Ga naar 'Home'

Artikelen

1899 artikelen

  1. De toekomst uit 2008

    Het is 2020, het jaar waarin het hoger onderwijs met een gigantische krachtsinspanning van docenten en ondersteunende medewerkers in één klap online ging. De digitale leeromgeving in brede zin bleek plots van onmisbare waarde 2020 is ook het jaar waarover in 2008, onder de regie van SURF, toekomstscenario’s zijn uitgewerkt over de digitale leeromgeving. Enkele weken geleden keek ik , uiteraard in een online sessie, met een paar SURF-collega’s terug op die toekomstscenario’s. De toekomstscenario’s van 2008 waren verbeeld in vier video’s en vier krantjes onder de  titels: de supermarkt, het vliegveld, het warenhuis en de beurs. Bij de uitwerking hadden de makers hun fantasie de vrijloop gelaten, bijvoorbeeld met het idee van een geïmplanteerde educhip met daarin een gestandaardiseerde persoonlijke leeromgeving, of een multi-translator die wereldwijd taal onafhankelijk onderwijs mogelijk zou maken. Ook werden zaken als flexibilisering door middel van een digitaal ondersteund gildesystem en leven lang leren via onderwijsvouchers genaamd Barroso’s uitgewerkt. De fantasierijke uitwerkingen waren gebaseerd op een assenstelsel dat volgens de scenario methode bepaald werd door zgn.  “driving forces”:  trends en ontwikkelingen die men toen waarnam en die in de scenario’s doorgetrokken werden naar de toekomst. Het is interessant om nu in 2020 terug te kijken naar welke drijvende krachten men toen waarnam en welke trends zich ook echt doorgezet hebben. De digitale leer & werkomgeving werd hierbij wel heel breed opgevat; de driving forces geven meer een beeld van de ideeën over onderwijs in 2008 in het algemeen. Een paar voorbeelden. Gesloten versus open onderwijs.  In 2008 werd verwacht dat er in 2020 veel minder sprake zou zijn van vaste curricula, maar dat studenten een eigen profiel kunnen kiezen uit een breed aanbod binnen en buiten de opleiding. Nu zouden we zeggen flexibilisering, dus een trend die zich zeker heeft doorgezet. Student prosumer versus de student als consumer. Consumeert de student uitsluitend zijn onderwijs of is hij actief betrokken bij de opleiding? In 2008 werd verwacht dat studenten steeds meer eigen onderwijsmateriaal zouden mee produceren en datzijn onderzoekswerk weer gebruikt zou worden als content binnen de opleiding. In 2008 was Web 2.0 actueel: het publiceren via internet was gemakkelijk. In het onderwijs was veel aandacht voor WIKI’ en Blogs. Ook stond “informeel leren” in de belangstelling. Hoewel we de term prosumer nu nog weinig horen, is activerend onderwijs een belangrijk thema bij veel instellingen. Open versus gesloten content. Rond 2008 plaatsten grote universiteiten zoals MIT onderwijscontent open op het internet Dit leidde bij het opstellers van de toekomst scenario’s tot de vraag, van wie is de content? Van de kennisinstellingen of de uitgevers? En moeten de studenten of de instellingen voor toegang tot informatie betalen. De verwachting was dat content steeds meer open beschikbaar zou zijn. Open online onderwijs en Open Educational Resources staan nu nog steeds op de agenda. SURF heeft hier, onder andere samen met het ministerie via stimuleringsregelingen, flink op ingezet.   Co-sourcing of outsourcing In de toekomstscenario’s werd de vraag gesteld of de instellingen voor hoger onderwijs anno 2020 nog in staat zouden zijn zelf de bouw, het beheren het onderhoud van de IT infrastructuur te doen. Met verwachtte dat we steeds meer naar outsourcing toe zouden gaan. Deze trend is inderdaad doorgezet. We hebben de afgelopen jaren een enorme beweging naar de cloud en SAAS oplossingen gezien. In 2008 trok men de vraag naar outsourcing echter door naar diensten, de IT afdelingen, bibliotheken en zelfs naar leerfuncties, als begeleiding en toetsing. Dat zien we niet terug Hoger onderwijs als aanbieder van de elo versus de student die zijn eigen elo kiest. Deze drijvende kracht heeft direct  betrekking op de digitale leeromgeving. 2008 was de tijd van de opkomst van social media, gratis applicaties bijvoorbeeld van Google, het prille begin van de smartphone. Het was wat betreft het gebruik van technologie ook nog de tijd van pionieren met een groeiend enthousiasme voor alle mogelijkheden. Het idee van de PLE ontstond, de persoonlijke leeromgeving op de eigen devices van de student, losjes gekoppeld met informatie(systemen) van de instelling. Hoewel er nog steeds tal van applicaties door studenten zelf aangeschaft en beheerd worden, en de smartphone uitgegroeid is tot een belangrijk persoonlijk device dat ook echt een rol speelt in de leeromgeving, bleef de digitale leeromgeving onder regie van de instelling. Instellingen willen deze regie ook houden en hebben veel aandacht voor beveiliging en privacy. Belangrijk in deze ontwikkeling bleek ook de Europese aanbestedingsplicht voor omvangrijke ICT systemen, voor wat betreft de digitale leeromgeving betekende dit dat de afgelopen jaren op veel instelling een LMS Europees aanbesteed werd.  Ook de invoering van de  AVG noodzaakten de instellingen om juist meer regie over de digitale leeromgeving te nemen en met leveranciers verwerkingsvereenkomsten af te sluiten. Conclusie Terug kijken naar de drijvende krachten achter de  toekomstscenario’s van 2008 is de moeite waard.  Je ziet ontwikkelingen in een ander perspectief. Sommige trends hebben zich door gezet, van anderen zien we nog weinig terug in de huidige digitale leeromgeving.  Terugkijkend heeft ICT in het onderwijs een enorme vlucht genomen, het belang en effect zien we zeker nu. Maar de uitwerking is veel minder spectaculair dan in de verbeelding van de scenario’s werd gedacht. Veel uitdagingen van 2008 bestaan nog steeds: de wens om het onderwijs te flexibiliseren, de spanning tussen maatwerk en een vast curriculum, het delen en gebruiken van open content en de verhouding met de uitgevers en de voor- en nadelen van de beweging naar de cloud. De krantjes en video terugkijkend geeft ook een indruk van het enthousiasme waarmee 300 deelnemers aan het project, afkomstig uit allerlei hoeken van het hoger onderwijs aan deze scenario studie hebben meegewerkt. Het heeft er toe geleid dat de digitale leeromgeving door SURF op de agenda is gezet en vanaf 2010 tot heden projectmatig werd opgepakt. De moeite waard om eens te herhalen… De krantjes uit 2008: De luchthaven, het warenhuis, de beurs, de supermarket Toekomstscenario's maken als didactische werkvorm

  2. Naar een goed cybersecurity-awarenessprogramma #8: aan de slag!

    Als je je security- en privacyzaken binnen je instelling goed op orde wilt hebben, is er aandacht nodig voor 3 zaken: techniek, awareness en organisatie. In deze blogreeks gaan we dieper in op awareness: wat komt er kijken bij bewustwording en het gedrag van mensen en hoe zet je een goed awarenessprogramma op? Deze achtste blog uit de reeks van 8 gaat over: de uitvoering van het programma.

  3. Naar een goed cybersecurity-awarenessprogramma #7: heeft je programma het gewenste effect?

    Als je je security- en privacyzaken binnen je instelling goed op orde wilt hebben, is er aandacht nodig voor 3 zaken: techniek, awareness en organisatie. In deze blogreeks gaan we dieper in op awareness: wat komt er kijken bij bewustwording en het gedrag van mensen en hoe zet je een goed awarenessprogramma op? Deze zevende blog uit de reeks van 8 gaat over: heeft je awarenessprogramma het gewenste effect?

  4. Learning from education innovation using the 4TU.CEE innovation map

    De snelle veranderingen in de samenleving zijn een uitdaging voor de onderwijsinstellingen. Die reageren door onderwijsvisies, leerdoelen, curricula en vakken te vernieuwen. Info daarover is vaak op projectbasis en heel divers. Je kunt dus moeilijk handige voorbeelden vinden of van meer projecten leren. Daarom bieden de vier technische universiteiten standaard informatie over onderwijsinnovatieprojecten aan op: https://www.4tu.nl/cee/innovation/ Analyse van alle projecten levert bruikbare conclusies op zoals te zien is in het artikel: Learning from education innovation using the 4tu.cee innovation map

  5. Het geheim van een succesvolle Break Out opdracht

    Er is weinig zo gaaf als een supergoed doordachte break-out opdracht in je online les. Zo eentje waar je lekker op hebt zitten broeden: 'hoe kan ik mijn studenten nou ècht met de materie aan de slag laten gaan? Zo, dat ze het echt VOELEN! en SNAPPEN! En dat zij vervolgens ook zelf echt denken 'wat een gave opdracht, wat heb ik in zo'n korte tijd veel geleerd!'. Lekkere uitdaging - Het is in het begin een echte uitdaging om zo'n opdracht te bedenken, je voelt je bijna een regisseur van je online klas. Wat is precies de kern? Wat hebben ze van te voren aan opdrachten en theorie nodig? Hoe kunnen we de diepte in, zorgen voor wederzijdse betrokkenheid zodat iedereen zich onderdeel van de puzzel voelt? Zo'n opdracht waarin inhoud, proces en het samenspel drie keer meer oplevert dan wat dan ook!? Wat wil ik precies bereiken met hen en hoe verhoudt zich dat tot de leerdoelen van mijn lesmodule? Stappenplan met checklist helpt enorm! - Om docenten hiermee op weg te helpen hebben Jim Snoek en ik een miniboekje samengesteld met een stappenplan gebaseerd op de e-tivities van prof Gilly Salmon. Maar dan vertaald naar onze eigen context in het beroepsonderwijs. We hebben dit stappenplan en de checklist laten uittesten door een aantal docenten en met hun feedback aangevuld. Door dit te combineren met de gespreks-rollen (coöperatief leren) hebben we een krachtig basismodel neergezet voor deze zgn. breakout-opdrachten. Feedback van een docent: 'De checklist biedt docenten echt veel houvast. Ik moest daardoor nog beter nadenken over de opdracht en ook over mijn eigen rol als begeleider, dat was nieuw. Ik heb ook nooit eerder met verschillende rollen in een online opdracht gewerkt maar ik wil daar nu graag verder mee gaan experimenteren. Ik vond het fijn dat er een paar voorbeeldopdrachten in het miniboekje zitten en dat alles goed uitgelegd wordt. Ik heb nu met mijn studenten echt meer uit de opdracht gehaald en ga er in de volgende les weer eentje doen'. We hebben overigens inmiddels een hele serie van dit soort miniboekjes om docenten te helpen met aspecten van blended/online onderwijs. Daar kan deze ook weer mooi bij!

  6. Actief leren in flexibele onderwijsruimtes heeft positief invloed op leren

    ELI 2020 - Online Zowel actief leren en flexibele onderwijsruimtes hebben een positieve invloed op het leren. Dat was de boodschap van de sessie Innovative Classroom Design on a Budget: Did It Work? tijdens de online variant van ELI 2020 conferentie op 20 april 2020.

  7. Zelf iets doen aan toegankelijkheid: heel eenvoudig!

    Toen ik in 2017 een presentatie bijwoonde van Nanne Roos Vonk wist ik het gelijk, hier wil ik iets mee doen. Sindsdien vul ik met veel plezier de alternatieve tekst, ALT-tekst, in bij plaatjes op een webpagina.  En omdat het in deze tijd, waarbij veel onderwijs online gaat, digitale toegankelijkheid nog belangrijker is geworden deel ik graag het gele boekje Maak open! met je.

  8. Volg de Vraagbaak Online Onderwijs nu ook op LinkedIn

    Wil jij direct op de hoogte zijn van nieuwe kennis en inspiratie over online onderwijs? En wil je dit eenvoudig met jou netwerk kunnen delen? Volg de Vraagbaak Online Onderwijs dan ook op LinkedIn.

  9. Naar een goed cybersecurity-awarenessprogramma #6: wat ga je doen?

    Als je je security- en privacyzaken binnen je instelling goed op orde wilt hebben, is er aandacht nodig voor 3 zaken: techniek, awareness en organisatie. In deze blogreeks gaan we dieper in op awareness: wat komt er kijken bij bewustwording en het gedrag van mensen en hoe zet je een goed awarenessprogramma op? Deze zesde blog uit de reeks van 8 gaat over: welke acties en interventies zet je in om het gewenste gedrag te stimuleren?

  10. Highlights webinar Online onderwijs – Toegankelijk voor iedereen

    Studenten met een extra ondersteuningsvraag kunnen baat hebben bij online onderwijs. Maar voor een deel van deze studenten werpt het juist extra drempels op. Als je thuis niet de juiste faciliteiten hebt bijvoorbeeld. Als de online colleges niet ondertiteld zijn. Of wanneer je je eenzaam gaat voelen.