Bij Summa kiezen opleidingsteams zelf welke onderwijs- en toetsvorm het best past bij hun opleiding. Kristel: ‘Een van de uitgangspunten van de Summa-visie op toetsen is dat de manier van toetsen moet aansluiten bij het onderwijsconcept. Wij adviseren de opleidingen om vooral goed te kijken naar het doel van de toets. Tot nu toe hebben vier Summa-opleidingen gekozen voor lerend kwalificeren. Andere belangrijke uitgangspunten van de Summa-toetsvisie zijn dat onderwijsteams werken aan gepersonaliseerd afsluiten (de student kan moment, vorm en plaats kiezen), en dat afsluiting zoveel mogelijk plaatsvindt in de (gesimuleerde) beroepspraktijk. De student legt alleen kwalificerende examens af of verzamelt bewijzen uit het onderwijs die noodzakelijk zijn om het eindniveau goed aan te tonen.’
Verschillende soorten e-portfolio’s
Omdat de opleidingsteams met verschillende onderwijsconcepten werken, is er bij het Summa College behoefte aan verschillende soorten e-portfolio’s. Ed: ‘Sommige opleidingen werken al met een showcaseportfolio, andere willen een ontwikkelingsportfolio of een beoordelingsportfolio gaan gebruiken. Elk soort portfolio vereist andere functionaliteiten. Voor het showcaseportfolio gebruiken we de digitale leeromgeving Canvas. Voor een ontwikkelportfolio is Canvas echter niet geschikt.’
Op zoek naar een ontwikkelingsgericht e-portfolio
Sinds het studiejaar 2022-23 werken vier mbo-opleidingen van het Summa College met lerend kwalificeren. Studenten moeten bewijzen met daaraan gekoppelde feedback - verzamelen om aan te tonen dat ze aan de kwalificatie-eisen voldoen. Dit vraagt om ondersteuning met een e-portfolio waarin je de ontwikkeling en voortgang van de studenten kunt zien. Omdat Summa dit type portfolio tot vorig jaar nog niet had, gingen Kristel en Ed in een pilotproject op zoek naar leveranciers die zo’n e-portfolio konden bieden. Daarnaast zoekt Summa ook nog een e-portfolio voor de opleidingen die niet werken met lerend kwalificeren. Hoe dat verloopt weten Kristel en Ed niet want ze zijn niet betrokken bij dat traject.
Redenen om te kiezen voor kwalificerend leren
De vier Summa-opleidingen die nu voor lerend kwalificeren gekozen hebben, deden dit om verschillende redenen, lichten Kristel en Ed toe. ‘Ze vinden het niet fair om alle druk op één beoordelingsmoment, zoals een examen, te leggen. Verder willen ze ook kijken naar talenten van studenten. En ze willen de kennis en vaardigheden die studenten buiten school opdoen ook kunnen waarderen.’
Specifieke e-portfolio functionaliteiten voor lerend kwalificeren
Het kostte wat moeite om de IT-directeur en IT-architect van het Summa College te overtuigen dat voor lerend kwalificeren specifieke functionaliteiten nodig zijn (die Canvas niet biedt), vertelt Ed. ‘Studenten moeten feedback kunnen vragen en je wilt hun ontwikkeling kunnen volgen en hun voortgang in beeld brengen. Dat vraagt om een speciale workflow voor de student en een digitale omgeving die deze workflow ondersteunt.’
Koppeling met andere systemen
Toen de IT-afdeling overtuigd was, gingen Kristel en Ed op zoek naar een e-portfolio dat de principes van lerend kwalificeren goed ondersteunt. Een tweede belangrijke voorwaarde was dat het e-portfoliosysteem goed koppelbaar was met het LMS (Canvas) en andere digitale leermiddelen en systemen zoals het studenteninformatiesysteem (Eduarte). Voor de start van het pilotproject spraken ze met vijf leveranciers. ‘Diverse leveranciers hadden al een e-portfolio en zeiden dat ze dit konden aanpassen aan onze wensen, maar dat bleek in de praktijk niet goed te werken.’
Pilot met twee leveranciers
Kristel en Ed deden uiteindelijk afgelopen jaar in co-creatie met de vier opleidingen een pilotproject met twee leveranciers: Simulise en Jobjourney ‘het mbo-platform voor programmatisch toetsen’). Ed vertelt: ‘Simulise wordt al in het voortgezet onderwijs gebruikt. De leverancier bood ons enige ruimte om dit e-portfolio in co-creatie met onze opleidingen passend te maken voor het Summa College. Popay het bedrijf dat Jobjourney met ons ontwikkelt, komt uit de HR-sector en wil meer in het onderwijs gaan doen. Popay was bereid om in co-creatie met ons en de opleidingen een e-portfolio te ontwikkelen gericht op de wensen van het Summa College. Dat e-portfolio kan straks wellicht in het hele mbo gebruikt worden. We hebben de pilot uitgevoerd samen met de afdelingen IT en Financiën.’
Uitkomst pilot: Jobjourney gekozen
De pilot met deze twee leveranciers is onlangs afgesloten. Summa besloot niet verder te gaan met Simulise, en gaat Jobjourney met de leverancier en de opleidingen verder ontwikkelen. Drie opleidingen werken inmiddels al met Jobjourney. De vierde opleiding werkte afgelopen jaar met Simulise en gaat nu over op Jobjourney. De kern, zo’n 70-80 procent, van JobJourney is voor alle opleidingen hetzelfde. Daarnaast is er een flexibele schil, waarin ruimte is voor de opleidingen om het e-portfolio op maat te maken voor hun opleiding. Het e-portfolio JobJourney is nog niet helemaal volledig. Er moet nog een onderdeel worden ontwikkeld. Daaraan wordt nu en komend jaar gewerkt. Voor het maken van aanpassen en het verder ontwikkelen van Jobjourney zijn er wekelijkse bijeenkomsten met de leverancier.
Waardevolle feedback door co-creatie
Het ontwikkelen deden en doen we in co-creatie met docenten én studenten. Ed en Kristel organiseren tekentafelsessies waarin ze iedereen om input en feedback vragen. Dat levert veel waardevolle informatie op. Ze horen van studenten vooral dat ze niet te vaak willen (door)klikken en graag een overzichtspagina willen. De grootste wens van studenten voor het vervolgtraject is dat Jobjourney er ook in de vorm van een app komt, zodat ze het op hun mobiele telefoon kunnen gebruiken. Kristel: ‘We merken dat studenten digitaal vaardiger zijn dan docenten. Die hebben meer uitleg nodig.’
Voortgangsdiagram voor beroepscompetenties
Ed en Kristel hadden als belangrijke eis dat het e-portfolio een visualisatie biedt van de totale ontwikkeling en voortgang van de student. In het ontwikkeldiagram – een variant op de vaak gebruikte spinnenwebben – zien studenten voor alle beroepscompetenties hun voortgang. In het diagram zijn per beroepscompetentie de verschillende ontwikkelingsniveaus te zien. Zo kunnen studenten en docenten in één opslag inzien waar de student zich bevindt in zijn/haar ontwikkeling.
Werk-, ontwikkel- en waarderingsportfolio
Kristel en Ed stelden een workflow op vanaf het moment dat de student bewijzen levert tot het krijgen van het diploma. Ed laat zien hoe het JobJourney-e-portfolio eruitziet. ’Naast het voortgangsdiagram zijn er nog drie onderdelen. “Mijn werkportfolio”, “Mijn ontwikkelportfolio”, en “Mijn waarderingsportfolio”. Het laatste component is nog in ontwikkeling. In het werkportfolio staan weer de beroepscompetenties en kan de student de bewijzen verzamelen. De student kiest via een knop zelf of hij zijn e-portfolio wel of niet wil openstellen voor docenten. Tijdens de tekentafelsessies gaven studenten heel duidelijk aan dat ze niet wilden dat docenten alles konden zien. Ze hebben behoefte aan privacy, en willen er ook werk in kunnen zetten dat nog niet goed genoeg is om te presenteren.’
Tussentijdse beoordeling aanvragen
In “Mijn werkportfolio” kunnen studenten hun bewijzen verzamelen. Ze kunnen feedback aanvragen of bewijzen met feedback (bijvoorbeeld van een werkbegeleider) uploaden. Vervolgens kiest de student wat hij wil presenteren in “Mijn ontwikkelportfolio”. In het ontwikkelportfolio kan de student een tussentijdse beoordeling aanvragen. We stellen inmiddels wel beperkingen aan het aantal keren dat studenten om feedback kunnen vragen, want docenten werden overspoeld door de vele feedbackaanvragen. Na de eerste ronde hebben we geconcludeerd dat docenten daarin sturend moeten zijn, anders is het niet behapbaar. Dat was echt een leerpunt dit jaar’, benadrukt Ed.
Vooraf gedefinieerde set van bewijzen
‘Het is wel zo dat alle bewijs dat je wilt aanleveren voor een tussentijdse beoordeling van feedback voorzien moet zijn’, vult Kristel aan. ‘We zijn nu aan het kijken welke bewijzen zich lenen om te kunnen beslissen of een student een vaardigheid heeft aangetoond. Studenten mogen helemaal zelf bedenken wat ze als bewijs willen indienen. Ze bleken dat soms lastig te vinden. Daarom hebben we om studenten te helpen een set voorbeelden van bewijzen gedefinieerd die ze mogen indienen voor de tussentijdse beoordeling. Ze hebben nog wel steeds de vrijheid om ook andere bewijzen aan te dragen. Ook zelfreflectie is een onderdeel van het leerproces, vervolgt Kristel. ‘Studenten moeten bij het indienen van de bewijzen zelf aangeven voor welk ontwikkelingsniveau het is. Als het niet als voldoende aangetoond wordt beoordeeld, kunnen ze het indienen voor een lager niveau.’
Vaardigheden aantonen
In Mijn werkportfolio kiezen studenten zelf welke bewijzen ze inbrengen voor de tussentijdse beoordeling. Voor de tussentijdse beoordeling zijn er vier categorieën, licht Ed toe. ‘Aangetoond, dan kleurt het vlakje in; gedeeltelijk aangetoond, dan kleurt het vakje licht in, niet aangetoond, dan blijft het vakje leeg; en boven verwachting aangetoond, dan puilt de kolom uit. Studenten vonden dit heel overzichtelijk. We merkten wel dat het niet te lang moet duren totdat de blokjes kleuren, anders werkt het demotiverend.’ Kristel: ‘Studenten die van het vmbo komen moeten meestal op het eerste niveau beginnen met het vullen van het diagram. Maar studenten die al een mbo-opleiding hebben afgesloten, hebben al behoorlijk wat kennis van taal, rekenen en burgerschap. Ze kunnen dat indienen en dan vult het diagram zich snel.’
Kristel vult aan: ‘Als voor alle competenties het laatste ontwikkelniveau (het eindniveau) is beoordeeld met aangetoond, worden de sets van bewijzen in “Mijn waarderingsportfolio” opgenomen. Een commissie beslist of het portfolio voldoet en kent een waardering aan alle onderdelen toe volgens de wettelijke regelingen. Beroep specifieke onderdelen moeten met een O/V/G worden gewaardeerd.’
Feedbackformulier: digitaal en van papier
Het feedbackproces is een van de grootste uitdagingen voor lerend kwalificeren, bleek tijdens de pilot. Kristel: ‘Je komt voor vragen te staan als: hoe geef je goede feedback, wanneer mondeling en wanneer schriftelijk? En het grootste probleem is hoe organiseer je het. Het is niet te doen om alles vast te leggen in en te laten verlopen via het e-portfolio.’ In Jobjourney zit nu een digitaal formulier waarmee studenten feedback kunnen vragen. Dit formulier geeft via een uitklapmenu een overzicht van de kwaliteitscriteria. Daarnaast kunnen studenten tijdens hun beroepspraktijkvorming hun begeleiders ook vragen een papieren feedbackformulier in te vullen. De studenten kunnen dat daarna uploaden. ‘De begeleiders hebben namelijk op de werkvloer lang niet altijd een computer of laptop bij de hand’, legt Kristel uit.
Presenteren aan toekomstige werkgever
Ed: ‘De laatste set van bewijzen van de student, wordt vanuit “Mijn waarderingsportfolio” geëxporteerd naar het examendossier van de student op school en wordt daar bewaard totdat de student gediplomeerd is. En vervolgens neemt de student het e-portfolio mee. Het is een profielportfolio waarmee studenten aan toekomstige werkgevers kunnen laten zien wie ze zijn en wat ze kunnen.’
Uitleg bij aanvang van het studiejaar
Het implementeren van het e-portfolio bij de opleidingen is behoorlijk complex. Kristel. ‘Er zijn telkens weer nieuwe inzichten, dus we moeten veel aanpassen. En goede uitleg aan het begin van het studiejaar is belangrijk.’ De vier opleidingen die met kwalificerend leren werken, hebben nu elk een zogenaamde schoolbeheerder ofwel ‘superuser’ voor Jobjourney. De schoolbeheerder is de contactpersoon voor de leverancier en gaat komend studiejaar het systeem uitleggen aan docenten en studenten. Voor een succesvolle implementatie maakt de leverancier nu ook een handreiking. Kristel: ‘Wijzelf maken een toolbox voor het implementeren van Jobjourney. Ons belangrijkste advies is: begin niet direct met het systeem. Leg eerst aan studenten en docenten uit hoe lerend kwalificeren werkt!’.
0 Praat mee