossingen voor wicked problems*. De stichting wil daarom de beheerwereld versterken door meer professionalisering op wetenschappelijk niveau, en door praktijk en wetenschap met elkaar te verbinden. De vraag was om zowel professionals te scholen als masterstudenten op te leiden voor de beheerwereld. Normaal is het antwoord op de scholingsvraag voor professionals een cursus via Wageningen Academy, de tak van de universiteit die het onderwijs voor professionals verzorgt. Maar Sarah de Vries had een beter idee: “Ik dacht: waarom combineren we dit niet met een vak voor onze masterstudenten? Dan maken we optimaal gebruik van de kracht van beide groepen.” En zo geschiedde.
“Het is juist zo mooi dat professionals uit het werkveld en studenten elkaar aanvullen in deze cursus. De studenten kijken meer vanuit de theorie naar een probleem, en doen een stapje terug om er kritisch naar te kijken. Terwijl de professionals vanuit hun praktijkervaring naar een probleem kijken. Ze leren van en met elkaar”, vertelt Sarah de Vries, onderwijskundige bij Wageningen University. Universitair docent en landschapsarchitect Marlies Brinkhuijsen vult aan: “De deelnemers hebben elkaars wereld gezien en dat is heel inspirerend. Ze zijn allemaal erg enthousiast over de mixed classroom. De theorie kan je verder helpen met nieuwe inzichten, weten de professionals nu. En studenten hebben de soms weerbarstige realiteit leren kennen. Die combinatie van praktijk en theorie is ontzettend waardevol gebleken voor de studenten en professionals.” In de mixed zijn studenten en professionals bovendien gelijkwaardig en dat maakt dat zij echt samen leren.
“Wat deze mixed classroom anders maakt dan andere, is dat het vak zich ook richt op boundary crossing-competenties, die nodig zijn om te kunnen profiteren van de mixed classroom. Het is zó ontworpen dat er een kruisbestuiving ontstaat tussen de studenten en de professionals. Zoals een ‘stand-in-the-shoes’ opdracht, waarbij de professional als opdrachtgever fungeert en studenten in hun schoenen moeten staan. Boundary crossing-competenties, oftewel inter- of transdisciplinaire competenties, staan in dit vak centraal.” Carla Oonk en Judith Gulikers definiëren deze competenties als volgt: bij boundary crossing-competenties ga je de grenzen tussen soms sterk verschillende werelden niet uit de weg, maar zoek je ze juist op en benut je ze om tot innovatieve resultaten te komen. De Vries: “Want voor het oplossen van wicked problems is het nodig dat je over de grenzen van disciplines heen kunt kijken en een probleem integraal kunt benaderen.” Marlies, Sarah en collega’s hebben bovendien heel bewust voor een blend van online en on-campus onderwijsactiviteiten gekozen. De Vries: “De professionals uit het werkveld kunnen alleen maar meedoen omdat de cursus blended wordt aangeboden; een fulltime cursus op locatie is te tijdrovend.” Binnen het vak is bewust gedifferentieerd in studielast: voor de professionals een studielast van drie studiepunten en voor de masterstudenten zes studiepunten.
Marlies Brinkhuijsen: “Sarah en ik hebben heel bewust gekeken naar wat het beste online kan, zoals informatie overbrengen en reflectie, en wat het beste face to face kan, zoals veldwerk en samen ideeën ontwikkelen. Vorig jaar hebben we natuurlijk noodgedwongen alles online moeten doen. Veldwerk was tijdens de lockdown wel heel lastig. Ook informele gesprekjes tussen de studenten en professionals zijn belangrijk; juist die uitwisseling is een grote opbrengst van de cursus. Daar moet tijd en gelegenheid voor zijn, net als voor naar buiten gaan en het studiegebied bezoeken. Opvallend genoeg gingen de deelnemers die gesprekjes vorig jaar zelf regelen, maar dan online.”
De deelnemers aan de cursus zijn stuk voor stuk enthousiast en alle andere betrokkenen ook. “Deze cursus heeft mij en mijn collega’s ontzettend veel plezier opgeleverd”, vertelt Brinkhuijsen. “Ik heb zelf ook een achtergrond in de praktijk en het is zó leuk om die brug te kunnen slaan tussen theorie en praktijk. Alles wat ik in de loop der jaren heb geleerd, kon ik hierin kwijt. De opzet van de cursus past ook bij hoe wij hier werken volgens het principe van ontwerpend onderzoek. En ik heb op didactisch gebied veel geleerd van Sarah.” Ook Sarah kijkt heel positief terug: “Het ontwikkelen van de cursus heeft bevestigd wat ik eerder dacht. Dat deze vorm van leren in een mixed classroom heel krachtig kan zijn. Dit is onderwijs dat studenten klaarstoomt voor de toekomst, met boundary crossing-competenties en toegespitst op de complexe werkelijkheid van de praktijk. En tegelijkertijd heb ik ook gemerkt dat er voor ons nog zo veel te leren valt. Zoals: welke didactische ontwerpkeuzes maak je voor een mixed classroom en waarom?”
“Ik denk wel dat het een voorwaarde is dat je als docent zelf ook over de grenzen heen kunt kijken. Je moet het goede voorbeeld geven en snappen hoe een professional denkt en hoe een student redeneert. Pas dan kun je onderwijs geven in een mixed classroom”, denkt Brinkhuijsen. Ze geeft een voorbeeld van het verschil in denken tussen de groepen. “In een opdracht om vrij te denken vroeg één van de professionals direct: ‘wat is het budget?’. Het is als docent de kunst om daar een brug tussen te slaan.”
De Vries geeft aan dat ze in de toekomst nog meer aansturen op samenwerkend leren in de het persoonlijk ontwikkelplan, en dat er meer aandacht komt voor de individuele leervragen van de professionals: “Er komt meer nadruk op toepassing van het geleerde in hun dagelijkse praktijk. Studenten kwamen soms met totaal andere oplossingen voor problemen uit de beheerpraktijk. Juist dat andere perspectief is bijzonder leerzaam en waardevol gebleken voor beide groepen. De studenten hebben bovendien ontdekt wat beheer inhoudt, en kwamen tot de conclusie dat dat best een interessant, complex werkveld is.”
Zowel Sarah als Marlies zijn het erover eens dat de mixed classroom goed in andere vakgebieden is toe te passen en ook goed past in de na- en bijscholing van professionals. Ze komen dan ook graag in contact met docenten en onderwijskundigen die werken met vormen van een mixed classroom. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Sarah via sarah.devries@wur.nl
Eerder dit jaar verscheen over dit onderwerp in TH&MA Hoger Onderwijs het artikel ‘De klas van de toekomst is gemengd’.
Hier vind je deel 1 in deze serie over blended onderwijs, en hier lees je deel 2.
* Een wicked problem is een uniek en complex probleem dat moeilijk op te lossen is. Klimaatverandering is een bekend voorbeeld van een wicked problem.
Foto door Sora Sagano via Unsplash
| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen… Meer over Lotte Kips
0 Praat mee