10 modellen voor blended onderwijsontwerp, spaar ze allemaal! Deel 10: slotoverzicht

Er zijn vele modellen voor blended onderwijsontwerp. Allemaal zijn ze weer net anders, maar met hetzelfde doel: goed doordacht blended onderwijs ontwikkelen. De afgelopen tijd namen we je mee in negen verschillende ontwerpmethodieken, van ABC tot 4C/ID. In januari en maart organiseerde de SIG Blended Learning ook nog eens vijf online workshops over een aantal blended learning ontwerpmethodieken. De spaarkaart is vol: in dit tiende en laatste deel van de serie lichten we alle ontwerpmodellen nog eens kort voor je uit, inclusief vier verhelderende kennisclips.

1. Het Carpe Diem-model voor blended learning

Met het Carpe Diem-model, dat uit zes stappen bestaat, ontwikkel je een hele cursus: van blauwdruk tot en met leeractiviteiten. Je begint met de blueprint en leerdoelen en daarna volgt een storyboard. De derde stap in de methodiek is rapid prototyping, waarbij je concrete leeractiviteiten ontwikkelt. Zo wordt de te ontwerpen cursus meteen heel ‘echt’. Het Carpe Diem-model heeft constructive alignment als uitgangspunt, is toegankelijk en flexibel.

Lees hier het artikel over ontwerpen met het Carpe Diem-model

En bekijk hier de kennisclip over het model

2. Het ABC-model

Blended onderwijs ontwerpen met ABC Learning Design heeft een hoog snelkookpangehalte. In 1,5 tot 2 uur tijd zet je de contouren van een leeractiviteit, cursus of een leerjaar neer. Dat doe je door een visueel storyboard te maken. Voor de invulling van het onderwijs in activiteiten gaat de methodiek, anders dan de andere modellen, uit van zes vaste leertypen. De zes leertypen omvatten alle activiteiten die je in het onderwijs kunt doen. Daardoor biedt ABC Learning Design een handig raamwerk waarmee je snel de grote lijnen van je vak of leerjaar neerzet.

Lees hier het artikel over ontwerpen met het ABC-model

3. De Blended Learning Wave

De Blended Learning Wave, ook wel bekend als het golfjesmodel, is ontstaan in de praktijk, vanuit de behoefte van docenten om het onderwijs activerender te maken en de mogelijkheden van ICT verder te onderzoeken. De Blended Learning Wave is uitermate toegankelijk en je kunt het model op kleinere schaal (een les) of grotere schaal gebruiken (een module of cursus). De methodiek zet aan tot nadenken over het doel van je onderwijs, over de volgorde, welke elementen online plaatsvinden en welke face-to-face, en met welk doel.

Lees hier het artikel over ontwerpen met de Blended Learning Wave

4. De Design Cycle for Education

De Design Cycle for Education (DC4E) is gestoeld op het spinnenweb van Van den Akker (2003) en het TPACK-model. De ontwerpmethodiek bestaat uit een reeks van acht stappen; bij stap 3 bepaal je de ‘studentreis’ en daarmee de blend van je les, cursus of curriculum: welke onderwijsactiviteiten vinden online en welke fysiek plaats? Zo ontstaat de bekende ‘golf’ van onderwijselementen. Er bestaat ook een serious game van deze ontwerpmethodiek, genaamd FoLA² (spreek uit: FoLA square). Het spel werkt goed om als multidisciplinair team na te denken over het doel van een te ontwikkelen cursus en vervolgens samen in hoog tempo te gaan ontwerpen.  

Lees hier het artikel over ontwerpen met de Design Cycle for Education (DC4E)

grafische afbeelding met verschillende kleuren

5. De Blended learning Puzzel

De Blended Learning Puzzel is een ontwerpmodel voor blended learning, gevat in een fysiek spel met verschillende kaarten en stickers. Constructive alignment en de taxonomie van Bloom vormen de basis van het model en ook de bekende ‘golfbeweging’ (de Blended Learning Wave) komt erin terug. In het spel werk je vanaf het begin met gekleurde stickers, en elke kleur correspondeert met een bepaald niveau in de taxonomie van Bloom. Op die manier helpt de methodiek je om ervoor te zorgen dat alle onderwijsactiviteiten in overeenstemming zijn met het niveau van de leerdoelen en daarna de toetsvormen.

Lees hier het artikel over ontwerpen met de Blended Learning Puzzel

6. Design Thinking

Design Thinking is geen ontwerpmodel voor blended learning, maar een iteratief proces en methode. Daarmee stimuleert Design Thinking creatieve processen en ‘outside the box’ denken en daarom kun je deze methode op verschillende manieren inzetten in het onderwijs, waaronder voor blended onderwijsontwerp. Kenmerkend en onderscheidend aan de methode is de eerste fase (empathize), waarin je je inleeft in het probleem en de context. Door die stap helpt het model je om te ontwerpen vanuit de learning journey van de student. Net als het Carpe Diem-model ken ook Design Thinking een fase van rapid prototyping en voortdurend aanpassen en bijstellen van het ontwerp.

Lees hier het artikel over ontwerpen met Design Thinking

7. Shuffle

Shuffle is een laagdrempelige methodiek om een blended cursus of module mee te (her)ontwerpen. En dat gaat van achteren naar voren: de toetsing is leidend voor je onderwijsontwerp. Belangrijk is wel dat je een analyse en een deel van het ontwerp al hebt gedaan vóórdat je gaat shuffelen: fysieke kaarten die je kunt verplaatsen totdat je ontwerp compleet is en klopt. Kenmerkend aan Shuffle is de systematische aanpak: je maakt je onderwijsontwerp inzichtelijk zodat je passende leeractiviteiten kunt bedenken op het juiste niveau, met passende digitale tools. Bij Shuffle hoort ook de website Blendy, waarop je activerende werkvormen en digitale tools vindt.  

Lees hier het artikel over ontwerpen met Shuffle

En bekijk hier de kennisclip over Shuffle

8. Het 4C/ID-model

Het 4C/ID-model is bedoeld om een blauwdruk van een onderwijsprogramma te ontwerpen waarmee studenten complexe taken leren uitvoeren, ook wel complex leren genoemd. Het model is dan ook niet specifiek bedoeld om blended onderwijs mee te ontwerpen, dat komt pas als de blauwdruk op tafel ligt. Denk bij (hoog) complexe taken aan een patiënt opereren, een jaarrekening controleren, luchtverkeer leiden of een architectonisch ontwerp maken. Bij het 4C/ID-model vormen de beroepstaken het startpunt van het ontwerp, omdat de leertaken daarop worden gebaseerd. Dit in tegenstelling tot veel andere modellen waarbij juist de leerdoelen het uitgangspunt vormen.

Lees hier het artikel over ontwerpen met het 4C/ID-model

En bekijk hier de kennisclip over het 4C/ID-model

9. Het Playbook Model

Het Playbook model hoort bij een bredere ontwerpbenadering voor gevarieerd en flexibel onderwijs en biedt expliciet de mogelijkheid om ook de beroepspraktijk als leeromgeving mee te nemen in blended learning. Het model is een canvas, gebaseerd op onder andere constructive alignment, het 4C/ID-model en het Conversational Framework van Diana Laurillard (2002). De 3-3-5-formule van de methodiek omvat verschillende dimensies waarbinnen het leren plaatsvindt: de leeromgeving op de ene as en de vormen van leren op de andere as. De kunst is om alle dimensies en leeractiviteiten met elkaar te verbinden, zodat het geheel betekenis krijgt. Het Playbook Model gebruik je specifiek in de ontwerpfase een analyse vooraf is dan al gedaan, evenals leerdoelen formuleren en passende toetsvormen kiezen.

Lees hier het artikel over ontwerpen met het Playbook model

En bekijk hier de kennisclip over het Playbook Model

Omslag- en middenfoto via Unsplash

Auteur

| Onderwijskundig schrijver @ SURF | community coach @ HvA | Eigen…

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties