Anneke de Maat
Voor de website Vraagbaak Online Onderwijs schrijf en redigeer ik artikelen… Meer over Anneke de Maat

Hoe zorg je ervoor dat in grote werkgroepen alle studenten tegelijk nadenken? Docent Kees Haasnoot gebruikt hier de interactietool Wooclap voor. Hij laat studenten via de tool vragen beantwoorden, waarna hij de antwoorden met ze bespreekt. “Het gaat niet om het goede antwoord maar om de redenatie erachter.” Zijn advies: gebruik Wooclap als startpunt voor discussies.
Kees is docent bij de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam en zijn werkgroepen tellen soms wel veertig studenten. Met een interactietool als Wooclap kun je alle studenten op een ‘low stakes’, speelse wijze bij de les betrekken, zegt hij. “Via de vragen die ik presenteer, stuur ik de discussie een bepaalde richting uit, waardoor studenten goed over de stof nadenken. Wooclap vormt het startpunt voor een gesprek met de studenten.”
In elke werkgroep stelt Kees zijn studenten zes tot zeven vragen, meestal meerkeuzevragen, soms ook open vragen. De studenten geven via hun laptop of telefoon anoniem antwoord. Daarna vraagt hij aan de studenten wie welk antwoord koos en waarom. Kees: “Soms vertel ik meteen wat het goede antwoord is. Vervolgens vraag ik wie dat antwoord koos en vraag ik wie wil uitleggen hoe hij of zij bij dat antwoord is gekomen. Het gaat mij om de redenatie: daar leren de studenten van. Zo vertel ik het verhaal samen met de studenten en ben ik niet de hele tijd alleen zelf aan het woord.”
"Het gaat mij om de redenatie: daar leren de studenten van. Zo vertel ik het verhaal samen met de studenten en ben ik niet de hele tijd alleen zelf aan het woord.”
Het handige van Wooclap is, zegt Kees, “dat je de vragen in je PowerPointpresentatie kunt integreren. Bij Kahoot, de tool die ik eerder wel eens gebruikte kan dat niet, dan moet je met een tweede scherm werken en alsmaar heen en weer. In Wooclap kun je verschillende soorten vragen stellen, van meerkeuzevragen tot invuloefeningen. Het biedt ook nog functies als brainstorming en wordclouds, maar die ben ik nog aan het ontdekken. Wooclap is een tool waarvoor je moet betalen. De UvA heeft een licentie.”
Voor sommige lessen heeft Kees verschillende opdrachten die hij niet allemaal in één les kan behandelen. Hij laat studenten dan via een poll vooraf kiezen met welke opdracht zij aan het werk willen in de les. “Dat geeft studenten meer eigenaarschap. Ik hoop dat dit motiverend werkt.”
Bij de meerkeuzevragen die Kees aan de studenten presenteert is optie vier altijd “ik weet het niet”. “Op die manier kunnen studenten altijd een antwoord kiezen. Ik benadruk ook altijd dat het geen schande is als je iets niet weet. Je moet vermijden dat studenten zich slecht gaan voelen omdat ze het antwoord niet weten of het foute antwoord geven. Dan is namelijk de kans groot dat ze niet meer met de les meedoen…”
Kees vindt het belangrijk de les speels te houden en bouwt daarom af en toe grappen in. “In een les heb ik een vraag waarvoor studenten niet kunnen bepalen wat het juiste antwoord is. Het goede antwoord is dan dus ‘ik weet het niet’. Dat vinden studenten komisch. Een student noemde het grappend ‘sadistisch’. In een andere les stel ik de meerkeuzevraag ‘Hoe denken jullie dat de Nederlandse economie er in essentie voor staat?’ met als mogelijke antwoorden: goed, slecht of neutraal. Het punt is dat bij die vraag alle drie de antwoorden goed kunnen zijn: het gaat om de redenatie. Deze aanpak doet het altijd heel goed bij de studenten.”
Als je een interactietool op de juiste wijze gebruikt, draagt dit bij aan de betrokkenheid en motivatie van studenten, denkt Kees. “Als je alleen wat tentamenvragen in de tool zet en vervolgens de antwoorden laat zien, dan wordt het al snel saai en verwacht ik geen tot weinig leereffect.”
Raad je je collega’s aan om Wooclap te gebruiken? “Jazeker, en mijn belangrijkste tip is dat je ermee moet spelen. Je moet het niet alleen gebruiken om te checken of studenten de stof hebben begrepen. Mijn advies is: gebruik het als startpunt voor een discussie. Vraag naar de redenering achter het gekozen antwoord en reflecteer daarop met de studenten.”
"Mijn advies is: gebruik het als startpunt voor een discussie. Vraag naar de redenering achter het gekozen antwoord en reflecteer daarop met de studenten.”
Gebruik je nog andere digitale tools in je onderwijs? Kees: “Ja voor de cursussen die ik zelf opzet in Canvas gebruik ik Canvas-quizzen. Bij één cursus is de Canvas-quiz een toets die voor 25% meetelt met het cijfer. In een andere cursus verberg ik kennisclips en extra oefening achter kennisquizzen. Allemaal om ervoor te zorgen dat studenten met de stof bezig blijven.”
Maar nu studenten ChatGPT kunnen gebruiken wordt het lastig om Canvas-quizzen voor summatieve assessments te gebruiken, besluit Kees. “Ik heb vorig jaar ontzettend veel moeite gedaan om quizzen te maken die niet met ChatGPT oplosbaar waren. In een geval gaf ik ze door ChatGPT gegenereerde tekst en vroeg ik ze uit te leggen welke fouten het had gemaakt… Komend jaar wil ik vanwege ChatGPT die quizzen anders aanpakken. Ik weet nog niet precies hoe maar in elk geval in de les zodat ik kan zien wat er gebeurt.”
• Gebruik Wooclap niet alleen als kennistoets.
• Start er een gesprek met de studenten mee.
• Vraag door op redeneringen.
• Bouw humor in, zorg dat de student zich goed blijft voelen!
Wil je de Vraagbaak-artikelen automatisch in je emailbox ontvangen? Klik dan op de "Volgen"-knop rechtsbovenaan deze pagina.
Voor de website Vraagbaak Online Onderwijs schrijf en redigeer ik artikelen… Meer over Anneke de Maat
0 Praat mee