Diverse instellingen vervangen face-to-face onderwijsactiviteiten door online werkvormen, in verband met de dreiging van het corona-virus. Veel instellingen lopen nu tegen allerlei vragen aan rond het organiseren van online onderwijs en online tentamineren. In deze tijdelijke SURF-community delen we vragen en antwoorden. Je kunt zelf reacties toevoegen aan de verschillende artikelen. Mocht je een andere/aanvullende vraag of thema willen toevoegen, neem dan contact op met annette.peet@surfnet.nl of marian.katdejong@surfnet.nl.
We ordenen de informatie rond verschillende thema’s
Voorbeelden van online onderwijs
Inzet van video
Inzet van open leermateriaal
Toetsen en beoordelen op afstand
Software en tools
Kan ons netwerk dit aan?
Blended learning is about thoughtfully and adequately applying the face-to-face and online means you have availalble to fit the learning goals. In other words, you choose for the best means you have to help your students achieve the learning goals which were set, and leading to the best (fitting) learning experience for students. Besides face-to-face or online delivery, individual, group or plenary work or others, open resources and other types of open activities could be part of your palet as well. But how could opennes be seen as an extension of your blended approaches? We aim to inspire you on how you could start. Today.
Een van de meest gewaardeerde functies van SURFconext is single sign-on: inloggen op veel verschillende diensten met dezelfde credentials en waarbij je voor een beperkte tijd (meestal een paar uur) niet opnieuw gevraagd wordt om opnieuw in te loggen. Maar er wordt vaak gevraagd: "Alles goed en wel, dat single sign-on, maar hoe log ik dan uit?" Het antwoord is minder eenvoudig dan je zou denken en SURF heeft hierover in het verleden blogs en FAQ’s gepubliceerd, maar de gepresenteerde oplossingen lijken niet bevredigend.
Nicolai (maandag) en Marjon (dinsdag) hebben in hun bijdragen stilgestaan bij de beoordeling van open leermaterialen vanuit student- en docentperspectief. Deze bijdrage is gewijd aan de rol die vakcommunity’s van docenten kunnen spelen bij de adoptie van open leermaterialen. Een beoogde rol is in samenwerking leermaterialen te ontwikkelen, delen, beoordelen (en in die functie sluit dat aan bij wat Nicolai heeft geschreven), maar wel vertrekkend vanuit wat die docenten bezighoudt in hun vak. Ik wil dit illustreren aan de hand van de Casus Verpleegkunde.
Hier kun je mijn blog lezen over de Lessons Learned en Bottlenecks bij de experimenten met ICT tools in het onderwijs die we doen vanuit het HAN project DLWO2021: https://blog.han.nl/hanicto/lessons-learned-en-bottlenecks-bij-experimenten-met-ict-tools-vanuit-project-dlwo2021/
As Nicolai already stated in his blog yesterday, a lot of Open Educational Resources (OER) are out there but hidden in a jungle of repositories. Where Nicolai presented the findings of a study on the student perspective, this blog presents the findings of the teacher perspective. Finding OER is a main issue for teachers. So-called OER librarians could support teachers in finding OER by providing overviews of OER. Relevance however is determined by the teachers based on the OER characteristics, its perceived quality and the extent it fits the anticipated use (Cox & Trotter, 2017). In response to this, several organizations and institutes offer rubrics to scaffold teachers in this process. While these rubrics could be useful tools, most of them are not empirically tested (Yuan & Recker, 2015). More qualitative insights are needed on which elements teachers examine when assessing OER on quality.
A lot of Open Educational Resources are out there, but hidden in a jungle of repositories, lists and other online locator sites which are hard to find and sometimes even harder to use. Often the quality of these materials is unclear. These facts are complicating reuse. Most teachers and students don’t even start, if they are aware at all.
At Radboud university medical center, a content curation study was commissioned (de Vegt, Zielhuis, Creugers, van der Woert, 2019) for Biomedical sciences (in 2015) Medicine (in 2016) and Dentistry (in 2018). The research consisted of seeking and finding, assessing, unlocking, adding value to, and re-using educational materials.
These were the main questions to be answered:
Are there even sufficient high quality materials?
What does “quality” mean when describing open educational materials?
What must be done to make them suitable for re-use?
The research was conducted with the assistance of 3rd, 4th, and 5th-year students. The most important findings are summarized below. Surprisingly, the students provided a lot of unexpected feedback about their perspective on re-using OERs. A perspective that was quite different from the teachers’ way of looking at things.
Open leermaterialen maken het leven van een docent een stuk makkelijker. Je hergebruikt elkaars materialen en hoeft niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden. SURF doet - samen met docenten - al veel om het delen van leermaterialen zo eenvoudig mogelijk te maken, bijvoorbeeld in de stimuleringsregeling Open en online onderwijs. Op 2 t/m 6 maart is er tijdens de Open Education Week wereldwijd aandacht voor open education. Deze week reizen collega’s uit het Nederlandse hoger onderwijs naar Bellevue, US, om op de ELI-conferentie, Microsoft en diverse Amerikaanse universiteiten om de laatste ontwikkelingen op het gebied van open leermaterialen, online en blended onderwijs en learning spaces te ontdekken.
Van 2-6 maart wordt, in het kader van de Open Education Week, wereldwijd aandacht besteed aan open leermaterialen, open cursussen en open onderwijs. Doel van deze week is meer bewustzijn te kweken bij docenten, studenten, staf en management van de mogelijkheden die open vormen van onderwijs kunnen bieden. Ik heb een selectie van activiteiten hieronder op een rijtje gezet.
Onlangs is op de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) het project Tijdelijke Extra Onderwijsruimtes (TEO) van start gegaan, met financiering vanuit de Kwaliteitsafspraken. Door de stijgende studentenaantallen stijgt ook de vraag vanuit faculteiten naar extra onderwijsruimtes. Met dit project worden in totaal zes extra reguliere onderwijsruimtes beschikbaar gesteld. De focus ligt op actief leren en actief onderwijs (active learning). We gaan minimaal één ruimte zo inrichten dat deze optimaal gebruikt kan worden voor activerend onderwijs.
